Hof 's-Gravenhage, 31-10-2012, nr. 22-003354-10
ECLI:NL:GHSGR:2012:BY1795, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
31-10-2012
- Zaaknummer
22-003354-10
- LJN
BY1795
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2012:BY1795, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 31‑10‑2012; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:3081, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Wetingang
art. 179 Wetboek van Strafrecht; art. 282 Wetboek van Strafrecht; art. 282a Wetboek van Strafrecht; art. 285 Wetboek van Strafrecht; art. 289 Wetboek van Strafrecht; art. 312 Wetboek van Strafrecht; art. 317 Wetboek van Strafrecht
Uitspraak 31‑10‑2012
Inhoudsindicatie
Verdachte veroordeeld tot 10 jaar en 6 maanden gevangenisstraf wegens voorbereidingshandelingen voor diverse strafbare feiten, waaronder brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen, moord, diefstal met geweld en/of afpersing, gijzeling en opzettelijke vrijheidsberoving, alsmede wegens enkele WWM-feiten, bedreiging, poging tot ambtsdwang en een diefstal met geweld.
Partij(en)
Rolnummer: 22-003354-10
Parketnummers: 10-600089-06 en 10-600136-07
Datum uitspraak: 31 oktober 2012
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam, nevenzittingsplaats 's-Gravenhage, van 12 april 2010 in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
thans gedetineerd in de PI Vught - Extra Beveiligde Inrichting (EBI) - te Vught.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van
- 28.
januari 2011 en 11 mei 2011. Het onderzoek is opnieuw aangevangen op de terechtzitting van
25 september 2012 en is na onderbrekingen van het onderzoek voortgezet op 2, 8, 12 en 17 oktober 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 3 primair
en subsidiair en 4 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 2, 5, 6 primair en 7 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na de wijzigingen van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep - zakelijk weergegeven ten laste gelegd dat:
- 1.
hij in de periode van 12 december 2001 tot en met 12 mei
ter voorbereiding van de volgende misdrijven:
- -
opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is,
- -
opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten is,
- -
opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan levensgevaar voor (een) ander(en) te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft,
- -
moord,
- -
diefstal met geweldpleging en/of afpersing,
- -
gijzeling,
- -
wederrechtelijke vrijheidsberoving,
opzettelijk voorwerpen en stoffen en informatiedragers heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
[A] Pyrotechnische mengsels (zg. SAS-sen)
en/of
[B] Grondstoffen voor pyrotechnische mengsels
en/of
[C] Grondstoffen voor de springstof TATP
en/of
[D] Grondstoffen voor andere springstoffen
en/of
[E] Diverse schakelaars en/of elektrische circuitjes en/of andere voorwerpen
en/of
[F] één of meer (vuur)wapen(s)
[G] Diverse landkaarten en/of foto's en/of
[H] Diverse andere goederen en/of
[I] een (concept losgeld)brief, ondertekend met Wolfje,
welke voorwerpen en stoffen en informatiedragers, al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het in vereniging, althans alleen, begaan van die misdrijven;
- 2.
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 19 september 2006 een vuurwapen in de vorm van een pistool van het merk Sig en/of een vuurwapen dat zodanig was gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was, te weten een geweer van het merk BRNO Arms waarvan de loop en de kolf waren ingekort, 49 kogelpatronen en/of 26 hagelpatronen voorhanden heeft gehad;
- 3.
hij in de periode van 12 december 2001 tot 12 mei 2007 een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen en/of beproeven van wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 7e van de Wet wapens en munitie, te weten voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op 19 september 2006 te Rotterdam wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 7e van de Wet wapens en munitie, te weten voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing voor handen heeft gehad;
- 4.
hij in de periode van 1 september 2004 tot en met
21 oktober 2004, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om [persoon 1] en/of [persoon 2] te dwingen tot de afgifte van 25.000.000 euro,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
- 5.
hij in de periode van 1 september 2003 tot en met
30 september 2004 medewerkers van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst en [persoon 3] (werkzaam bij tankstation Shell) en/of [persoon 4] en/of [persoon 5] en/of [persoon 6] (werkzaam bij de Rechtbank Rotterdam) en/of [persoon 7] (werkzaam bij Mac Donalds te Rijswijk) en/of [persoon 8] (werkzaam bij Mac Donalds te Den Haag) en/of [persoon 9] en/of [persoon 10] (werkzaam bij Eurobrom) en/of [persoon 11] (werkzaam bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg)
en/of [persoon 12] (fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam) en/of [persoon 13] (werkzaam bij het Prins Maurits Laboratorium) schriftelijk heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling;
- 6.
hij in de periode van 16 juli 2004 tot en met 19 juli 2004 ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf,
om door geweld of dreiging met geweld de politie Westland te dwingen tot het volvoeren van een ambtsverrichting, te weten het ontruimen van de stations van Haarlem en Den Haag Hollands Spoor, daartoe een brief naar de politie Westland heeft gestuurd met daarin de tekst:
'Wij raden u aan om de stations Haarlem en Den Haag HS maandag as te ontruimen. By een dezer stations kan anders een in een rode rugzak verpakte bom ernstige schade toebrengen. In de rugzak zit een vier liter tupperware-doos. In de tupperwaredoos zit een hoeveelheid van vijf pond Semtex-H. in de Semtex-H zit een medicijnflesje met een inhoud van negenendertig mililiter nitroglycerine. In de nitroglycerine zit een simpel maar effectief GSM-trilelement. Een mechanische klok zal tussen 07:09 en 07:39 het trilelement in werking brengen. GY ZULT ONTRUIMEN!'.
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij omstreeks 16 juli 2004 tot en met 19 juli 2004
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om door geweld of enige feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen de politie Westland voornoemde medewerkers wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, een brief naar de politie Westland heeft gestuurd met daarin de tekst:
'Wij raden u aan om de stations Haarlem en Den Haag HS maandag as te ontruimen. By een dezer stations kan anders een in een rode rugzak verpakte bom ernstige schade toebrengen. In de rugzak zit een vier liter tupperware-doos. In de Tupperwaredoos zit een hoeveelheid van vijf pond Semtex-H. in de Semtex-H zit een medicijnflesje met een inhoud van negenendertig mililiter nitroglycerine. In de nitroglycerine zit een simpel maar effectief GSM-trilelement. Een mechanische klok zal tussen 07:09 en 07:39 het trilelement in werking brengen. GY ZULT ONTRUIMEN!'.
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij omstreeks 16 juli 2004 tot en met 19 juli 2004 opzettelijk door valse alarmkreten of signalen de rust heeft verstoord;
- 7.
hij op 12 mei 2007 met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een jas en een broek en een mes, toebehorende aan Bever Zwerfsport B.V., welke diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een winkelmedewerker van voornoemde Bever Zwerfsport B.V. en een te hulp schietende passant.
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage 1 achter dit arrest gevoegd.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 cumulatief, 2, 3 primair, 4, 5, 6 primair en 7 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 jaren met aftrek van voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraken
Feit 3 primair (zaaksdossier [straatnaam])
Het hof is van oordeel dat uit de inhoud van het dossier niet met voldoende zekerheid kan worden afgeleid op welk moment of welke momenten verdachte de onder feit 3 bedoelde onderdelen van wapens (in de vorm van explosieve mengsels) zou hebben vervaardigd of beproefd. Aldus kan ook niet worden vastgesteld of sprake is geweest van de voor het bewijs van het in de tenlastelegging opgenomen bestanddeel "gewoonte" vereiste pluraliteit van handelen. Evenmin kan worden vastgesteld of en welke in de tenlastelegging opgenomen vervaardigings - of beproevingshandeling dan wel - handelingen hebben plaatsgevonden in de ten laste gelegde periode, dan wel geheel of gedeeltelijk daarvoor. Het hof is gegeven het voorgaande van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte in de in de tenlastelegging genoemde periode een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen of beproeven van onderdelen van wapens, zoals aan hem onder 3 primair is ten laste gelegd. De verdachte behoort derhalve daarvan te worden vrijgesproken.
Feit 4 (zaaksdossier Hongkong)
Ter terechtzitting in hoger beroep is door de advocaat-generaal betoogd - op gronden als nader vermeld in zijn schriftelijk requisitoir - dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich door zijn betrokkenheid bij het opstellen, schrijven en versturen van afpersingsbrieven schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van feit 4.
Het hof overweegt te dien aanzien als volgt. Door [persoon 1] en [persoon 2] zijn op 12 en 21 oktober 2004 brieven ontvangen. Deze brieven zijn door het NFI onderzocht. In dit onderzoek is het sjabloonschrift op de enveloppen en de brieven, de gebruikte inkt en de tekst/afbeelding en overige inhoud van de brieven onderzocht, waarbij tevens enveloppen en brieven zijn betrokken zoals opgenomen onder de feiten 5 en 6 van de tenlastelegging (zaaksdossier Aap). Het onderzoek van het NFI heeft uitgewezen dat het op enveloppen en brieven aan de broers [naam] gebruikte (combinatie van) sjabloonschrift alsook het sjabloonschrift op andere brieven, waaronder de brief aan de politiepost Westland, past bij de onderzochte - bij de verdachte aangetroffen - schrijfsjablonen. Dit sjabloonschrift komt voorts overeen met het sjabloonschrift op een bij verdachte aangetroffen A4 met de tekst 'Opgepast Kameraden! Aanschouw deze componenten.' Het NFI concludeert dat de onderzochte schrijfsjablonen waarschijnlijk zijn gebruikt voor het opstellen van voornoemde documenten. Dit betekent in de alledaagse praktijk waarschijnlijk met deze schrijfsjabloon of met een ander sjabloon (of andere sjablonen) van hetzelfde type, met dezelfde kenmerken. Voorts heeft het NFI gerapporteerd dat de onderzochte brieven aan de broers [naam] en drie andere brieven uit het onderzoek Aap hoogstwaarschijnlijk afkomstig zijn van dezelfde bron.
Uit het onderzoek Aap is voorts gebleken dat ook andere personen medio september 2004 een later te omschrijven 'Aanschouw uw lot' brief hebben ontvangen, waarbij de afbeelding gelijk is aan de op 21 oktober 2004 door de broers [naam] ontvangen brieven. De namen en adressen van deze personen staan vermeld op een originele lijst die op de zolderkamer van verdachte in een map van verdachte is aangetroffen. De namen en adressen van de broers [naam] komen niet voor op deze lijst.
