Einde inhoudsopgave
Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998
Artikel 4 Bijzondere bepalingen in verband met de Participatiewet, AOW, IOAW, IOAZ, IOW, TW, Wajong, WAO, WAZ, Wet WIA, Wmo 2015 en ZW
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
27-10-2014, Stb. 2014, 420 (uitgifte: 07-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
06-10-2014, Stb. 2014, 348 (uitgifte: 14-10-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2014, Stb. 2014, 486 (uitgifte: 12-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
06-10-2014, Stb. 2014, 348 (uitgifte: 14-10-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Voor de toepassing van artikel 3, tweede tot en met vijfde lid, van de Participatiewet, artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de AOW, artikel 3, tweede tot en met zesde lid, van de IOAW, artikel 3, tweede tot en met zesde lid, van de IOAZ, artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de TW, artikel 1:1, derde tot en met het zevende lid, van de Wajong, artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de WAO, artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de WAZ, artikel 2, tweede tot en met zesde lid, van de Wet WIA, artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de Wmo, artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de ZW en artikel 2, tweede tot en met zesde lid, van de IOW wordt een registratie als bedoeld in artikel 3 in aanmerking genomen indien deze:
- a.
bij de aanvraag van bijstand, uitkering of voorziening bestaat;
- b.
in een periode van twee jaar voorafgaand aan de aanvraag van bijstand, uitkering of voorziening op enig moment heeft bestaan; dan wel
- c.
gedurende de verlening van bijstand, uitkering of voorziening plaatsvindt.