Rb. Rotterdam, 19-12-2018, nr. AWB - 18 , 4566
ECLI:NL:RBROT:2018:10413
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
19-12-2018
- Zaaknummer
AWB - 18 _ 4566
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2018:10413, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 19‑12‑2018; (Vereenvoudigde behandeling)
Uitspraak 19‑12‑2018
Inhoudsindicatie
Veelprocedeerder. Uitnodiging voor een gesprek over de voortgang bij ExIT vormt geen besluit.
Partij(en)
Rechtbank Rotterdam
Team Bestuursrecht 1
zaaknummer: ROT 18/4566
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 december 2018 als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht in de zaak tussen
[Naam], te [Plaats], eiseres,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, verweerder.
Procesverloop
Bij brief en e-mail van 24 mei 2018 heeft verweerder eiseres uitgenodigd voor een gesprek over de voortgang bij ExIT.
Bij brief van 4 juli 2017 heeft eiseres daartegen bezwaar gemaakt.
Verweerder heeft het bezwaar van eiseres bij besluit van 19 juli 2018 (het bestreden besluit) niet-ontvankelijk verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Overwegingen
1. Op grond van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder besluit verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
2. Op grond van artikel 8:1, eerste lid, van de Awb kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank. In artikel 7:1, eerste lid, van de Awb is neergelegd dat alvorens beroep kan worden ingesteld, eerst bezwaar moet worden gemaakt. Het bezwaar moet aldus gericht zijn tegen een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.
3. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.
4. De rechtbank is van oordeel dat de brief en e-mail van 24 mei 2018 van verweerder niet kunnen worden aangemerkt als besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Gelet op de inhoud van deze brief en e-mail betreft dit uitsluitend uitnodigingen voor een gesprek over de voortgang bij ExIT en zijn deze niet op enig rechtsgevolg gericht. Verweerder heeft het bezwaar van eiseres tegen de brief en e-mail van 24 mei 2018 dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard.5. De rechtbank is van oordeel dat het beroep kennelijk ongegrond is, zodat voortzetting van het onderzoek niet nodig is.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Snel-van den Hout, rechter, in aanwezigheid vanL. van Zuijlekom, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 19 december 2018.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.