Burgerlijk Wetboek Boek 1
Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1:Artikel 236 [Intrekking]
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 236 [Intrekking]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-03-2009
- Bronpublicatie:
27-11-2008, Stb. 2008, 500 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 30145)
- Inwerkingtreding
01-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-02-2009, Stb. 2009, 56 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
1.
Een verleende handlichting kan door de kantonrechter worden ingetrokken, indien de minderjarige daarvan misbruik maakt of er gegronde vrees bestaat dat hij dit zal doen.
2.
De intrekking geschiedt op verzoek van een van de ouders van de minderjarige, voor zover deze het gezag over hem uitoefenen en met inachtneming van artikel 253a, eerste lid, of op verzoek van de voogd.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.