HR, 30-03-2021, nr. 20/00581
ECLI:NL:HR:2021:485
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30-03-2021
- Zaaknummer
20/00581
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2021:485, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑03‑2021; (Cassatie, Beschikking)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:27
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2021-0081
Uitspraak 30‑03‑2021
Inhoudsindicatie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op (digitale) gegevens onder klagers t.z.v. verdenking van valsheid in geschrift, oplichting en bedrog met handelsnaam of -merk bij aanbieden van betaalde sms-diensten n.a.v. Belgisch en Frans rechtshulpverzoek. Heeft Rb verzuimd last tot vernietiging van gegevens a.b.i. art. 552a.10 Sv te geven? Klaagschrift bevat verzoek a.b.i. art. 552a.2 Sv tot vernietiging van (digitale) gegevens die o.g.v. art. 125i Sv zijn vastgelegd tijdens doorzoeking van kantoorpand van de klagers. Rb heeft dat verzoek gedeeltelijk gegrond verklaard, namelijk v.zv. het betreft “niet definitieve en niet volledig uitgefilterde kopieën van het digitale beslag (de A en B kopieën van de inbeslaggenomen server)” maar verzuimd de in art. 552a.10 Sv bedoelde last te geven. HR herstelt dit verzuim en gelast vernietiging van die gegevens. Samenhang met 20/00615 B.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/00581 Bv
Datum 30 maart 2021
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 19 november 2019, nummers RK 16/8620, RK 16/8621 en RK 16/8622, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[belanghebbende 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
[belanghebbende 2] (thans [A]),
gevestigd te Almere,
en
[belanghebbende 3],
gevestigd te Almere,
hierna: de klagers.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klagers. Namens deze heeft L.E.G. van der Hut, advocaat te ’s-Gravenhage, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beschikking in de beklagzaak met zaaknummer 20/00581 Bv, doch uitsluitend ten aanzien van de daarin genomen beslissing tot opheffing van het beslag en dat de Hoge Raad, doende wat de rechtbank had behoren te doen, de vernietiging van de nog niet uitgefilterde kopieën zal bevelen, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
2.1
Het cassatiemiddel klaagt onder meer dat de rechtbank, die het beklag gedeeltelijk gegrond heeft verklaard, heeft verzuimd de in artikel 552a lid 10 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) bedoelde last te geven.
2.2
“2. De belanghebbenden kunnen schriftelijk verzoeken om vernietiging van gegevens, vastgelegd tijdens een doorzoeking of op vordering verstrekt.
(...)
10. Acht het gerecht het beklag of het verzoek gegrond, dan geeft het de daarmede overeenkomende last.”
2.3
Het klaagschrift bevat een verzoek als bedoeld in artikel 552a lid 2 Sv tot vernietiging van de (digitale) gegevens die op grond van artikel 125i Sv zijn vastgelegd tijdens de doorzoeking van het aan het [b-straat] te [plaats] gelegen kantoorpand van de klagers. De rechtbank heeft blijkens de beschikking, zoals weergegeven in de conclusie van de advocaat-generaal onder 9.7, dat verzoek gedeeltelijk gegrond verklaard, namelijk voor zover het betreft “de niet definitieve en niet volledig uitgefilterde kopieën van het digitale beslag (de A en B kopieën van de op het [b-straat] in beslag genomen server)”.De rechtbank heeft echter verzuimd de in artikel 552a lid 10 Sv bedoelde last te geven. De klacht is terecht voorgesteld. De Hoge Raad zal dit verzuim herstellen.
3. Beoordeling van de cassatiemiddelen voor het overige
De Hoge Raad heeft ook de overige klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
4. Beslissing
De Hoge Raad:
- gelast de vernietiging van “de niet definitieve en niet volledig uitgefilterde kopieën van het digitale beslag (de A en B kopieën van de op het [b-straat] in beslag genomen server)”;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 maart 2021.