Op grond van het vorenstaande is het hof van oordeel dat aannemelijk is dat de verdachte betrokken is geweest bij de totstandkoming van de brieven die zijn gericht aan de broers [naam]. Het dossier biedt echter geen aanknopingspunten voor de mate van betrokkenheid van de verdachte.
Behoudens de medeverdachte [naam] heeft geen van de overige in dit onderzoek aangehouden personen de verdachte herkend van een foto, naam of de door verdachte ook wel gebruikte naam [naam]. Er is ook niet gebleken dat verdachte behoudens zijn betrokkenheid bij het opstellen van voormelde brieven ook nog op enig andere wijze feitelijk betrokken is geweest bij de voorbereiding of uitvoering van de hem ten laste gelegde poging tot afpersing. Wel is aannemelijk geworden dat ook andere personen dan verdachte actief bij de voorbereiding en uitvoering daarvan betrokken zijn geweest.
Uit het dossier blijkt echter niet dat verdachte, met uitzondering van medeverdachte [naam], met deze personen/medeverdachten contacten heeft onderhouden, of afspraken heeft gemaakt. Het Hof merkt daarbij op dat het dossier geen bewijs bevat dat het contact met de medeverdachte [naam] (bij wie belastende informatie, zoals een rekeningnummer en een telefoonnummer van [persoon 1] is aangetroffen) zou hebben bestaan uit meer dan een eenmalige ontmoeting in een café. Deze eenmalige ontmoeting valt echter niet duidelijk in de tijd te plaatsen en had volgens zowel [naam] als verdachte geen enkele relatie met het ten laste gelegde feit.
Aldus kan uit de bewijsmiddelen niet blijken dat de betrokkenheid van verdachte bij het hem onder 4 ten laste gelegde feit meer heeft ingehouden dan een vorm van betrokkenheid bij het opstellen van de brieven. Deze betrokkenheid levert naar het oordeel van het hof, mede gezien de vigerende jurisprudentie terzake van het begrip medeplegen, op zichzelf onvoldoende bewijs op voor het door verdachte "tezamen en in vereniging met een ander of anderen" plegen van het feit, zoals ten laste is gelegd.
Gelet op voormelde aannemelijk geworden (mate van) betrokkenheid van anderen is het Hof van oordeel dat verdachte evenmin als (alleen)pleger van de in de tenlastelegging omschreven poging tot afpersing kan worden aangemerkt.
Het Hof merkt op dat de betrokkenheid van verdachte wellicht als medeplichtigheid aan de betreffende poging tot afpersing zou kunnen worden beschouwd. Nu deze deelnemingsvorm echter niet (tevens) aan verdachte is ten laste gelegd, kan het Hof zich omtrent de bewezenverklaring daarvan niet uitspreken.
Naar het oordeel van het hof is - alles overwegende - niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen, dan wel medeplegen, van afpersing, zoals hem onder 4 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Verdere beoordeling tenlastelegging
Feit 1 (zaak [straatnaam])
Ter terechtzitting in hoger beroep is door de verdachte en de verdediging betoogd - mede op gronden als vermeld in de pleitnotities - dat de verdachte de aangetroffen goederen, stoffen en informatiedrager(s) weliswaar voorhanden heeft gehad, maar dat hij hiermee niet de in de tenlastelegging genoemde misdrijven beoogde voor te bereiden, zodat hij behoort te worden vrijgesproken van het hem onder 1 ten laste gelegde.
Het hof overweegt te dien aanzien als volgt.
Wettelijk kader
Beoordeeld dient te worden of de in de tenlastelegging omschreven stoffen, voorwerpen en informatiedragers, waarvan verdachte heeft erkend dat hij deze voorhanden had, al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd of bestemd zijn tot het begaan van de misdrijven zoals in de tenlastelegging omschreven. Ingevolge het arrest van de Hoge Raad van 20 februari 2007 (LJN: AZ0213) heeft daarbij als maatstaf te gelden de vraag of deze voorwerpen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig kunnen zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van de voorwerpen voor ogen had.
Bij de beantwoording van deze vraag dient zowel te worden betrokken welke indruk genoemde voorwerpen, stoffen en informatiedragers naar algemene ervaringsregels op de gemiddelde rechtsgenoot zullen maken, als ook welke intentie verdachte kennelijk had ten aanzien van deze voorwerpen, stoffen en informatiedragers. Niet is vereist dat de voorwerpen, stoffen of informatiedragers reeds een instrumenteel karakter hebben op het moment dat de overheid tussenbeide komt. Bij een dergelijke onvolkomen delictsvorm kan de gerichtheid of bestemming van de gewraakte voorwerpen bewezen worden aan de hand van de indruk die deze voorwerpen naar algemene ervaringsregels op de gemiddelde rechtsgenoot maken en/of aan de hand van de verklaarde intentie van verdachte. Hier heeft tevens te gelden dat stoffen, voorwerpen en gegevensdragers, die subjectief bestemd zijn voor het begaan van dergelijke misdrijven, dat karakter niet hoeven te verliezen doordat ze naar hun objectieve aard daartoe niet (alle) volstrekt geschikt, adequaat of instrumenteel zijn.
Met betrekking tot het criminele doel van de verdachte moet een oordeel worden gegeven over de vraag of de voorwerpen dienstig kunnen zijn voor het misdadige doel dat verdachte met deze voorwerpen voor ogen had. Het misdadige doel vormt geen nieuw centraal bestanddeel, dat afzonderlijk gestaafd dient te worden met bewijsmiddelen. Het doel, de voorstelling van de dader, speelt - naast de uiterlijke eigenschappen van de voorwerpen - echter wel een rol bij het oordeel of de gewraakte voorwerpen kennelijk bestemd waren tot het plegen van de door de verdachte beoogde misdrijven.
De vraag naar een eventuele extremistische of radicaal politieke intentie dan wel binding of sympathie met een dergelijke organisatie is in deze zaak niet aan het oordeel van het hof onderworpen, nu dergelijke aanduidingen geen deel uitmaken van de tenlastelegging. Het hof merkt in dit kader wel op dat uit het dossier in het geheel niet blijkt van extreem rechtse of fundamenteel religieuze sympathieën van verdachte.
De (kennelijke) bestemming van de bewezen verklaarde voorwerpen
Het hof heeft de in de bewezenverklaring van feit 1 genoemde stoffen, voorwerpen en gegevensdragers nadrukkelijk in onderling verband en samenhang bezien en heeft een afzonderlijke strafrechtelijke weging van elk individueel voorwerp of een categorisering van de gewraakte voorwerpen achterwege laten. Voorts heeft het hof de uiterlijke verschijningsvorm van deze voorwerpen beschouwd en zich de vraag gesteld of deze voorwerpen de 'veruiterlijking' van een strafwaardige intentie van de verdachte vormen.
In de onderhavige zaak beschikte de verdachte op zijn zolderkamer aan de [straatnaam] over onder meer een doorgeladen semi-automatisch 9mm pistool met vijf bijbehorende geheel met munitie gevulde patroonhouders, een handgranaatlichaam, een afgezaagd jachtgeweer met bijbehorende munitie, diverse pyrotechnische mengsels en grondstoffen daarvoor, grondstoffen waarmee de springstof TATP (dan wel andere springstoffen) kan (dan wel kunnen) worden gemaakt, pijpen waarop ledlampjes waren aangebracht, schakelaars en elektrische circuitjes, een kogelwerend vest, een paar (rubberen) handschoenen, tie wraps, twee portofoon(s), een memorecorder, een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee, een brandweerpet, een politieriem, een brandweertrui en een bivakmuts. Ook zijn bij verdachte een groot aantal geschriften aangetroffen met betrekking tot onder meer bomaanslagen en overvallen, waarbij zeer ernstig geweld (waaronder het gebruik van explosieven) was toegepast. Onder deze geschriften bevonden zich ook foto's met onder meer details van de beveiliging(smaatregelen) in (het centrum van) Den Haag op Prinsjesdag, een zogenaamde losgeldbrief en geschriften waaruit, naar het oordeel van het hof, blijkt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan grootschalige bedreiging van personen en instellingen.
In een woning te Bouvy, Belgie, waar verdachte regelmatig verbleef had verdachte -deels in grote hoeveelheden- eveneens diverse pyrotechnische mengsels en grondstoffen voor pyrotechnische mengsels en explosieven aanwezig, alsook -eenvoudig- chemisch glaswerk voor de bereiding van chemische stoffen en mengsels.
Uit deze voorwerpen, stoffen en informatiedragers als wettige bewijsmiddelen heeft het hof de overtuiging gekregen dat:
- -
de verdachte gefascineerd is door de toepassing van grof crimineel geweld, waaronder bomaanslagen en overvallen en daarover gericht informatie heeft verzameld;
- -
de verdachte doende is geweest met het zoeken naar wegen om functionerende pyrotechnische of explosieve mengsels dan wel stoffen te maken en/of geïmproviseerde pyrotechnische, brandstichtende en/of explosieve constructies te vervaardigen;
- -
de verdachte zich blijkens de inhoud van de mede door hem geredigeerde "losgeldbrief" gedachten moet hebben gevormd omtrent de feitelijke uitvoering van een gijzeling en afpersing.
Het hof is aldus van oordeel dat de misdadige bestemming van de bij de verdachte aangetroffen en in de bewezenverklaring genoemde voorwerpen, stoffen en informatiedragers -mede gelet op de omstandigheden waaronder de voorwerpen werden aangetroffen en in hun onderlinge verband en samenhang bezien- bij de gemiddelde rechtsgenoot in het oog moet springen.
Hoewel de in de bewezenverklaring genoemde voorwerpen, stoffen en informatiedragers op zichzelf in het stadium waarin deze werden aangetroffen (nog) niet in alle opzichten geschikt waren om de in de bewezenverklaring genoemde strafbare feiten te plegen, waren zij daartoe in deze voorbereidende fase wel kennelijk bestemd in de zin van artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht.
