Rb. Haarlem, 27-06-2008, nr. 146481 - KG ZA 08-294
ECLI:NL:RBHAA:2008:BD6672
- Instantie
Rechtbank Haarlem
- Datum
27-06-2008
- Zaaknummer
146481 - KG ZA 08-294
- LJN
BD6672
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBHAA:2008:BD6672, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 27‑06‑2008; (Voorlopige voorziening)
- Vindplaatsen
AR-Updates.nl 2008-0460
VAAN-AR-Updates.nl 2008-0460
Uitspraak 27‑06‑2008
Inhoudsindicatie
Vordering tot inzage van in beslag genomen computer en andere administratieve gegevens, nadat met verlof van vz rechter bewijsbeslag ex art. 843a Rv. is gelegd. In conventie: de vordering waarvoor beslag is gelegd, een door gedaagde gepleegde onrechtmatige daad, moet kennelijk merendeels nog onderbouwd worden met de "opbrengsten" van het beslag. Het gaat in casu om een "fishing expedition" waartoe de procedure ex 843a Rv. zich uitdrukkelijk niet leent. In reconventie: belangenafweging, nu beslagene op zich geen hinder ondervindt van het beslag; geen opheffing van het beslag, niet uitgesloten kan worden dat de bodemrechter, hetzij vanwege nieuw opduikende gegevens, hetzij vanwege een andere juridische waardering van de feiten en de mogelijkheden van bewijsbeslag ex 843a Rv, anders zal oordelen. In dat geval zou een beslissing tot opheffing van het beslag en teruggave van de stukken zodanig irreparabel zijn dat dit aan toewijzing van de vordering van gedaagde in de weg staat.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 146481 / KG ZA 08-294
Vonnis in kort geding van 27 juni 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALGEMENE LEASEMAATSCHAPPIJ AUTOPLANNING B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. A.M. Verbrugge,
tegen
[Gedaagde],
wonende te Oostzaan,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
procureur mr. M. Middeldorp,
advocaat mr. R.S. Jelsma te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Autoplanning en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de dagvaarding
- -
de mondelinge behandeling
- -
de pleitnota van Autoplanning
- -
de pleitnota van [gedaagde]
- -
de eis in reconventie
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
Autoplanning exploiteert een autoleasebedrijf te Almere. Sinds 24 februari 1997 is [gedaagde] in dienst van Autoplanning.
2.2.
Partijen hebben een arbeidsovereenkomst gesloten. In de arbeidsovereenkomst is geen concurrentiebeding opgenomen maar wel een geheimhoudingsverplichting. Artikel 14 van de arbeidsovereenkomst bepaalt:
“Zowel gedurende als na het einde van de dienstbetrekking zal werknemer volstrekte geheimhouding betrachten ten aanzien van alle gegevens die omtrent werkgever en de activiteiten van werkgever en met werkgever gelieerde ondernemingen bekend zijn. Deze geheimhoudingsplicht omvat tevens alle gegevens van klanten of andere relaties van werkgever, waarvan werknemer uit hoofde van zijn functie kennis neemt. Werknemer is er mee bekend dat in geval van overtreding van deze bepaling, werkgever terstond een volledige schadevergoeding zal vorderen.”.
2.3.
Op 21 januari 2008 heeft [gedaagde] zich ziek gemeld nadat begin januari 2008 een woordenwisseling tussen [gedaagde] en de directeur van Autoplanning had plaatsgevonden. Partijen hebben een mediationtraject opgestart maar de mediationgesprekken hebben niet tot resultaat geleid. Bij brief van 25 april 2008 heeft de advocaat van [gedaagde] Autoplanning medegedeeld dat hij op korte termijn namens [gedaagde] een verzoekschrift zal indienen tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst en voorts in een separate procedure nakoming van een winstdelingsregeling zal vorderen.
2.4.
Bij brief van 8 mei 2008 heeft Autoplanning [gedaagde] ontslag op staande voet aangezegd. In deze brief voert Autoplanning onder meer het volgende aan:
“(…) Cliënte heeft vastgesteld dat u, als werknemer in loondienst bij Autoplanning, rechtstreeks betrokken bent geweest bij de oprichting van Connect Autolease B.V., gevestigd te Utrecht, een vennootschap die exact dezelfde activiteiten gaat ondernemen als die van Autoplanning en daarmee ten aanzien van Autoplanning concurrerend opereert. Voorts is cliënte gebleken dat u de activiteiten van deze concurrerende vennootschap zelf verder actief ontwikkelt.
