Einde inhoudsopgave
Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de douane-administraties
Artikel 4 Definities
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2009
- Bronpublicatie:
18-12-1997, Trb. 1998, 174 (uitgifte: 10-07-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2009, Trb. 2009, 94 (uitgifte: 22-06-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Douane (V)
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
- 1.
‘nationale douanevoorschriften’: de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van een lidstaat ter uitvoering waarvan de douaneadministratie van deze lidstaat geheel of gedeeltelijk bevoegdheid bezit, met betrekking tot:
- —
het grensoverschrijdende verkeer van goederen die zijn onderworpen aan verboden, beperkingen of controlemaatregelen, in het bijzonder de maatregelen als bedoeld in de artikelen 36 en 223 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;
- —
niet-geharmoniseerde accijnzen.
- 2.
‘communautaire douanevoorschriften’:
- —
alle bepalingen van communautaire aard en alle bepalingen voor de toepassing van de communautaire voorschriften in verband met de invoer, de uitvoer, de doorvoer en de aanwezigheid van goederen waarin wordt gehandeld tussen de lidstaten en derde landen alsmede tussen de lidstaten onderling voor wat betreft goederen die niet de status van communautaire goederen in de zin van artikel 9, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bezitten of die ter verkrijging van deze status aanvullende controles en onderzoeken dienen te ondergaan;
- —
alle bepalingen die op communautair niveau zijn vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de specifieke voorschriften die ten aanzien van door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen zijn vastgesteld;
- —
alle bepalingen die op communautair niveau zijn vastgesteld ter zake van geharmoniseerde accijnzen en BTW op de invoer, alsmede de nationale bepalingen tot uitvoering daarvan;
- 3.
‘inbreuken’: handelingen in strijd met de nationale dan wel communautaire douanevoorschriften, welke mede omvatten:
- —
de deelneming aan of de poging tot het begaan van dergelijke inbreuken;
- —
de deelneming aan een criminele organisatie die dergelijke inbreuken begaat;
- —
het witwassen van geld dat afkomstig is van de in dit punt vermelde inbreuken;
- 4.
‘wederzijdse bijstand’: het verlenen van bijstand tussen douaneadministraties als bepaald in deze overeenkomst;
- 5.
‘verzoekende autoriteit’: de bevoegde autoriteit van de lidstaat die een verzoek om bijstand indient;
- 6.
‘aangezochte autoriteit’: de bevoegde autoriteit van de lidstaat waaraan een verzoek om bijstand wordt gericht;
- 7.
‘douane-administraties’: de douane-autoriteiten van de lidstaten, alsmede de andere autoriteiten die belast zijn met de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst;
- 8.
‘persoonsgegevens’: alle informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; als identificeerbaar wordt beschouwd een persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificatienummer of van een of meer specifieke elementen die kenmerkend zijn voor zijn of haar fysieke, fysiologische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit;
- 9.
‘grensoverschrijdende samenwerking’: samenwerking tussen douane-administraties met overschrijding van de grenzen van afzonderlijke lidstaten.