Daarenboven overweegt het hof hierbij tevens dat de verdachte bij arrest van heden is veroordeeld voor het doen van een schriftelijke bommelding bij de politie Westland en voor het sturen van dreigbrieven naar een groot aantal instanties en personen. Bij arrest van dit gerechtshof van 20 februari 2002 was verdachte bovendien al eerder onherroepelijk veroordeeld voor het plegen van twee zeer gewelddadige overvallen in 1998 en 1999 op grenswisselkantoren, waarbij door verdachte meermalen is geschoten op onder meer politieagenten en waarbij door hem ook van explosieven/geïmproviseerde explosieve voorwerpen gebruik is gemaakt. Bij zijn aanhouding zeer kort na de overval in 1999 bleek verdachte ook 450 gram TATP in een rugzak aanwezig te hebben.
Naar het oordeel van het hof blijkt hieruit niet alleen dat verdachte niet alleen in geestelijk opzicht voortdurend bezig is geweest met bedreiging en de mogelijke toepassing van (grof) geweld, maar tevens dat hij bereid en in staat is gebleken om dergelijke gedachten en voornemens in daden om te zetten. Deze constatering bevestigt en versterkt derhalve het oordeel van het hof omtrent de criminele bestemming van de in de bewezenverklaring genoemde voorwerpen, stoffen en gegevensdragers.
Met betrekking tot de 'kennelijke bestemming' van de voorwerpen is door de verdediging - kort gezegd - naar voren gebracht dat de voorwerpen geen criminele bestemming hebben, en zijn voor met name de aangetroffen chemische (grond)stoffen en pyrotechnische mengsels andere -niet als crimineel te duiden- bestemmingen naar voren gebracht. In dat kader heeft verdachte onder meer verklaard dat hij de aangetroffen goederen in Rotterdam en Gouvy (België) voorhanden had voor het uitoefenen van zijn paintball- en/of survivalactiviteiten, welke activiteiten hij zowel hobbymatig als bedrijfsmatig (maar niet commercieel) uitoefende. Verder heeft verdachte gesteld dat hij een aantal voorwerpen c.q. geschriften in zijn bezit in verband met zijn werkzaamheden als (persoons)beveiliger en dat hij nu eenmaal een verzamelaar is.
Uit het dossier en de verklaringen van verdachte ter terechtzitting is weinig informatie verkregen over de wijze waarop verdachte zijn paintball- en survivalactiviteiten heeft uitgeoefend. Hoewel daartoe herhaaldelijk door het hof uitgenodigd heeft verdachte omtrent deze activiteiten, en de tijdstippen waarop, en de personen waarmee, deze zich zouden hebben voltrokken, slechts zeer weinig feitelijke informatie verstrekt, zodat er ook in hoger beroep slechts zeer beperkte aanknopingspunten waren voor feitelijk onderzoek naar de juistheid van de verklaringen van verdachte
Ook na het in hoger beroep horen van getuigen door de rechter-commissaris is naar het oordeel van het hof de stelling van de verdachte dat hij de betreffende voorwerpen en stoffen (mengsels) in het kader van voornoemde activiteiten voorhanden had niet aannemelijk geworden. In het bijzonder wijst het hof er daarbij op dat het door de verdachte gestelde feitelijke gebruik door hem van pyrotechnische mengsels en electronische schakelingen bij voormelde paintball- en survivalactiviteiten in ieder geval voor wat betreft de periode waarop de tenlastelegging ziet, geen bevestiging vindt in de afgelegde getuigenverklaringen noch in de overige inhoud van het dossier.
Uit het dossier blijkt tevens dat verdachte na zijn ontsnapping uit detentie waarin hij als gevolg van zijn veroordeling voor onder meer voormelde overvallen was geplaatst een groot aantal geschriften heeft verzameld met betrekking tot onder meer bomaanslagen en overvallen, waarbij zeer ernstig geweld (waaronder het gebruik van explosieven) was toegepast. De uitleg van verdachte dat hij dergelijke geschriften onder zich had in relatie tot zijn werk als persoonsbeveiliger acht het hof onaannemelijk, reeds omdat op geen enkele wijze aannemelijk is geworden dat verdachte -afgezien van een eenmalig optreden als deurbeveiliger bij een feest- daadwerkelijk als zodanig werkzaamheden heeft verricht of cursussen daarin heeft gegeven. Omdat verdachte verder in het geheel geen details omtrent deze gestelde werkzaamheden heeft verstrekt, zijn er ook geen aanknopingspunten voor verder onderzoek.
Dat verdachte, zoals door hem gesteld, een aantal van de bij hem aangetroffen en in de bewezenverklaring opgenomen chemische (grond)stoffen louter voorhanden had voor huishoudelijke doeleinden acht het hof, mede gezien ook de hoeveelheden en de concentraties waarin verdachte deze stoffen voorhanden had, en het met uitzondering van het gebruik van formaldehyde (formaline) ontbreken van enige bevestiging uit objectieve bron van het feitelijk door verdachte huishoudelijk gebruiken daarvan, niet aannemelijk geworden.
Nadere overwegingen betreffende de aanwezigheid van bepaalde (grond)stoffen, voorwerpen, schakelaars en/of elektrische circuitjes en geschriften
In aanvulling op hetgeen hiervoor reeds in meer algemene zin is overwogen ten aanzien van het bewezen verklaren van voorbereidingshandelingen en de daarbij te bezigen criteria, overweegt het hof met betrekking tot een aantal bepaalde voorwerpen, stoffen en geschriften voorts het navolgende.
Grondstoffen voor de springstof TATP
TATP (voluit: triacetontriperoxide) is een zogenaamde primaire springstof die, ook door mensen zonder chemische achtergrond, relatief gemakkelijk en zonder speciale apparatuur (keukenglaswerk en een koelkast of ijs zijn voldoende) te bereiden is, zo blijkt uit de deskundigenrapportage van het NFI. Recepten hiervoor zijn eenvoudig op internet te vinden. Deze recepten komen erop neer dat aceton en waterstofperoxide (meestal in een hoge concentratie) samen met zwavelzuur (dan wel een ander zuur zoals citroenzuur of zoutzuur) dienen te worden gemengd.
Uit het dossier blijkt dat verdachte op de locatie in Gouvy, Belgie onder meer de volgende stoffen voorhanden had: ruim 120 gram aceton, 5 liter geconcentreerde waterstofperoxide (20-40%) en 1 liter zwavelzuur (32%), Op zijn kamer in de [straatnaam] had verdachte onder meer aanwezig: 439,3 gram aceton, 64,7 gram zwavelzuur, 718,4 gram waterstofperoxide van ongeveer 15%. Een deskundige van het NFI heeft -naar het hof begrijpt- louter op basis van de hoeveelheden van de op de [straatnaam] aangetroffen stoffen- de netto hoeveelheid (70%) van deze grondstoffen berekend op 307 gram aceton, 503 gram waterstofperoxide van ongeveer 15% en 45 gram zwavelzuur. Uitgaande van een op basis van experimenten als reëel te beschouwen opbrengst van (maximaal) 90% zou hieruit een hoeveel van 50 tot 150 gram TATP kunnen worden vervaardigd.
Blijkens deskundigenrapportage van het NFI en de deskundige Lewis kunnen primaire springstoffen zoals TATP, zeer gemakkelijk tot ontsteking worden gebracht, bijvoorbeeld door middel van warmte, een vonk, wrijving of slag. Bij een ontploffing van TATP ontstaan een schokgolf, hitte en brisantie. Indien de springstof is opgesloten in een container treedt bovendien scherfwerking van de container op. Als bijvoorbeeld circa 150 gram TATP in opgesloten toestand tot ontploffing komt, ontstaat door de genoemde effecten, afgezien van materiële schade, tot op een afstand van zeker tien meter, maar mogelijk zelfs tot een afstand van tientallen meters gevaar voor zwaar lichamelijk tot dodelijk letsel voor personen.
Het hof constateert dat verdachte blijkens het arrest van dit gerechtshof van 20 februari 2002 eerder onherroepelijk is veroordeeld voor onder meer het aanwezig hebben van 450 gram TATP. Die hoeveelheid TATP werd bij verdachte op 8 november 1999 aangetroffen nadat hij was aangehouden zeer kort na het plegen van een zeer gewelddadige overval, waarbij door verdachte gebruik was gemaakt van (andersoortige) explosieven.
Zoals hiervoor aangegeven had verdachte in zijn kamer op de [straatnaam] alle voor de productie van TATP benodigde grondstoffen tezamen en in elkaars onmiddellijke nabijheid voorhanden. Het is ook verdachte geweest die voormelde (grond)stoffen op enig moment na zijn intrek in de [straatnaam] heeft samengebracht. In zoverre is het -in ieder geval ten aanzien van de locatie [straatnaam]- ook niet relevant of verdachte genoemde grondstoffen wellicht reeds al voor zijn eerdere detentie had verworven of aanwezig had.
Wel acht het hof relevant dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij in de periode dat hij in de [straatnaam] woonde ook informatie heeft verzameld omtrent de bereiding van TATP en de risico's daarvan. Deze belangstelling van verdachte voor de bereidingswijze van TATP uit genoemde grondstoffen blijkt ook anderszins uit het dossier. Daaruit volgt immers
dat op 5 maart 2010 in de bossen nabij Oosterbeek een groot aantal kampeerartikelen, kledingstukken, documenten en andere goederen zijn gevonden, welke aldaar waren verstopt. Verdachte heeft erkend dat deze goederen aan hem toebehoren. Onder deze goederen bevond zich een document waarop -naast bereidingwijzen voor andere explosieve stoffen- de bereidingswijze van TATP uit aceton, waterstofperoxide en zwavelzuur staat beschreven. Aangezien verdachte op 12 mei 2007 is aangehouden en hij nadien onafgebroken in detentie heeft verbleven, moet verdachte derhalve reeds voor deze datum over deze op schrift gestelde bereidingswijze hebben beschikt. Het hof ziet derhalve ook hierin een aanwijzing dat verdachte ook na zijn eerdere veroordeling door dit gerechtshof een bijzondere belangstelling heeft gehouden voor onder meer de bereidingswijzen van explosieve stoffen, waaronder blijkens het document nadrukkelijk ook TATP. Als zodanig ziet het hof ook in de aanwezigheid van het document waarop onder meer de bereidingswijze van TATP staat beschreven een bevestiging dat de verdachte genoemde grondstoffen aanwezig had c.q. naar zijn kamer aan de [straatnaam] heeft gebracht met een strafwaardige intentie, namelijk met het oog op het produceren van de explosieve stof TATP.
