NJB 2017/928
Een ‘onderzoek’ als bedoeld in art. 163 lid 4 WVW 1994: daarvan is slechts sprake indien de waarborgen zijn nageleefd waarmee de wetgever dat onderzoek heeft omringd. Tot die waarborgen behoort niet dat na onderzoek van het afgenomen bloedmonster (onverwijld) aan de verdachte wordt medegedeeld dat hij recht heeft op een tegenonderzoek naar de THC-concentratie in het bloed
HR 04-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:593
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/04304
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:593, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:217, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2016
- Wetingang
(art. 163 WVW 1994)
Essentie
Een ‘onderzoek’ als bedoeld in art. 163 lid 4 WVW 1994: daarvan is slechts sprake indien de waarborgen zijn nageleefd waarmee de wetgever dat onderzoek heeft omringd. Tot die waarborgen behoort niet dat na onderzoek van het afgenomen bloedmonster (onverwijld) aan de verdachte wordt medegedeeld dat hij recht heeft op een tegenonderzoek naar de THC-concentratie in het bloed
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – rijden onder invloed van drugs (cannabinoïden), art. 8 lid 1 en 163 lid 4 WVW 1994
De raadsvrouw heeft gesteld dat het NFI-rapport niet kan dienen als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.