Einde inhoudsopgave
Regeling diergeneeskundigen
Artikel 5.10 Gevallen waarin melding wordt gedaan
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Bronpublicatie:
26-02-2021, Stcrt. 2021, 10556 (uitgifte: 03-03-2021, regelingnummer: WJZ/ 20245904)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2021, Stcrt. 2021, 10556 (uitgifte: 03-03-2021, regelingnummer: WJZ/ 20245904)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
De melding, bedoeld in artikel 5.8, eerste lid, van het besluit, wordt gedaan van het voorschrijven ten behoeve van de aflevering van antimicrobiële diergeneesmiddelen voor toepassing bij en van de toepassing van antimicrobiële diergeneesmiddelen bij:
- a.
kippen of kalkoenen, indien de houder van deze dieren 250 of meer kippen of kalkoenen houdt ten behoeve van de productie van vlees, consumptie-eieren of broedeieren;
- b.
runderen, indien de houder van deze dieren 5 of meer runderen houdt ten behoeve van de productie van melk of vlees;
- c.
kalveren, indien de houder van deze dieren 5 of meer kalveren houdt ten behoeve van de productie van vlees;
- d.
varkens, indien de houder van deze dieren 5 of meer varkens houdt ten behoeve van de productie van vlees;
- e.
konijnen, indien de houder van deze dieren 250 of meer konijnen houdt ten behoeve van de fokkerij of de productie van vlees;
- f.
geiten, indien de houder van deze dieren 25 of meer geiten houdt ten behoeve van de fokkerij of de productie van melk of vlees.