Naar het oordeel van het hof moet verdachte gezien zijn chemische kennis, opleiding en ervaring in staat worden geacht om uit de aangetroffen stoffen ook daadwerkelijk TATP te kunnen bereiden. Verdachte heeft ter zitting op 25 september 2012 verklaard dat hij in beginsel in staat zou zijn om TATP te vervaardigen, mits hij over een goede handleiding zou beschikken. Op 7 oktober 2012 heeft de verdachte, bij gelegenheid van zijn laatste woord verklaard dat hij in de [straatnaam] heeft gezocht naar de wijze van vervaardigen van TATP.
Dat verdachte op zijn kamer in de [straatnaam] de aceton, waterstofperoxide en het zwavelzuur voor huishoudelijke toepassingen voorhanden zou hebben gehad acht het hof, ook gezien de hoeveelheden waarin verdachte deze stoffen aanwezig had en de concentraties daarvan, niet aannemelijk geworden.
Op grond van voormelde feiten en omstandigheden is het hof dan ook van oordeel dat er ook na een meer individuele beschouwing ten aanzien van de bij de verdachte aangetroffen (grond)stoffen aceton, waterstofperoxide en zwavelzuur, zoals omschreven onder 1, aanhef en onder C, in de tenlastelegging, moet worden aangenomen dat verdachte deze (grond)stoffen voorhanden had met het oog op de productie van de springstof TATP en tevens ter voorbereiding van de in de bewezenverklaring genoemde misdrijven voorhanden heeft gehad, alsook dat deze stoffen dienen te worden aangemerkt als onderdeel van een voorwerp dat bestemd is voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, zoals onder 3, subsidiair aan verdachte ten laste is gelegd.
Diverse schakelaars en/of elektrische circuitjes en/of andere voorwerpen.
Op de zolderkamer van de verdachte en op de locatie in Gouvy zijn diverse voorwerpen van elektrische of elektronische aard aangetroffen, zoals afstandbedieningen, een schakelkastje, printplaten, een schakelklok, een trilelement van een telefoon, een kunststofbehuizing met deksel, met daarin een schakelaar en ledlampje, en diverse kokers/pijpen met daarin een schakelaar en een ledlampje.
Een deskundige van het NFI heeft op 2 mei 2007 aangegeven dat het aangetroffen trilelement van een (GSM-)telefoon geen kenmerken bevat van een activeringsmechanisme.
Het hof constateert evenwel dat bij dit arrest ten aanzien van verdachte eveneens bewezen wordt verklaard dat hij een brief met bedreigende inhoud heeft gezonden aan de politie, in welke brief wordt gesproken over het doen ontploffen van een springstof door middel van het trilelement van een GSM-telefoon. Ook heeft verdachte geen verklaring gegeven voor het door hem voorhanden hebben van een geïsoleerd trilelement. Het hof ziet derhalve in de bevindingen van het NFI geen aanleiding om de aanwezigheid van dit trilelement door verdachte niet evenals de andere in de bewezenverklaring genoemde voorwerpen te beschouwen als een voorbereidingshandeling als bedoeld in artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht, aangezien daarvoor niet vereist is dat dit voorwerp ook reeds (geheel) geschikt is voor het door verdachte beoogde criminele doel.
Blijkens rapportage van het NFI van 2 mei 2007 is de schakelklok conceptueel geschikt als activeringsmechanisme voor een elektrische ontsteker voor een geïmproviseerd explosief voorwerp (IED). Ten aanzien van het schakelkastje, de kommavormige printplaten en de drie afstandbedieningen heeft het NFI geconcludeerd dat het "drie sets van gemodificeerde draadloos bediende deurbellen zijn, die effectief kunnen functioneren als afstandbediend activeringsmechanisme voor een elektrische ontsteker voor een IED".
Uit de NFI-deskundigenrapportage en foto's in het dossier blijkt tevens dat nagenoeg al deze voorwerpen zijn gemodificeerd. Verdachte heeft verklaard dat hij deze modificaties zelf heeft uitgevoerd. Zo zijn aan genoemde schakelklok 2 draadjes gesoldeerd en getaped. De constructie is zo dat op een bepaald tijdstip het klepeltje van de schakelklok tegelijk contact kan maken met de beide gesoldeerde/getapete draden. Voorts is gebleken dat als de drukknop op een van de aangetroffen afstandsbedieningen wordt ingedrukt, er tot een afstand van 50 meter contact wordt gemaakt met een van de eveneens aangetroffen en gemodificeerde kommavormige printplaten. Uit NFI-rapportage blijkt dat indien vervolgens een ontsteker met de uitgang van deze kommavormige printplaat wordt verbonden zich, nadat op de knop van de afstandbediening wordt gedrukt, bij de uitgang van de printplaat vuurverschijnselen voordoen.
Dat verdachte, zoals door hem gesteld, genoemde "schakelklok" en "afstandbedieningen plus printplaten" als hobby heeft gemodificeerd acht het hof, mede gezien de aard van de gemaakte modificaties, welke redelijkerwijs niet anders begrepen kunnen worden dan te zijn gericht op het (kunnen) functioneren van genoemde voorwerpen als activeringsmechanisme voor een IED, onaannemelijk.
Het hof constateert voorts dat verdachte blijkens het arrest van dit Gerechtshof van 20 februari 2002 onder meer onherroepelijk is veroordeeld voor twee zeer gewelddadige overvallen in 1998 en 1999, waarbij door verdachte behalve van vuurwapens ook gebruikt was gemaakt van geïmproviseerde explosieve voorwerpen. Deze IED's bestonden uit pijpen/kokers met daarin een pyrotechnische stof. Uit de NFI-rapportage en de verklaringen van de deskundige Lewis ter terechtzitting blijkt voorts dat als pyrotechnische stoffen, zoals aangetroffen bij verdachte, in een voldoende afgesloten behuizing zoals een koker of pijp worden geplaatst, deze stoffen na ontsteking zullen detoneren. Verdachte heeft geen redelijke of aannemelijke verklaring gegeven waarvoor voormelde bij hem aangetroffen kunststof behuizing, pijpen of kokers zouden kunnen dienen, anders dan als omhulsel bij het tot ontbranding of explosie brengen van pyrotechnische of explosieve stoffen.
Concluderend is het hof dan ook van oordeel dat er ook na een meer individuele beschouwing ten aanzien van de bij de verdachte aangetroffen voorwerpen: schakelkast afstandbedieningen, kommavormige printplaten, een schakelklok en diverse (kunststof) kokers/pijpen, zoals omschreven onder 1, aanhef en onder E., in de tenlastelegging, moet worden aangenomen dat verdachte deze voorwerpen ter voorbereiding van de in de bewezenverklaarde misdrijven voorhanden heeft gehad
Diverse andere goederen (landkaarten, plattegronden, foto's en kledingstukken)
Van belang acht het hof verder, dat op de zolderkamer van verdachte landkaarten van het Botlek-gebied, een plattegrond van de HSL-zone, foto's van diverse gebouwen (waaronder het gebouw van de rechtbank Rotterdam en/of Hotel New York) en schepen en evenementen in Rotterdam en ook foto's van beveiligingsmaatregelen in Den Haag tijdens Prinsjesdag werden aangetroffen. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de foto's van de gebouwen slechts algemene (en geen gedetailleerde) beeldinformatie tonen en zich bovendien in een zodanig uitgebreide en algemene collectie bevonden dat naar het oordeel van het hof niet is komen vast te staan dat de verdachte deze foto's (kennelijk) voorhanden had ter voorbereiding van de in de tenlastelegging genoemde misdrijven. Hetzelfde geldt voor de (incomplete) plattegronden van het HSL-tracé in Rotterdam, die op eenvoudige wijze uit open bronnen te verkrijgen zijn. Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet de overtuiging bekomen dat deze bij verdachte aangetroffen geschriften en foto's kennelijk bestemd waren voor het - kort gezegd - plegen van de strafbare feiten die in de bewezenverklaring zijn genoemd. Van deze onderdelen van de tenlastelegging zal verdachte dan ook worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de foto's van (de beveiliging van) Prinsjesdag overweegt het hof dat blijkens deze foto's, waarvan verdachte heeft erkend dat hij ze zelf gemaakt heeft, door verdachte kennelijk is ingezoomd op specifieke details zoals (onderdelen van) politie- en koninklijke marechaussee-uniformen, gebruikte telecommunicatiemiddelen en gebruikte parkeervergunningen. Deze constatering wint naar het oordeel van het hof aan gewicht door het feit dat er bij verdachte ook delen van een marechaussee-uniform en soortgelijke communicatieapparatuur als op de foto's is te zien zijn aangetroffen.
Verdachtes verklaring dat verdachte deze foto's uit beroepsmatige interesse uit hoofde van zijn werkzaamheden als persoonsbeveiliger zou hebben gemaakt heeft gemaakt acht het hof niet aannemelijk, reeds omdat -zoals hiervoor reeds overwogen- ter zake niet meer aannemelijk is geworden dan dat verdachte eenmalig als deurbeveiliger bij een feest heeft gewerkt.
Verdachte heeft ten aanzien van de overige de bij hem in zijn kamer aan de [straatnaam] aangetroffen voorwerpen, zoals een kogelwerend vest, een bivakmuts en kleding van opsporingsinstanties zoals de koninklijke marechaussee, niet meer verklaard dan dat hij de voorwerpen verzamelde en bewaarde, terwijl naar het oordeel van het hof van verdachte juist een uitleg mag worden verwacht, zeker gelet op de eerder door hem gepleegde overvallen waarbij deels soortgelijke voorwerpen zijn gebruikt.
Gezien deze feiten en omstandigheden, alsook het hiervoor reeds in algemene zin overwogene, ziet het hof geen redenen om het vervaardigen en/of aanwezig hebben door verdachte van de foto's van (de beveiliging van) Prinsjesdag en voormelde kledingstukken niet te beschouwen als een voorbereidingshandeling als bedoeld in artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht.
Gedeeltelijke vrijspraak betreffende formaldehyde, glycerine, en tolueen.
