Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit accijns
Artikel 36
Geldend
Geldend vanaf 16-02-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 13-02-2023
- Bronpublicatie:
10-02-2023, Stb. 2023, 51 (uitgifte: 15-02-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-02-2023, terugwerkend tot: 13-02-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2023, Stb. 2023, 51 (uitgifte: 15-02-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
1.
Degene die handel drijft in ruwe tabak dient in het bezit te zijn van een daartoe strekkende vergunning van de inspecteur.
2.
De vergunning wordt op verzoek verleend. In het verzoek wordt opgave gedaan van de plaatsen waar het bedrijf wordt uitgeoefend. In de vergunning worden voorwaarden opgenomen met het oog op het toezicht op de naleving van de wettelijke bepalingen.
3.
Ruwe tabak en monsters van ruwe tabak mogen uitsluitend worden verstrekt aan vergunninghouders van een accijnsgoederenplaats voor tabaksproducten en aan agenten, commissionairs of makelaars in ruwe tabak.
4.
De agent, commissionair of makelaar, die monsters ruwe tabak aan anderen dan vergunninghouders van een accijnsgoederenplaats voor tabaksproducten afstaat, is onderworpen aan de voor handelaren in ruwe tabak geldende bepalingen.
5.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder ruwe tabak mede verstaan gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak.