Einde inhoudsopgave
Penitentiaire beginselenwet
Artikel 25 [Afzondering in andere inrichting of afdeling]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
24-01-2018, Stb. 2018, 38 (uitgifte: 16-02-2018, kamerstukken: 32398)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, Stb. 2018, 498 (uitgifte: 24-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
1.
Indien de tenuitvoerlegging van de afzondering in de inrichting of afdeling waarin zij is opgelegd op ernstige bezwaren stuit, kan zij in een andere inrichting of afdeling worden ondergaan.
2.
Indien de directeur van oordeel is dat van de in het eerste lid bedoelde omstandigheid sprake is, plaatst hij in overeenstemming met Onze Minister de gedetineerde over.
3.
Over de verlenging van de afzondering, waarvan de tenuitvoerlegging plaatsvindt in een andere inrichting of afdeling, beslist de directeur van de inrichting of afdeling waarin de afzondering was opgelegd, in overeenstemming met Onze Minister en gehoord de directeur van de inrichting of afdeling waar de tenuitvoerlegging van de afzondering plaatsvindt.
4.
Onze Minister stelt nadere regels omtrent de procedure van overplaatsing en van verlenging van de afzondering ingevolge het tweede onderscheidenlijk het derde lid.