Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 4:15a [Bankierseed]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2015
- Bronpublicatie:
19-11-2014, Stb. 2014, 472 (uitgifte: 05-12-2014, kamerstukken: 33918)
- Inwerkingtreding
01-04-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2014, Stb. 2014, 534 (uitgifte: 19-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een beheerder van een beleggingsinstelling, beleggingsmaatschappij, beheerder van een icbe, maatschappij voor collectieve belegging in effecten, beleggingsonderneming, bewaarder van een icbe, financiëledienstverlener of pensioenbewaarder beschikt over procedures en maatregelen die waarborgen dat natuurlijke personen die in Nederland werkzaam zijn onder haar verantwoordelijkheid en wier werkzaamheden het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden of die zich rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten, een eed of belofte afleggen.
2.
Een financiële onderneming als bedoeld in het eerste lid draagt er zorg voor dat de in dat lid bedoelde eed of belofte wordt nageleefd.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op natuurlijke personen als bedoeld in artikel 4:9 die reeds in het kader van de geschiktheid een eed of belofte afleggen.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de eed of belofte, bedoeld in het eerste lid.