In de woning te Bouvy waar verdachte regelmatig verbleef zijn onder meer enige liters in vloeistof opgeloste formaldehyde, een liter tolueen, zwavelzuur en glycerine aangetroffen. In zijn kamer aan de [straatnaam] zijn onder meer zwavelzuur en glycerine aangetroffen. Verdachte heeft erkend dat deze stoffen hem toebehoorden.
Formaldehyde is een stof welke kan worden gebruikt bij de bereiding van de explosieve stof PETN. Naar het oordeel van het hof maakt deze mogelijke toepassing echter op zichzelf nog niet dat het enkele aanwezigheid hebben van de onder verdachte aangetroffen formaldehyde-oplossing als een strafbare voorbereidingshandeling moet worden gezien. Immers niet onder alle omstandigheden kan van een stof, welke (ook) als component van een brandbare of explosieve stof kan worden toegepast, worden gezegd dat deze ook bestemd was voor dat gebruik, casu quo tot het begaan van een aan dat gebruik gerelateerd misdrijf. In het bijzonder zal dat niet het geval zijn, indien aannemelijk wordt, dat de aanwezigheid van deze stof gerelateerd is aan een niet als strafrechtelijk te duiden gebruik of toepassing. Het hof heeft in dit verband het navolgende overwogen.
Uit het dossier blijkt dat het openbaar ministerie de aanwezigheid van formaldehyde bij verdachte in strafrechtelijke zin uitsluitend in verband brengt met de (mogelijke) productie van PETN. Uit het NFI-rapport van 9 januari 2012 (p. 6/7) blijkt echter dat PETN meestal uit pentaerythritol wordt bereid en niet uit formaldehyde. Bij verdachte zijn geen andere voor de productie van PETN vanuit formaldehyde noodzakelijke stoffen aangetroffen. De deskundige Lewis heeft voorts ter terechtzitting verklaard dat op niet-industriële schaal zonder salpeterzuur geen PETN kan worden bereid. Uit voormeld NFI-rapport (p.6/7) kan echter worden afgeleid dat op de beide locaties waar verdachte verbleef geen salpeterzuur is aangetroffen. De deskundige Lewis heeft voorts ter terechtzitting verklaard dat voor de bereiding van PETN specifieke apparatuur noodzakelijk is. Het hof is uit het dossier niet gebleken dat verdachte dergelijke specifieke apparatuur voorhanden had. Deze bevindingen doen naar het oordeel van het hof twijfel rijzen of verdachte de formaldehyde daadwerkelijk voorhanden had in verband met de mogelijke productie van PETN. Verdachte heeft voorts gesteld dat hij voormelde formaldehydeoplossing voorhanden had ter bestrijding van ongedierte in en om zijn woning. Twee getuigen hebben dit gebruik van de formaldehydeoplossing door verdachte bevestigd. Naar het oordeel van het hof heeft verdachte aldus - in ieder geval tot op zekere hoogte - voor het door hem voorhanden hebben van formaldehyde een andere, niet strafrechtelijk te duiden, toepassing aannemelijk gemaakt.
Tolueen (en het eveneens op de verblijfplaatsen van verdachten aangetroffen zwavelzuur) is c.q. zijn grondstoffen voor de bereiding van de springstof TNT. Uit het dossier blijkt dat het openbaar ministerie de aanwezigheid van tolueen bij verdachte in strafrechtelijke zin nadrukkelijk in verband brengt met de (mogelijke) productie van TNT. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat voor de productie van TNT behalve genoemde grondstoffen tolueen en zwavelzuur ook salpeterzuur noodzakelijk is. Niet gebleken is dat op (één van) de beide locaties waar verdachte verbleef salpeterzuur is aangetroffen. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voorts gebleken dat de bereiding van nitroglycerine zonder speciale apparatuur/voorzieningen levensgevaarlijk is. Dergelijke speciale apparatuur is echter niet bij verdachte aangetroffen. Tolueen kent bovendien ook meer huishoudelijke toepassingen, zoals het gebruik als ontvetter.
Glycerine en zwavelzuur zijn mogelijke grondstoffen voor de bereiding van de explosieve stof nitroglycerine. Uit het onderzoek ter terechtzitting is echter gebleken dat de bereiding van nitroglycerine zonder speciale apparatuur/voorzieningen levensgevaarlijk is. Dergelijke speciale apparatuur is niet bij verdachte aangetroffen. Voorts is uit het onderzoek ter terechtzitting gebleken dat nitroglycerine na bereiding niet zonder direct (levens)gevaar is te bewaren en/of te vervoeren. Het hof leidt hieruit af dat het daarmee ook zeer weinig geschikt lijkt voor criminele toepassingen. Verdachte heeft aangegeven vanwege de ook hem bekende risico's nimmer te hebben overwogen nitroglycerine te produceren.
Voorts overweegt het hof dat de grondstof zwavelzuur hierboven reeds is gerelateerd aan de mogelijke productie van TATP, zodat de aanwezigheid van dit zuur niet zonder meer (ook) gelieerd behoeft te zijn aan de eventuele productie van andere springstoffen zoals nitroglycerine of TNT. De stof glycerine kent voorts ook andere, niet direct strafrechtelijk te duiden toepassingen. Verdachte heeft gesteld, en tot op zekere hoogte ook onderbouwd, dat hij glycerine ook aldus heeft toegepast.
Gezien bovenstaande feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is het hof van oordeel dat niet bewezen kan worden geacht dat de formaldehyde(oplossing) welke verdachte voorhanden had (kennelijk) was bestemd om als grondstof te dienen voor PETN (dan wel een ander explosief). Evenzo heeft het hof uit de bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat verdachte tolueen en zwavelzuur, respectievelijk glycerine en zwavelzuur voorhanden had om als grondstof te dienen voor de springstof TNT, respectievelijk de springstof nitroglycerine dan wel andere ontplofbare stoffen, zoals aan verdachte onder 1, sub D ten laste is gelegd. Verdachte zal dan ook van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken. Evenzo kan niet worden bewezen geacht dat deze stoffen als onderdeel dienen te worden beschouwd van een voorwerp dat bestemd is voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, zoals verdachte onder 3 subsidiair ten laste is gelegd. Ook van dit onderdeel van de tenlastelegging zal verdachte dan ook dienen te worden vrijgesproken.
Overwegingen betreffende de relatie voorbereidingshandelingen - specifieke misdrijven
Op de zolderkamer aan de [straatnaam] zijn pyrotechnische mengsels aangetroffen die na opsluiting ook geschikt zouden zijn als explosieven. Als de totale hoeveelheid aangetroffen mengsels, door het NFI op bruto 2 kilogram, geschat in een omhulsel tot ontploffing zou worden gebracht, zal volgens een deskundigenbericht van het NFI hoogstwaarschijnlijk ernstig lichamelijk letsel tot dodelijk letsel optreden bij personen in de nabije omgeving. Betreffende het in één fles/pot aangetroffen mengsel 24, bestaande uit kaliumpermanganaat en suiker, met een geschatte netto massa van 872,2 gram heeft een deskundige van het NFI verklaard dat indien dit mengsel bij opsluiting in een kartonnen omhulsel zoals een koker tot ontploffing komt, hoogstwaarschijnlijk ernstig lichamelijk letsel tot dodelijk letsel zal optreden bij personen in de directe omgeving. Dergelijke kokers c.q. pijpen, alsook onderdelen voor IED's zijn ook bij verdachte aangetroffen. Hierboven is reeds de potentieel dodelijke uitwerking van de springstof TATP beschreven, waarvan verdachte eveneens de grondstoffen voorhanden had. Door deze mengsels c.q. grondstoffen te vervaardigen en/of voorhanden te hebben heeft verdachte naar het oordeel van het hof handelingen verricht ter voorbereiding op het opzettelijk brand stichten dan wel een ontploffing teweeg te brengen, waarbij gevaar voor goederen, dan wel levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten was.
Naast de pyrotechnische mengsels, grondstoffen voor de springstof TATP en onderdelen voor geïmproviseerde explosieve voorwerpen, had verdachte ook twee vuurwapens voorhanden met daarbij relatief grote hoeveelheden bijpassende munitie, alsook een kogelwerend vest en een bivakmuts. Dit samenstel van stoffen en voorwerpen acht het hof veelzeggend in het licht van het onherroepelijk arrest van dit gerechtshof van 20 februari 2002. Daaruit blijkt immers dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan twee gewapende overvallen op grenswisselkantoren, waarbij verdachte ook explosieven heeft gebruikt. Bij de tweede overval was hij gekleed in een kogelwerend vest en heeft hij zich met behulp van een semi-automatisch vuurwapen een vluchtweg heeft verschaft. De kogels zijn daarbij blijkens dit arrest rakelings langs agenten en omstanders gevlogen.
Door zich te voorzien van vuurwapens (waarvan één doorgeladen), relatief grote hoeveelheden munitie en een kogelwerend vest, c.q. door voorwerpen in zijn kamer aan de [straatnaam] bij een te brengen, heeft verdachte zich kennelijk wederom voorbereid op een diefstal met geweld dan wel afpersing, alsook op een mogelijk vuurgevecht. Het behoeft geen betoog dat daarbij doden kunnen vallen. Door bedoelde voorbereidingen te treffen heeft verdachte in elk geval ook momenten van kalm beraad en rustig overleg gehad en dient het vorenstaande dan ook te worden gekwalificeerd als voorbereiding van moord.
Uit het aantreffen van voornoemde (concept losgeld) brief, waarvan verdachte heeft verklaard dat hij de wijzigingen in de brief heeft aangebracht, in combinatie met de aangetroffen vuurwapens, portofoons en tie-wraps, blijkt naar het oordeel van het hof dat hij deze goederen voorhanden had als voorbereiding op een eventueel uit te voeren gijzeling dan wel opzettelijke vrijheidsberoving. Uit het feit dat verdachte welbewust de wijzigingen in de brief heeft aangebracht leidt het hof af, dat de mogelijkheid van gijzeling dan wel opzettelijke vrijheidsberoving bij verdachte zelfs al tot een zekere concretisering had geleid.
