BNB 2024/118
Prejudiciële vragen. Maximering van vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Overgangsrecht vergoeding van griffierechten
HR 27-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1299, m.nt. A.J.H. van Suilen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 september 2024
- Magistraten
Mrs. Van Eijsden, Punt, Feteris, Boerlage, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
24/00806
- Noot
A.J.H. van Suilen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS984215:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1299, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑09‑2024
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële vragen. Maximering van vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Overgangsrecht vergoeding van griffierechten
Samenvatting
In een WOZ/OZB-zaak zijn het bezwaar en het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard. De gemachtigde heeft namens belanghebbende het Hof verzocht om een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn van de procedure tot en met het Hof. Het Hof is ervan uitgegaan dat de schadevergoeding toekomt aan de gemachtigde en heeft in verband hiermee prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld.
HR: Voor het antwoord op de vragen of de schadevergoeding wordt toegekend als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.