Protocol betreffende arbitrage-clausules
1
Geldend
Geldend vanaf 28-07-1924
- Bronpublicatie:
24-09-1923, Stb. 1925, 379 (uitgifte: 28-09-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-07-1924
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-05-1952, Trb. 1952, 73 (uitgifte: 01-01-1952, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
1.
Ieder van de Verdragstaten erkent de geldigheid tusschen partijen, welke onderscheidenlijk onderworpen zijn aan de rechtspraak van verschillende Verdragstaten, van het compromis evenals van de compromissoire clausule waarin de partijen bij een overeenkomst zich verbinden om in zaken van koophandel of ten aanzien van elke andere aangelegenheid, die vatbaar is om geregeld te worden langs den weg van uitspraak van scheidsmannen bij compromis, de geschillen, welke uit bedoelde overeenkomst kunnen voortvloeien, geheel of gedeeltelijk aan een uitspraak van scheidsmannen te onderwerpen, ook wanneer bedoelde uitspraak van scheidsmannen plaats moet hebben in een ander land dan dat aan welks rechtspraak elk van de partijen bij de overeenkomst onderworpen is.
2.
Iedere Verdragstaat behoudt zich de vrijheid voor, de bovenbedoelde verplichting te beperken tot de overeenkomsten, die volgens zijn nationaal recht worden beschouwd als handelsovereenkomsten. De Verdragstaat, die van deze bevoegdheid gebruik maakt, zal den Secretaris-Generaal van den Volkenbond hiermede in kennis stellen, opdat dit aan de andere Verdragstaten zal kunnen worden medegedeeld.