Overwegingen betreffende de bewezen verklaarde periode
Ten aanzien van (de aanvang van) de periode waarin de onder 1. tenlastegelegde feiten zouden zijn gepleegd overweegt het hof het navolgende. In de tenlastelegging is als startdatum voor deze periode opgenomen de dag van ontvluchting van verdachte uit de penitentiaire inrichting. Op dat moment beschikte verdachte echter nog niet over zijn kamer aan de [straatnaam], waar verreweg de meeste voorwerpen, stoffen en gegevensdragers zijn aangetroffen, welke thans in de bewezenverklaring bij feit 1 zijn opgenomen. Deze omstandigheid, gecombineerd met het gegeven dat het hof bij de beoordeling of en in hoeverre deze stoffen, voorwerpen en gegevensdragers die verdachte aanwezig had (kennelijk) bestemd waren voor de in de tenlastelegging genoemde misdrijven de aanwezigheid van de in de [straatnaam] aangetroffen goederen tevens in onderling verband en samenhang heeft bezien met de in Gouvy voorhanden stoffen is het hof van oordeel dat voor alle onder 1 onderscheiden feiten en daarmee verband houdende stoffen, voorwerpen en geschriften, de periode van bewezenverklaring op zijn vroegst kan worden gesteld op het moment dat verdachte de beschikking had over zijn kamer in de [straatnaam]. Verdachte heeft gesteld dat hij vanaf ongeveer een jaar na zijn ontsnapping uit de penitentiaire inrichting (die was op 12 december 2001) regelmatig op de [straatnaam] [huisnummer] verbleef. Tevens heeft hij op 9 oktober 2007 verklaard dat hij 2 à 3 jaar geleden diverse goederen naar de zolderkamer aan de [straatnaam] had overbracht en vanaf dat moment ook die kamer is gaan afsluiten. De getuige [naam], de partner van [naam], de verhuurder van de zolderkamer aan de [straatnaam], heeft verklaard dat verdachte vanaf ongeveer oktober 2002 op de [straatnaam] verbleef. [naam] zelf heeft verklaard dat verdachte ongeveer september 2002 bij hem in ingetrokken. Uit deze verklaringen leidt het hof af dat verdachte op enig moment in het najaar van 2002 de zolderkamer aan de [straatnaam] in gebruik heeft genomen. Het hof zal dan ook 1 september 2002 als aanvangsmoment aanmerken van de periode waarin de onder 1. bewezenverklaarde feiten zijn begaan.
Feit 2 (zaaksdossier [straatnaam])
Dit feit kan wettig en overtuigend worden bewezen op grond van de inhoud van wettige bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte.
Feit 3 (zaaksdossier [straatnaam])
Dit feit kan - met inachtneming van de onder 1 overwogen partiële vrijspraken - wettig en overtuigend worden bewezen op grond van de inhoud van wettige bewijsmiddelen.
Samenloop feiten 1, 2 en 3 (zaaksdossier [straatnaam])
De raadsman heeft betoogd dat er ingeval van bewezenverklaring van de onder feit 1 tenlastegelegde voorbereidingshandelingen, voor zover daarbij wordt aangenomen dat de vuurwapens welke bij verdachte zijn aangetroffen kennelijk bestemd waren tot het begaan van misdrijven zoals in diverse onderdelen van feit 1 is ten laste gelegd,gelet op de eendaadse samenloopregeling geen plaats meer voor de toepassing van feit 2. Subsidiair heeft de raadsman gesteld, dat het wapenbezit zoals onder 2 ten laste is gelegd in zodanig verband staat met de voorbereidingshandelingen onder feit 1, dat indien deze worden bewezenverklaard, ter zake sprake is van één ongeoorloofd wilsbesluit. Aldus zou sprake zijn van een voortgezette handeling als bedoeld in artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht.
Evenzo heeft de raadsman gesteld dat er ingeval van bewezenverklaring van de onder feit 1 tenlastegelegde voorbereidingshandelingen tot het plegen van brandstichting dan wel het veroorzaken van een ontploffing (in de drie daarin opgenomen varianten), gelet op op de eendaadse en/of meerdaadse samenloopregeling geen plaats meer is voor toepassing van feit 3, in die zin dat feit 3 op de straftoemeting in hoger beroep geen invloed dient te hebben.
Het Hof overweegt terzake dit beroep op de toepassing van artikel 55 Wetboek van Strafrecht dient te worden verworpen. Immers, bij het plegen van voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht is de zin van de strafbaarheid van het verwerven, vervaardigen en voorhanden hebben van slechts in algemene zin aangeduide, en wellicht zelfs zeer alledaagse, voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimtes of vervoermiddelen gelegen in de bijzondere maatschappelijk risico's die voortvloeien uit het feit dat deze alleen dan wel in samenhang met andere voorwerpen (enz.) kennelijk bestemd zijn tot het begaan van bepaalde zeer ernstige misdrijven. De strafbaarheid van de onder 2 en 3 bewezenverklaarde feiten, is daarentegen omschreven in de Wet wapens en munitie en heeft de strekking in het algemeen de gevaren, welke uit de onbelemmerde aanwezigheid en verspreiding van (onderdelen van) bepaalde nauwkeurig omschreven categorieën wapens, -waaronder vuurwapens en voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing- onder de bevolking voortvloeien, te keren, waarbij wordt gedoeld op gevaren van allerlei aard en niet slechts op het mogelijk gebruik van deze (onderdelen van) wapens bij het plegen van zeer ernstige misdrijven.
De strekking van art 46 Sr is derhalve een geheel andere dan die van artikel 26 van de Wet wapens en munitie. Overtredingen van deze beide artikelen leveren derhalve naar het oordeel van het hof geen eendaadse samenloop op als bedoeld in art. 55 lid 1 Sr. Wel is het hof van oordeel dat met betrekking tot de voorbereidingshandelingen van de drie bewezen verklaarde vormen van brandstichting en/of het teweeg brengen van een ontploffing (zakelijk weergegeven) sprake is van ééndaadse samenloop.
Voorts is hier naar het oordeel van het hof met betrekking tot bedoelde vuurwapens, en onderdelen van wapens sprake van een voorgezette handeling als bedoeld in artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht, aangezien aannemelijk is geworden dat verdachtes bewezenverklaarde gedragingen met betrekking tot deze (onderdelen van) wapens het gevolg zijn van één, naar mag worden aangenomen in de tijd ook grotendeels of geheel samenvallend, wilsbesluit, in casu het met het oog op het plegen van zeer ernstige misdrijven voorhanden willen hebben van bepaalde, in de Wet wapens en munitie strafbaar gestelde, vuurwapen en onderdelen van wapens. Het hof merkt daarbij op dat toepassing van artikel 56 in het onderhavige geval overigens op zichzelf niet tot een lichter strafmaximum leidt dan de (enkele) toepassing van artikel 57.
Feit 5 (zaaksdossier Aap)
In de periode september 2003 tot en met oktober 2004 hebben een aantal instanties en personen, in totaal ruim 60, in Nederland anonieme dreigbrieven ontvangen.
Het betroffen in meerderheid brieven met op de envelop, kort gezegd, een gefotokopieerde, in sjabloonschrift overgetrokken adressering. In een aantal gevallen was sprake van een handgeschreven adressering. De inhoud uit een pamflet/brief/papier (hierna te noemen: brieven). In een groot aantal gevallen zat in de envelop ook een zakje met poeder. In een aantal gevallen was een kogel bijgevoegd.
Deze brieven kunnen - afhankelijk van de kleur en/of de afbeelding en/of de tekst - worden onderscheiden in, voor zover hier van belang, zogenaamde:
- -
rode pest brieven
- -
gele plaag brieven
- -
you die now brieven
- -
aanschouw uw lot brieven
- -
game over brieven
- -
moge god hebbe jullie ziel brieven
- -
de opgepast kameraden brief.
Op pagina BR/1 in map 7.2 is een overzicht opgenomen waarin alle kenmerken schematisch zijn weergegeven (hierna: het overzicht).
Een aantal ontvangers heeft bij de politie aangifte gedaan van bedreiging. In de tenlastelegging zijn uitsluitend brieven opgenomen ter zake waarvan aangifte is gedaan.
Ter terechtzitting in hoger beroep is - op gronden als nader vermeld in de schriftelijke pleitnotities - door de verdediging vrijspraak van dit feit bepleit.
Het hof overweegt te dien aanzien als volgt.
Aan de AIVD is een envelop gestuurd met poststempel 16 september 2003. In die envelop bevond zich een rood papier met daarop een afbeelding van een pestdokter met daaronder de tekst "de rode pest" (hierna te noemen "rode pestbrief"). Voorts werd in de envelop poeder aangetroffen. Op deze "rode pestbrief" werd een vingerafdruk aangetroffen. Op 3 augustus 2004 werd deze door een technisch rechercheur geïdentificeerd als afkomstig van de verdachte. Uit de contra-expertise die op 1 september 2011 door het NFI is uitgevoerd volgt dat 'de bevindingen van het vergelijkend onderzoek met betrekking tot de dactyloscopische signalementen extreem veel waarschijnlijk zijn wanneer de aangeleverde dactyloscopische signalementen afkomstig zijn van dezelfde bron dan wanneer signalement [...] afkomstig is van een willekeurig andere bron dan het signalement [...]. De onderzoeken betreffende de identificatie van de vingerafdruk hebben op zorgvuldige wijze plaatsgevonden, zodat het hof de uitkomsten daarvan bruikbaar acht voor het bewijs.
Het gegeven dat, zoals door de verdediging is betoogd, zeer incidenteel gevallen bekend zijn geworden waarin een vingerafdruk ten onrechte aan een bepaalde persoon werd toegeschreven, brengt het hof niet tot een ander oordeel. Te meer niet, nu er ook andere bewijsmiddelen zijn waaruit de betrokkenheid van verdachte bij het opstellen en de verzending van de betreffende "rode pestbrief" kan blijken, en verdachte blijkens zijn verklaring ter zitting in hoger beroep ook zelf niet uitsluit dat hij fysiek contact heeft gehad met genoemde brief.
Op de andere enveloppen of de zich daarin bevindende brieven zijn geen bruikbare vingerafdrukken aangetroffen. Evenmin is op de likranden van de door het NFI onderzochte enveloppen en de zich op die enveloppen bevindende postzegels, DNA materiaal aangetroffen.
