Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart
Artikel 85 Scheidsrechterlijke procedure
Geldend
Geldend vanaf 04-04-1947
- Bronpublicatie:
07-12-1944, Stb. 1947, H 165 (uitgifte: 04-07-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-04-1947
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1954, Trb. 1954, 18 (uitgifte: 01-01-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Douane (V)
Indien een Verdragsluitende Staat, partij bij een geschil waarbij tegen de beslissing van de Raad beroep is aangetekend, het Statuut van het Permanente Hof van Internationale Justitie niet heeft aanvaard en de Verdragsluitende Staten, partij bij het geschil, niet tot overeenstemming kunnen komen omtrent de keuze van een scheidsgerecht, dient elke van de Verdragsluitende Staten, partij bij het geschil, één arbitrant te benoemen, die een scheidsman aanwijst. Indien één der Verdragsluitende Staten, partij bij het geschil, in gebreke blijft een arbitrant te benoemen binnen een termijn van drie maanden na de dag van het beroep, wordt voor die Staat een arbitrant benoemd door de Voorzitter van de Raad uit een door de Raad gehouden lijst van kundige en beschikbare personen. Indien binnen een termijn van dertig dagen de arbitranten niet tot overeenstemming kunnen komen omtrent een scheidsman, wijst de Voorzitter van de Raad een scheidsman aan uit de vorenbedoelde lijst. De arbitranten en de scheidsman vormen dan gezamenlijk een scheidsgerecht. Een scheidsgerecht, ingesteld op grond van dit of van het voorgaande artikel, stelt zijn eigen werkwijze vast en geeft zijn beslissing bij meerderheid van stemmen, met dien verstande dat de Raad, in geval van naar zijn oordeel buitensporige vertraging, de procesgang kan bepalen.