Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 20-08-1979
- Bronpublicatie:
01-02-1971, Trb. 1972, 144 (uitgifte: 29-11-1972, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-08-1979
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-07-1979, Trb. 1979, 111 (uitgifte: 01-01-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
De erkenning of tenuitvoerlegging mag niet worden geweigerd op de enkele grond dat het gerecht van de Staat van herkomst een andere wet heeft toegepast dan die, welke van toepassing zou zijn geweest volgens de regels van internationaal privaatrecht van de aangezochte Staat.
2.
De erkenning of tenuitvoerlegging mag evenwel worden geweigerd wanneer het gerecht van de Staat van herkomst zich om tot zijn beslissing te komen heeft moeten uitspreken over een vraag betreffende de staat of de bevoegdheid van een partij of betreffende haar rechten in andere door artikel 1, tweede lid, nummers 1–4, van de toepassing van het Verdrag uitgesloten zaken en daarbij tot een ander resultaat is gekomen dan zou zijn verkregen als op die vraag de regels van internationaal privaatrecht van de aangezochte Staat zouden zijn toegepast.