Op de zolderkamer aan de [straatnaam] zijn lijsten aangetroffen met de kop 'Novosibirsk institute for psychops studies' (AH 009, 010 en 011). Op deze lijsten staan de namen van een groot aantal instanties en personen, waaronder alle instanties en personen die worden genoemd in feit 5 van de tenlastelegging. De namen zijn gerubriceerd met vier cijfers en gescheiden door een streepje. Wanneer die cijfers in combinatie met het jaartal in de kop van de lijst worden vergeleken met de data van ontvangst van enveloppen met inhoud zoals die blijken uit de diverse aangiftes valt op dat ze telkens - met uitzondering van de envelop ontvangen door het Prins Mauritslaboratorium - een datum vormen die grofweg een paar dagen voor de ontvangst van die enveloppen met inhoud ligt. Bij negen van de tien in de tenlastelegging opgenomen dreigbrieven - wederom met uitzondering van de dreigbrief ontvangen door het Prins Mauritslaboratorium - staat vóór de groep waarin ze zijn ingedeeld 'R', 'R/G' of een tekening van een galg, een zeis of een rad. In de gevallen waarin achter de naam van de instantie een 'R' is vermeld, is blijkens de aangiftes een "rode pestbrief" ontvangen. In de gevallen waarin achter de naam van de instantie 'R/G' is vermeld werd een "rode pestbrief" of een geel papier met daarop een kruis en een zwaard afgebeeld met daaronder de tekst "De gele plaag" (hierna te noemen "gele plaagbrief"). In de gevallen waarin achter de naam van de instantie een tekening van een galg, een zeis of een rad met daaronder de tekst stond werd blijkens de aangiftes een papier met een dito afbeelding ontvangen met daaronder de tekst "Are you afraid? You die now" (hierna te noemen "you die now brief"). Verder staat achter elke instantie - opnieuw met uitzondering van het Prins Mauritslaboratorium - 'poudre', 'bal/pou/ID', 'poudre/elas' of 'poudre/valent'. Bij elke vermelding van 'poudre' werd in de envelop poeder aangetroffen, bij 'bal/poudre' werd naast poeder ook een kogel aangetroffen en bij 'poudre/valent' werd naast poeder een op de achterzijde geplakt hartje aangetroffen.
Uit onderzoek door het NFI blijkt dat de voornoemde lijsten originelen zijn.
De deskundige van het NFI heeft in het rapport van 15 december 2004 geconcludeerd dat de adressering van de "rode pest, gele plaag- en you die now-brieven" vermoedelijk tot stand is gekomen door het printen of typen van het adres, het vervolgens met de hand overtrekken en tot slot fotokopiëren, uitknippen en opplakken (GD 21). Het smettenpatroon van de "rode pestbrieven" is ontstaan bij het kopieerproces door smetten op het origineel, de glasplaat of door beschadiging van de lichtgevoelige laag op de trommel van de kopieermachine. De "rode pestbrieven", waaronder die ontvangen door de AIVD en de beide MacDonaldsvestigingen zijn vervaardigd op een rood blanco A4-vel. De door hem in dit verband onderzochte rode pestbrieven zijn op basis van het smettenpatroon in te delen in twee groepen (GD 25). De "rode pestbrief" ontvangen door de AIVD komt overeen met een aantal onderzochte brieven en de "rode pestbrieven" aan de MacDonaldsvestigingen komen zowel onderling overeen alsmede met een aantal andere brieven.
Van smettenpatroon 1 zijn voorzien de brieven gericht aan: MacDonalds Rijswijk en Den Haag, de Mesdag-kliniek, de rechtbank Den Bosch ([naam]), de rechtbank Arnhem ([naam]) en het ministerie van Justitie (op het overzicht aangeduid met de nummers 14, 15, 16, 18, 21 en 23).
Van smettenpatroon 2 zijn voorzien de brieven gericht aan: het ministerie van Buitenlandse Zaken, de ambassade van Israel, het ministerie van Justitie, het ministerie van Binnenlandse Zaken, het instituut Clingendael, de Amerikaanse ambassade en de AIVD (op het overzicht aangeduid met de nummers 3 tot en met 9).
Ook alle "gele plaagbrieven" - waaronder die ontvangen door het Shellstation in Wassenaar - hebben een onderling overeenkomend smettenpatroon (GD 25). Verder heeft het NFI onder meer de gebruikte toner en het gebruikte sjabloonschrift onderzocht. De conclusie van de deskundige is dat gezien de specifieke overeenkomsten in de wijze van adressering alsmede de overeenkomsten in gebruikte toner de "rode pestbrieven", de "gele plaagbrieven" en de "you die now-brieven" hoogstwaarschijnlijk van dezelfde bron afkomstig zijn (GD 29). Ook de game over brieven, de moge god-brieven, waaronder de brief aan het Prins Mauritslaboratorium, en de opgepast kameraden-brief - de brief aan politiepost Westland (zie feit 6) - zijn eveneens hoogstwaarschijnlijk afkomstig van dezelfde bron als de "rode pest-brieven" (GD 30). Voorts zijn er overeenkomsten tussen de op de door Eurobrom ontvangen envelop aangetroffen rode finelinerinkt en die op de envelop ontvangen door de politiepost Westland.
Op grond van de hierboven genoemde overeenkomsten, concludeert de deskundige dat het hoogstwaarschijnlijk dat deze brieven en enveloppen afkomstig zijn van dezelfde bron (GD 30).
In de zolderkamer aan de [straatnaam] zijn twee schrijfsjablonen aangetroffen. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft verdachte verklaard dat deze zijn eigendom waren. De grote sjabloon is door het NFI vergeleken met de adresseringen op onder meer de enveloppen ontvangen door Eurobrom, de politiepost Westland en het Prins Mauritslaboratorium. De kleine sjabloon is door het NFI vergeleken met zeven representatief geachte brieven, waaronder de brief aan de politiepost Westland. Over beide wordt door de deskundige van het NFI geconcludeerd dat ze waarschijnlijk gebruikt zijn voor het aanbrengen van de tekst op de papieren, hetgeen betekent dat dit gedaan kan zijn met deze sjablonen of met andere sjablonen van hetzelfde type, met dezelfde kenmerken (GD 212 en 213).
- (Nagenoeg)
alle instanties en/of personen die in de periode 2003-2004 een dreigbrief hebben ontvangen - zoals vermeld op het overzicht - komen voor op de op de in de zolderkamer van verdachte aan de [straatnaam] aangetroffen Novosibirsk-lijsten (AH 9 t/m 11), alsmede op daar aangetroffen "Shitlista pour poudres" (AH 012), waarop vooral namen van personen staan dan wel op het daar eveneens aangetroffen papier (AH 013) onder de aanduiding "EL FUTURO DELA POUDROX".
Op de zolderkamer is aangetroffen een lijst met daarop onder andere vermeld: 'enveloppe a5, postzegels, rood papier, kopiëren, pritt, latex xl' en 'plaats posten, taalfouten, taalgebruik, handschrift, verzender' (AH 014, hierna "de boodschappenlijst"). Dat lijstje past bij de wijze waarop de brieven zijn geschreven, vervaardigd en verzonden. Naar het oordeel van het hof vormen de - originele - lijsten met namen van instanties en personen
een overtuigend verband met de door de AIVD ontvangen envelop met daarin het papier met de daarop aangetroffen vingerafdruk, en de overige ten laste gelegde verstuurde dreigbrieven. De brieven komen wat betreft data en kenmerken allen - uitgezonderd de brief aan het Prins Mauritslaboratorium - overeen met hetgeen daaromtrent op de lijsten is vermeld. Ten aanzien van het Prins Mauritslaboratorium betrekt het hof bij zijn oordeel dat het laboratorium niet alleen - zelfs twee maal - op de Novosibirsk-lijsten voorkomt (namelijk met datumaanduiding 3 september 2003 en 15 juli 2004), maar ook een zelfde soort envelop met papier en poeder daarin heeft ontvangen als de andere instanties opgenomen in de telastelegging onder feit 5. Bovendien heeft, zoals hiervoor al weergegeven, de deskundige van het NFI geconcludeerd dat er overeenkomsten zijn tussen alle onderzochte rode pestbrieven, waaronder die aan het Prins Mauritslaboratorium, en dat ze hoogstwaarschijnlijk van dezelfde bron afkomstig waren. De tekst 'de rode pest' zoals voorkomend op het papier ontvangen door het Prins Mauritslaboratorium komt overeen met de tekst zoals weergegeven op een aantal van de andere tenlastegelegde papieren.
De verdachte heeft tijdens de terechtzitting in hoger beroep het aantreffen van zijn vingerafdruk proberen te verklaren doordat hij, wellicht toen hij op bezoek was bij een kennis, het pamflet in handen zou hebben gehad tijdens het uitoefenen van zijn hobby, het verzamelen van informatie uit open bronnen.
Voor het aantreffen van de lijst met geadresseerden en de 'boodschappenlijst' heeft de verdachte aangevoerd dat deze hem zijn toegespeeld door een contactpersoon die werkzaam is bij de politie en verdachte op de hoogte hield van het tegen verdachte lopende onderzoek. Naar het oordeel van het hof is de in deze verklaringen genoemde gang van zaken echter op geen enkele wijze aannemelijk geworden. Ten overvloede merkt het hof op dat daarmee niet te rijmen is dat er op de lijsten ook namen voorkomen van instanties die in het dossier niet voorkomen als ontvangers van een dreigbrief, als ook dat de verdachte een lijst had met namen van personen die mogelijk nooit aangifte hebben gedaan en met mogelijke toekomstige slachtoffers.
De omstandigheid dat een aantal - voor het merendeel overigens niet ten laste gelegde - dreigbrieven met niet tot verdachte te herleiden handschriften zijn opgesteld is voor het hof evenmin van doorslaggevend belang. Het hof acht het op grond van het vorenstaande, en in het bijzonder gezien de bij verdachte aangetroffen lijsten met geadresseerden, ook buiten redelijke twijfel dat de verdachte degene is geweest die de bedoelde brieven heeft verstuurd, althans verantwoordelijk is voor de verzending.
Het hof acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 5 ten laste gelegde heeft begaan.
Feit 6 (zaaksdossier Aap)
Ter terechtzitting in hoger beroep is - op gronden als nader vermeld in de schriftelijke pleitnotities - door de verdediging vrijspraak van dit feit bepleit.
