FED 2012/1
Het hoger beroep van de inspecteur moet worden geacht mede te zijn gericht tegen de boetebeslissing van de rechtbank omdat uit het hogerberoepschrift het tegendeel niet blijkt
HR 28-10-2011, BN7194 (Beroepschrift), m.nt. J.A. Smit
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 oktober 2011
- Magistraten
Van Vliet, Lourens, Punt, Van Loon, Fierstra
- Zaaknummer
09/04035
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
J.A. Smit
- LJN
BN7194
- JCDI
JCDI:ADS273500:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BN7194, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑10‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑10‑2011
ECLI:NL:PHR:2010:BO0288, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑08‑2010
- Wetingang
Essentie
Het hoger beroep van de inspecteur moet worden geacht mede te zijn gericht tegen de boetebeslissing van de rechtbank omdat uit het hogerberoepschrift het tegendeel niet blijkt
Samenvatting
De wettekst van art. 24a, tweede lid, AWR maakt geen onderscheid naar gelang een belastingplichtige dan wel een inspecteur hoger beroep instelt. Ook uit de wetsgeschiedenis valt niet op te maken dat de wetgever de werking van deze bepaling heeft willen beperken tot de belastingplichtige. Dit betekent dat het hoger beroep van de inspecteur geacht moet worden mede te zijn gericht tegen de beslissing van de rechtbank inzake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.