Zo stelt Autoplanning vast dat u ten behoeve van genoemde vennootschap rechtstreeks klanten van cliënte benadert, (potentiële) klanten niet doorverwijst naar Autoplanning, gebruikmakend van gegevens die u uit hoofde van uw functie bij Autoplanning verkrijgt, waaronder klanteninformatie, door cliënte bij klanten uitgebrachte offertes en een veelheid aan overige interne informatie.
Het feit dat u deze stappen onderneemt terwijl u in loondienst bent bij cliënte acht ik jegens cliënte absoluut onrechtmatig. Bovendien schendt u hiermee de geheimhoudingsverplichting zoals deze voor u geldt en onder meer voortvloeit uit de met u gesloten arbeidsovereenkomst.
(…)
Het een en ander heeft geleid tot een onherstelbare vertrouwensbreuk op grond waarvan cliënte thans niet meer kan worden verwacht het dienstverband met u in stand te houden. De feiten en omstandigheden zoals cliënte die nu heeft moeten vaststellen leveren haar een dringende reden op voor een ontslag op staande voet.(…)”.
2.5.
Autoplanning heeft vervolgens de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht onder [gedaagde] conservatoir bewijsbeslag te mogen leggen op roerende zaken, met name op computergegevens en andere administratieve gegevens. Tevens heeft zij verzocht deze gegevens te kopiëren en in gerechtelijke bewaring te geven. Het verlof hiertoe is op 15 mei 2008 verleend.
2.6.
Op 16 mei 2008 is onder [gedaagde] op zijn huisadres […] op genoemde zaken beslag tot afgifte gelegd en zijn de gegevens in gerechtelijke bewaring gegeven aan Gerechtsdeurwaarderskantoor Schoonebeek B.V. In het proces-verbaal van de gerechtsdeurwaarder is met betrekking tot de beslaglegging onder meer opgenomen:
“(…)Ter plaatse trof ik echter niemand aan die mij toegang tot de woning kon verlenen en de gerequestreerde rechtsgeldig kon vertegenwoordigen. Ik heb mij daarom gewend tot de hulpofficier van justitie. Daarna heeft een slotenmaker op mijn verzoek het slot van de achterdeur geforceerd en heb ik mij samen met de hulpofficier van justitie en [bedrijfsrecheurcheur], als bedrijfsrechercheur forensische dienstverlening werkzaam voor Hofman bedrijfsrecherche te Almere, om 10.15 uur begeven in voormelde woning.
Na het binnentreden van voornoemde woning kwam [echtgenote], de echt-en huisgenote van [gedaagde], ter plaatse. Ik heb haar het doel van mijn komst medegedeeld.
(…)
Omdat de beslaglegging voor [echtgenote] grote spanningen teweeg brachten die niet bevorderlijk waren voor haar gezondheidstoestand, heb ik aangegeven de hierboven genoemde zaken onder mij te nemen en dat niet in haar woning, doch op mijn kantoor door de deskundige kopieën zullen worden vervaardigd.
Vervolgens heb ik voormelde woning verlaten en mij begeven naar mijn kantoor te Zaandam. Aldaar heeft de deskundige onder mijn toezicht een exacte kopie van de harde schijf van de pc gemaakt door middel van het vervaardigen van een zogenaamde “disk-image”op een nieuwe harde schijf. Deze schijf is tevens door de deskundige versleuteld en kan dus niet meer worden gewijzigd.
Deze harde schijf is door mij verzegeld en vervolgens afgegeven aan de gerechtelijk bewaarder.
Tevens heeft de deskundige een kopie gemaakt van een viertal relevante documenten uit de ordners. Deze documenten heb ik in een verzegelde envelop afgegeven aan de gerechtelijk bewaarder (…)”.
3. Het geschil in conventie
3.1.
Autoplanning vordert, na wijziging van eis buiten processueel bezwaar van [gedaagde] -samengevat-:
- I.
Autoplanning, binnen twee dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, inzage of uittreksel te verschaffen in de zich bij gerechtsdeurwaarderskantoor Schoonebeek te Zaandam in gerechtelijke bewaring bevindende kopieën van de op 16 mei 2008 bij gedaagde in zijn woning […] in beslag genomen zaken, voor zover het betreft:
- -
de onderlinge en/of rechtstreekse correspondentie (w.o. het mailverkeer) tussen [gedaagde], [A], [B] en Connect Autolease betreffende Autoplanning en/of relaties van Autoplanning;
- -
alle bedrijfsinformatie van Autoplanning zelf, hetgeen omvat klantenlijsten, prijslijsten, kostenstaten, rekenmethoden, interne memo’s en alle overige gegevens waarvan (ook achteraf) is af te leiden dat deze van Autoplanning afkomstig zijn,
door de terzake onafhankelijke deskundige, de heer drs. M. Westerhout van Hofman Bedrijfsrecherche B.V. te Almere, dan wel een van zijn medewerkers, onderzoek te laten doen aan de in beslaggenomen zaken,
- II.
[gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
Autoplanning legt aan haar vordering het vermoeden ten grondslag dat [gedaagde] beschikt over haar in eigendom toebehorende vertrouwelijke informatie. Autoplanning is van mening dat zij in staat moet worden gesteld deze informatie en gegevens veilig te stellen en terug te krijgen, althans dat zij in beeld moet kunnen krijgen in hoeverre [gedaagde] en eventuele derden hiervan misbruik maken en/of in hoeverre zij hierdoor schade lijdt. Tevens is Autoplanning van mening dat zij in de gelegenheid gesteld moet worden de reeds aan haar toegebrachte schade te kunnen vaststellen. Daarbij is Autoplanning van mening dat het bewijsmateriaal voor de stellingen van Autoplanning -dat [gedaagde] samen met [A] en [B], reeds geruime tijd doende was en derhalve nog tijdens loondienstverband een met Autoplanning concurrerende leasemaatschappij op te richten - zich bij [gedaagde] bevindt.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1.
[gedaagde] vordert samengevat -:
- I.
Autoplanning op straffe van verbeurte van een dwangsom te bevelen binnen twee dagen na het in deze te wijzen vonnis het conservatoir beslag op de bescheiden op te heffen en er voor zorg te dragen dat Gerechtsdeurwaarderskantoor Schoonebeek B.V. voornoemde bescheiden binnen twee dagen na het in deze te wijzen vonnis zal hebben geretourneerd aan het woonadres van [gedaagde],
- II.
Autoplanning te veroordelen in de kosten van dit geding.
4.2.
[gedaagde] legt aan zijn vordering ten grondslag dat het Autoplanning aan een rechtmatig belang ontbreekt om het gelegde beslag te handhaven.
4.3.
Autoplanning voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling in conventie
5.1.
Ten gronde heeft [gedaagde] aangevoerd dat er van enig onrechtmatig handelen jegens Autoplanning geen sprake is. Daartoe voert [gedaagde] allereerst aan dat hij geen oprichter is van Connect Autolease. Voorts heeft [gedaagde] aangevoerd dat de e-mails waar Autoplanning zich op beroept door Autoplanning in een volledig verkeerde context zijn geplaatst. Tevens stelt [gedaagde] dat het door Autoplanning overgelegde besprekingsverslag met financier DFM, in strijd is met de waarheid.
5.2.
Daargelaten de vraag of, bij gebreke van een concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst, de (gestelde) handelswijze van [gedaagde] in de gegeven omstandigheden als onrechtmatig kan worden aangemerkt, heeft het volgende te gelden. Indien een verzoek tot het leggen van een zogenaamd bewijsbeslag wordt gedaan, vindt in beginsel geen wederhoor plaats, dit ter voorkoming van het gevaar dat bewijs tengevolge van die wederhoor zoekraakt of zoekgemaakt wordt. Dat is een noodzakelijke inbreuk op het in de rechtspraak geldende principiële beginsel dat hoor en wederhoor moet worden toegepast voordat wordt beslist.
5.3.
In het onderhavige kort geding heeft die hoor en wederhoor daarom achteraf alsnog plaatsgevonden. Daarbij dient de voorzieningenrechter de vraag te beantwoorden of - in het theoretische geval dat die wederhoor voorafgaande aan het verlof wel had plaatsgehad - het verlof tot bewijsbeslag zou zijn verleend. Het antwoord op deze vraag dient in casu zonder meer ontkennend worden beantwoord.
5.4.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde] voorshands de stellingen van Autoplanning voldoende heeft kunnen weerleggen. Uit het door Autoplanning overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt niet dat [gedaagde] bestuurder van Connect Autolease is. Ook uit de door [gedaagde] overgelegde oprichtingsakte blijkt niet dat [gedaagde] oprichter of bestuurder van Connect Autolease is.
5.5.
De door Autoplanning overgelegde e-mails zijn door Autoplanning in een voor [gedaagde] negatieve context geplaatst, maar uit de e-mails zelf blijkt niet dat sprake is van onrechtmatig handelen door [gedaagde]. Ook aan het door Autoplanning overgelegde besprekingsverslag kan niet al te veel waarde worden gehecht nu dit verslag slechts een eenzijdige weergave van het gesprek tussen DFM en Autoplanning is en bovendien is opgesteld door Autoplanning zelf. Een verklaring van DFM zelf over de inhoud van dit gesprek ontbreekt.
