NJB 2018/2309:Bij witwassen ‘verhullen’ van de herkomst van geldbedragen de herkomst, terwijl verdachte “wist of begreep” dat deze geldbedragen ‘afkomstig waren uit enig misdrijf’, art. 435c lid 1 onder a SrNA (vgl. art. 420bis lid 1 onder a Sr): in situatie waarin niet is bewezen dat de verdachte bekend was met de specifieke aard van dat misdrijf – te weten: de ambtelijke omkoping van haar mededader en partner, toenmalig minister-president van Curaçao – waardoor het geld is verkregen, kon het hof oordelen dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de op haar rekening ontvangen geldbedragen uit misdrijf afkomstig waren. De omstandigheid dat de verdachte ervan uitging dat die (uit misdrijf afkomstige) geldbedragen strekten ter ondersteuning van de politieke activiteiten van haar mededader, doet daaraan niet af