Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 67 [Aandelen; maatschappelijk, geplaatst, gestort kapitaal]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2000
- Bronpublicatie:
08-06-2000, Stb. 2000, 267 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken: 26823)
- Inwerkingtreding
01-09-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2000, Stb. 2000, 289 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
De statuten vermelden het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het aantal en het bedrag van de aandelen in euro tot ten hoogste twee cijfers achter de komma. Zijn er verschillende soorten aandelen, dan vermelden de statuten het aantal en het bedrag van elke soort. De akte van oprichting vermeldt het bedrag van het geplaatste kapitaal en van het gestorte deel daarvan. Zijn er verschillende soorten aandelen dan worden de bedragen van het geplaatste en van het gestorte kapitaal uitgesplitst per soort. De akte vermeldt voorts van ieder die bij de oprichting aandelen neemt de in artikel 86 lid 2 onder b en c bedoelde gegevens met het aantal en de soort van de door hem genomen aandelen en het daarop gestorte bedrag.
2.
Het maatschappelijke en het geplaatste kapitaal moeten ten minste het minimumkapitaal bedragen. Het minimumkapitaal bedraagt vijfenveertigduizend euro. Bij algemene maatregel van bestuur wordt dit bedrag verhoogd, indien het recht van de Europese Gemeenschappen verplicht tot verhoging van het geplaatste kapitaal. Voor naamloze vennootschappen die bestaan op de dag voordat deze verhoging in werking treedt, wordt zij eerst achttien maanden na die dag van kracht.
3.
Het gestorte deel van het geplaatste kapitaal moet ten minste vijfenveertigduizend euro bedragen.
4.
Van het maatschappelijke kapitaal moet ten minste een vijfde gedeelte zijn geplaatst.
5.
Een naamloze vennootschap die is ontstaan voor 1 januari 2002 kan het bedrag van het maatschappelijke kapitaal en het bedrag van de aandelen in gulden vermelden tot ten hoogste twee cijfers achter de komma.