5.6.
De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat het door Autoplanning aangedragen bewijsmateriaal in het licht van het verweer van [gedaagde] veel te mager is voor een zwaar middel als het onderhavige bewijsbeslag. Daarbij is ook van belang dat uit het verslag van de deurwaarder valt te lezen hoe ingrijpend een dergelijk beslag kan zijn en in dit geval ook is geweest. Voor een gewone burger moet het lastig zijn een bezoek van de deurwaarder - waarbij in aanwezigheid van de politie de deur van een woning wordt geforceerd en daarna de administratie wordt doorzocht - te onderscheiden van een strafrechtelijke zoeking in een woning.
5.7.
In het midden kan blijven de (principiële) vraag of art 843 a Rv. een deugdelijke wettelijke basis vormt voor een dergelijk bewijsbeslag, zoals art 1019 b Rv. die wèl biedt voor bewijsbeslag in intellectuele eigendom kwesties. De voorzieningenrechters in den lande oordelen daar verschillend over; het is thans dan ook wachten op uitspraken op dit punt van de gerechtshoven of de Hoge Raad.
5.8.
In dit geval gaat het evenwel om een arbeidsgeschil tussen Autoplanning en [gedaagde], welk geschil geresulteerd heeft in een ontslag op staande voet. Dit ontslag op staande voet wordt gegrond op verwijten die weinig feitelijke basis lijken te hebben en is gevolgd door een, niet geheel ten onrechte als justitiële overval ervaren, beslaglegging. De vordering waarvoor beslag is gelegd, een door [gedaagde] gepleegde onrechtmatige daad, moet kennelijk merendeels nog onderbouwd worden met de "opbrengsten" van het beslag. Het gaat hier dus om een "fishing expedition" waartoe de procedure ex 843a Rv. zich uitdrukkelijk niet leent.
5.9.
Gelet op vorenstaande moeten de door middel van het beslag thans nog bij de bewaarder "bevroren" resultaten van het beslag dan ook voorshands als onrechtmatig verkregen worden beschouwd. De openbaarmaking daarvan, ook in de beperkte vorm zoals door Autoplanning voorgesteld, kan daarom (zeker in kort geding) niet worden toegestaan. De vordering van Autoplanning zal daarom worden afgewezen.
5.10.
Autoplanning zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- -
vast recht EUR 254,00
- -
salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.070,00
6. De beoordeling in reconventie
6.1.
Alhoewel hetgeen hierboven in conventie is overwogen normaal gesproken tot toewijzing van de in reconventie ingestelde vordering zou moeten leiden, overweegt de voorzieningenrechter in dit kort geding als volgt. Ter zitting is gebleken dat de teruggave van de in beslag genomen bescheiden door [gedaagde] met name uit principiële redenen wordt gevorderd. [gedaagde] heeft daartoe aangevoerd dat hij dit onrechtmatige beslag niet hoeft te dulden, want het verlof had, (achteraf gezien, en dus theoretisch) niet verleend mogen worden.
6.2.
Op dit punt dient evenwel een belangenafweging te worden gemaakt. Vast staat dat [gedaagde] op zich geen last heeft van het feit dat de in beslag genomen gegevens zich - "bevroren" - onder de deurwaarder bevinden. Het principiële standpunt van [gedaagde] is niet onbegrijpelijk, maar moet toch wijken voor het gegeven dat, nu [gedaagde] geen hinder ondervindt van het beslag, het aan de bodemrechter is om te beslissen of de vruchten van het beslag in de bodemprocedure gebruikt mogen worden. Ook in een geval als het onderhavige is immers niet uitgesloten dat de bodemrechter, hetzij vanwege nieuw opduikende gegevens, hetzij vanwege een andere juridische waardering van de feiten en de mogelijkheden van bewijsbeslag ex 843a Rv, anders zal oordelen. In dat geval zou een beslissing tot teruggave zodanig irreparabel zijn dat dit aan toewijzing van de vordering van [gedaagde] in de weg staat. De vordering van [gedaagde] wordt dan ook afgewezen.
6.3.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Autoplanning worden echter begroot op nihil, nu aan dit aspect van de zaak slechts geringe aandacht is besteed ter zitting.
7. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie
7.1.
weigert de voorziening,
7.2.
veroordeelt Autoplanning in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op EUR 1.070,00,
7.3.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
7.4.
wijst de vorderingen af,
7.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Autoplanning tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.S. Röell en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2008.?