Einde inhoudsopgave
Richtlijn 96/22/EG betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van β-agonisten en tot intrekking van de Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 14-10-2003
- Bronpublicatie:
22-09-2003, PbEU 2003, L 262 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/74/EG)
- Inwerkingtreding
14-10-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2003, PbEU 2003, L 262 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/74/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
In afwijking van artikel 3, onder a), en onverminderd artikel 2, kunnen de lidstaten toestaan dat — voor zoötechnische doeleinden — aan landbouwhuisdieren andere geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met oestrogene werking dan 17β-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan, of geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met androgene of gestagene werking worden toegediend die overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (*) zijn toegestaan. Deze geneesmiddelen moeten door een dierenarts aan duidelijk geïdentificeerde dieren worden toegediend en de behandeling wordt door de verantwoordelijke dierenarts overeenkomstig artikel 4, punt 1, geregistreerd.
De Lid-Staten kunnen echter toestaan dat de bronstsynchronisatie en de voorbereiding van donor- en receptordieren op een embryotransplantatie niet door de dierenarts zelf, maar onder diens verantwoordelijkheid plaatsvinden.
Voor wat aquacultuurdieren betreft kunnen de jonge vissen met het oog op geslachtsverandering gedurende de eerste drie maanden worden behandeld met geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met androgene werking, die overeenkomstig de Richtlijnen 81/851/EEG en 81/852/EEG zijn toegestaan.
In de in het onderhavige artikel bedoelde gevallen geeft de dierenarts een eenmalig voorschrift met vermelding van de beoogde behandeling en van de benodigde hoeveelheid van het produkt, waarbij hij de voorgeschreven produkten registreert.
Bij gebruiksdieren, met inbegrip van voor de fokkerij afgeschreven fokdieren tijdens de vetmestingsperiode, mag evenwel geen zoötechnische behandeling worden toegepast.
Voetnoten
PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1.