Einde inhoudsopgave
Pensioenbesluit politieke gezagdragers BES
Artikel 39
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2015
- Bronpublicatie:
04-03-2015, Stb. 2015, 124 (uitgifte: 26-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2015, Stb. 2015, 124 (uitgifte: 26-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Bijzondere onderwerpen pensioenen
1.
Op degene die voorafgaande aan de datum waarop dit besluit in werking treedt tijd heeft doorgebracht als minister, gevolmachtigd minister, staatssecretaris, statenlid of gezaghebber en als zodanig uitzicht of recht heeft op een pensioen op grond van een pensioenregeling, blijft in afwijking van artikel 38 voor het pensioen die regeling van toepassing.
2.
Het bepaalde in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de rechten van nabestaanden, wezen en op overigen met recht op pensioen uit hoofde van hun relatie met degenen, bedoeld in het eerste lid.
3.
Voor degene die op of na de dag van inwerkingtreding van dit besluit tijd doorbrengt als politieke gezagdrager en aan die tijd uitzicht of recht op pensioen ontleent op grond van een pensioenregeling als bedoeld in het eerste lid, telt die tijd niet mee als diensttijd als bedoeld in artikel 12 en blijft gedurende die tijd artikel 31 buiten toepassing.
4.
In afwijking van de in het eerste lid bedoelde regelingen heeft de weduwe, weduwnaar en wees recht op pensioen indien de politieke gezagsdrager na het bereiken van de zestig jarige leeftijd in het huwelijk is getreden, mits dat huwelijk voorafgaande aan diens ontslag is gesloten.