Einde inhoudsopgave
Avarij-Grosse Regels IVR
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2006
- Bronpublicatie:
01-06-2006, Internet 2006, www.ivr.nl (uitgifte: 01-06-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-06-2006, Internet 2006, www.ivr.nl (uitgifte: 01-06-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Expertise: bewijs
Het in Regel XIII geformuleerde beginsel vindt men terug in het BSG (par. 85 jo par. 709 en par. 712 HGB), nl. het beginsel dat elke aanvraag tot toelating in avarij-grosse moet steunen op een expertiserapport. Dit rapport moet niet slechts een opsomming geven van de opofferingen; het moet tevens de aard, het bedrag en de oorzaak van de schaden vermelden. Zo dient b.v. de expert in geval van brand onderscheid te maken tussen brand- en blusschaden. De Regel onderscheidt schade aan goederen en schade aan het schip; voor beide belangen echter is de voorgeschreven wijze van expertise dezelfde; de expertise dient zo vlug mogelijk te geschieden; beide partijen (schip en lading) moeten eraan kunnen deelnemen en beide partijen moeten de gelegenheid hebben bezwaren te uiten.
Lading
Wat belanghebbenden bij de lading betreft zij opgemerkt, dat deze slechts één tegenpartij hebben: de eigenaar van het schip; aan hem is gemakkelijk gelegenheid te geven tot deelneming aan de expertise. De eerste alinea van paragraaf a) van lid 1 van Regel XIII bepaalt, dat de expertise moet plaatsvinden zo spoedig moegelijk[lees: mogelijk] na aflevering van de goederen. Deze verplichting wordt aanzienlijk verzacht door de laatste alinea van diezelfde paragraaf, waarin wordt bepaald dat de aanvraag tot expertise binnen een termijn van acht dagen moet worden ingediend. Deze termijn van acht dagen heeft dus geen betrekking op de expertise zelf, maar slechts op de aanvraag tot expertise. De sanctie aan het einde van de alinea wordt derhalve niet toegepast, wanneer de expertise niet heeft plaatsgehad binnen acht dagen, maar uitsluitend wanneer de ontvanger zelfs niet de moeite heeft genomen om een expertise aan te vragen. In feite is de sanctie op dit verzuim niet erg zwaar: de eigenaar van de goederen verliest daardoor niet zijn recht; er wordt, behoudens tegenbewijs, slechts verondersteld, dat de goederen in goede staat zijn afgeleverd. In dit verband zouden wij in herinnering willen brengen het beginsel, dat degene, die toelating tot avarij-grosse vraagt, ook het bewijs moet leveren dat hij daartoe gerechtigd is. Insgelijks moet hij, die toelating aanvraagt, of er nu een expertise heeft plaatsgevonden of niet, altijd het bewijs leveren, dat zijn aanvraag gegrond is. Met zekerheid kan echter worden aangenomen dat de dispacheur weinig geneigd zal zijn kosten of schaden toe te laten, die niet zijn opgenomen in een expertiserapport, dat is opgemaakt volgens de bepalingen van Regel XIII; hij zal dan ook zwaardere eisen stellen al naarmate de aanvrager de bepalingen van deze Regel niet heeft geëerbiedigd. Ook indien de vervoerder niet behoorlijk is uitgenodigd tot deelneming aan de expertise, zal de bewijslast altijd drukken op ladingbelanghebbenden; het ligt echter voor de hand dat een expertise, gedaan buiten medeweten van de vervoerder veel minder bewijskracht zal hebben dan een expertise, die in zijn tegenwoordigheid is geschied.
Schip
Paragraaf b) van Regel XIII betreft de expertise van het schip.
Ook daar moet de expertise zo vlug mogelijk geschieden, zelfs vóór het begin van een nieuwe reis. In dit opzicht houdt de Regel rekening met de moeilijkheden, die de vervoerder zou kunnen ondervinden en die verband houden met de exploitatie van zijn schip. Maar men houde in het oog, dat belanghebbenden bij de lading moeten worden ingelicht omtrent aanvragen tot toelating als avarij-grosse voor schaden, die het schip heeft opgelopen. De Regel bepaalt in dit opzicht, dat de vervoerder niet gehouden is alle ontvangers afzonderlijk op te roepen; een eenvoudige aantekening op het compromis is voldoende. Desgewenst kunnen de ontvangers aan de expertise deelnemen; het is duidelijk, dat ook in dit geval een contradictoire expertise meer bewijskracht zal hebben dan een expertise, die eenzijdig door de belanghebbende bij het schip is gehouden.
Gebrek aan overeenstemming tussen experts
Tenslotte geeft Regel XIII een voorziening voor het in de praktijk zeldzame geval dat de experts van partijen het niet eens kunnen worden. Een expert-arbiter, benoemd door de Voorzitter van de Avarij-Commissie van de IVR, zal dan in hoogste instantie beslissen.