M en R 2018/129
Nemen mer-beoordelingsbeslissing moet voorafgaande aan ter inzage leggen ontwerpbestemmingsplan; schending is passeerbaar; B&W en raad zijn beide bevoegd om mer-beoordelingsbeslissing voor bestemmingsplan te nemen; verandering bestaand agrarisch gebruik naar vorm van agrarisch gebruik waarbij spuitzones worden gehanteerd binnen planperiode zodanig onwaarschijnlijk dat hiermee in redelijkheid geen rekening hoeft te worden gehouden bij vaststelling bestemmingsplan.
ABRvS 26-09-2018, ECLI:NL:RVS:2018:3131, m.nt. Julian Kevelam en Marcel Soppe
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
26 september 2018
- Magistraten
Scholten-Hinloopen, Van der Beek-Gillessen en Hoekstra
- Zaaknummer
201800884/1/R6
- Noot
Julian Kevelam en Marcel Soppe
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS34123:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:3131, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 26‑09‑2018
- Wetingang
(art. 7.1 lid 4, 7.19 leden 1 en 2 Wm; art. 2 lid 5 Besluit mer; art. 6:22 Awb)
Essentie
Nemen mer-beoordelingsbeslissing moet voorafgaande aan ter inzage leggen ontwerpbestemmingsplan; schending is passeerbaar; B&W en raad zijn beide bevoegd om mer-beoordelingsbeslissing voor bestemmingsplan te nemen; verandering bestaand agrarisch gebruik naar vorm van agrarisch gebruik waarbij spuitzones worden gehanteerd binnen planperiode zodanig onwaarschijnlijk dat hiermee in redelijkheid geen rekening hoeft te worden gehouden bij vaststelling bestemmingsplan.
Samenvatting
Niet in geschil is dat voor het plan, dat voorziet in een stedelijk ontwikkelingsproject, een vormvrije m.e.r.-beoordeling is vereist. De gemeente is de initiatiefnemer van dat project. Het college is bevoegd het (ontwerp)plan voor te bereiden en de raad is bevoegd het plan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.