Het hof overweegt te dien aanzien als volgt. Op de bij de verdachte als enige in gebruik zijnde zolderkamer aan de [straatnaam] te Rotterdam is een papier aangetroffen met daarop een afbeelding van een man met een bom (AH 008). De verdachte heeft verklaard dat deze afbeelding zijn eigendom was en dat deze in zijn portemonnee die op de zolderkamer lag is aangetroffen. De afbeelding is door het NFI (in het rapport van 12 april 2007) onderzocht en vergeleken met de afbeelding op de brief ontvangen door de politiepost Westland. De elleboog op de afbeelding die op de zolderkamer van de verdachte is gevonden, is ingekleurd en is geheel overlappend met die op de brief ontvangen door de politiepost Westland, inclusief de rode inkt. De kniprand van de gevonden afbeelding komt overeen met de gekopieerde lijn op de door de politiepost Westland ontvangen brief en er is op dezelfde plaatsen een smet te zien. De op de zolderkamer gevonden afbeelding is volgens de deskundige van het NFI met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gebruikt voor het vervaardigen van de afbeelding op de door de poltiepost Westland ontvangen brief (p. 330). Voorts is op de zolderkamer een papier aangetroffen met daarop in rood sjabloonschrift de tekst 'Opgepast kameraden!' (AH 015). Deze tekst komt overeen met de aanhef op de brief aan de politiepost Westland en ook die tekst is volgens een deskundige van NFI waarschijnlijk geschreven met de kleine sjabloon dat is aangetroffen op de zolderkamer van verdachte of met een sjabloon van hetzelfde type en met dezelfde kenmerken. Tenslotte volgt uit de conclusies van het NFI dat deze brief hoogstwaarschijnlijk afkomstig is van dezelfde bron als de onder feit 5 genoemde "rode pest-brieven" en de overige brieven.
Aan de overtuiging van het hof draagt voorts bij dat op de zolderkamer tevens een gsm-trilelement is aangetroffen, waarover in de door de politiepost Westland ontvangen brief expliciet wordt gesproken. Daarnaast geldt dat de verdachte geen enkele verklaring heeft gegeven voor het in zijn portemonnee aantreffen van de afbeelding van de man met de bom. Concluderend is het hof dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 6 primair ten laste is gelegd.
Feit 7 (zaak Arnhem)
Door en namens de verdachte is betoogd dat het wettig en overtuigend bewijs voor de diefstal ontbreekt. Daarnaast is betoogd dat de advocaat-generaal, die zich op het standpunt heeft gesteld dat ook de diefstal van de jas en het mes bewezen dient te worden verklaard, naar het hof begrijpt, in zo verre niet-ontvankelijk in het hoger beroep dient te worden verklaard nu hiervan geen melding is gemaakt in de appelschriftuur.
Gelet op de inhoud van wettige bewijsmiddelen acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich aan het hem onder 7 ten laste gelegde schuldig heeft gemaakt, voor zover het betreft de broek. Het hof overweegt daartoe voorts dat niet aannemelijk is geworden dat de in de geprepareerde tas aangetroffen broek daar eerst in beland zou zijn geraakt op een moment na zijn aanhouding waarop de verdachte geen controle meer over deze tas uitoefende. Het hof voegt hieraan toe dat het van oordeel is dat de door de verdachte geschetste gang van zaken dat hij bedreigd werd met de dood door de hem achtervolgende medewerker van Bever Zwerfsport, niet aannemelijk is geworden. Niemand heeft dat verder verklaard, wel zijn er getuigen die de winkelmedewerker hebben horen roepen "houd de dief". Het door de verdachte gedane beroep op noodweer wordt dan ook verworpen. Vanwege de door het hof genomen beslissing ter zake van de bewezenverklaring zal het hof het ontvankelijkheidsverweer van de verdediging - om proces-economische redenen en nu de verdachte hierdoor verder niet in zijn verdediging is geschaad - verder buiten beschouwing laten.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 eerste tot en met zevende cumulatief, 2, 3 primair, 5, 6 primair en 7 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
- 1.
hij
in de periode van 1 september 2002 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam en Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of te Gouvy (België),
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is (art. 157 ahf/1° Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk voorwerpen en stoffen en informatiedragers heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
([A] Pyrotechnische mengsels (zg. SAS-sen), te weten: )
- -
een mengsels op basis van kaliumnitraat en paraffine en/of
- -
mengsels van kaliumnitraat en suiker en
- -
een mengsel van kaliumnitraat en koolstof en
- -
een mengsel van kaliumpermanganaat met suiker en
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachtige component en klei en
- -
een mengsel van kaliumchloraat en een eiwitachtige component en
([B] Grondstoffen voor pyrotechnische mengsels, te weten:)
- -
een hoeveelheid (kleurloos kristallen) kaliumnitraat en
- -
een hoeveelheid zwavel en
- -
een hoeveelheid kaliumpermanganaat en
([C] Grondstoffen voor de springstof TATP, te weten: )
- -
een hoeveelheid aceton en
- -
een hoeveelheid waterstofperoxide en
- -
een hoeveelheid zwavelzuur en
- -
een hoeveelheid zoutzuur en
([E] Diverse schakelaars en/of elektrische circuitjes en/of andere voorwerpen, te weten: )
- -
een groen schakelkastje (met kommavormige printplaat) en
- -
afstandsbedieningen en
- -
kommavormige printplaten en
- -
een schakelklok en
- -
een trilelement van een telefoon en
- -
een kunststof behuizing met deksel, met daarin een schakelaar en een led lampje en
- -
diverse kunststof kokers / pijpen, met daarin een schakelaar en een led lampje
[G] Diverse foto's te weten:
- -
Foto's van beveiliging(smaatregelen) in (het centrum van) Den Haag op Prinsjesdag
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en
- -
een paar (rubberen) handschoenen en
- -
twee, althans één, portofoon(s) en
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en
- -
een brandweerpet en
- -
een politieriem en
- -
een brandweertrui en
- -
een bivakmuts
welke voorwerpen en stoffen en informatiedragers, al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het begaan van dat misdrijf;
EN
hij
in de periode van 1 september 2002 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam en Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of te Gouvy (België),
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten is (art. 157 ahf/2° Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk voorwerpen en stoffen en informatiedragers heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
([A] Pyrotechnische mengsels (zg. SAS-sen), te weten: )
- -
een mengsels op basis van kaliumnitraat en paraffine en
- -
mengsels van kaliumnitraat, paraffine en suiker en
- -
een mengsel van kaliumnitraat en koolstof en
- -
een mengsel van kaliumpermanganaat met suiker
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachtige component en klei en
- -
een mengsel van kaliumchloraat en een eiwitachtige component en
([B] Grondstoffen voor pyrotechnische mengsels, te weten:)
- -
een hoeveelheid (kleurloos kristallen) kaliumnitraat en
- -
een hoeveelheid zwavel en
- -
een hoeveelheid kaliumpermanganaat en
([C] Grondstoffen voor de springstof TATP, te weten: )
- -
een hoeveelheid aceton en
- -
een hoeveelheid waterstofperoxide en
- -
een hoeveelheid zwavelzuur en
- -
een hoeveelheid zoutzuur en
([E] Diverse schakelaars en/of elektrische circuitjes en/of andere voorwerpen, te weten: )
- -
een groen schakelkastje (met kommavormige printplaat) en
- -
afstandsbedieningen en
- -
kommavormige printplaten en
- -
een schakelklok en
- -
een trilelement van een telefoon en
- -
een kunststof behuizing met deksel, met daarin een schakelaar en een led lampje en
- -
diverse kunststof kokers / pijpen, met daarin een schakelaar en een led lampje en
[G] Diverse foto's te weten:
- -
Foto's van beveiliging(smaatregelen) in (het centrum van) Den Haag op Prinsjesdag
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en
- -
een paar (rubberen) handschoenen en
- -
twee, althans één, portofoon(s) en
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en
- -
een brandweerpet en
- -
een politieriem en
- -
een brandweertrui en
- -
een bivakmuts
welke voorwerpen en stoffen en informatiedragers, al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het begaan van dat misdrijf;
EN
hij
in de periode van 1 september 2002 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam en Den Haag en/of (elders) in Nederland en te Gouvy (België),
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan levensgevaar voor (een) ander(en) te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft (art. 157 ahf/3° Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk voorwerpen en stoffen en informatiedragers heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
([A] Pyrotechnische mengsels (zg. SAS-sen), te weten: )
- -
een mengsels op basis van kaliumnitraat en paraffine en
- -
mengsels van kaliumnitraat, paraffine en suiker en
- -
een mengsel van kaliumnitraat en koolstof en
- -
een mengsel van kaliumpermanganaat met suiker
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachtige component en klei en
- -
een mengsel van kaliumchloraat en een eiwitachtige component en
([B] Grondstoffen voor pyrotechnische mengsels, te weten:)
- -
een hoeveelheid (kleurloos kristallen) kaliumnitraat en
- -
een hoeveelheid zwavel en
- -
een hoeveelheid kaliumpermanganaat en
([C] Grondstoffen voor de springstof TATP, te weten: )
- -
een hoeveelheid aceton en
- -
een hoeveelheid waterstofperoxide en
- -
een hoeveelheid zwavelzuur en
- -
een hoeveelheid zoutzuur en
([E] Diverse schakelaars en/of elektrische circuitjes en/of andere voorwerpen, te weten: )
- -
een groen schakelkastje (met kommavormige printplaat) en
- -
afstandsbedieningen en
- -
kommavormige printplaten en
- -
een schakelklok en
- -
een trilelement van een telefoon en
- -
een kunststof behuizing met deksel, met daarin een schakelaar en een led lampje en
- -
diverse kunststof kokers / pijpen, met daarin een schakelaar en een led lampje en
[G] Diverse foto's te weten:
- -
Foto's van beveiliging(smaatregelen) in (het centrum van) Den Haag op Prinsjesdag
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en
- -
een paar (rubberen) handschoenen en
- -
twee, althans één, portofoon(s) en
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en
- -
een brandweerpet en
- -
een politieriem en
- -
een brandweertrui en
- -
een bivakmuts
welke voorwerpen en stoffen en informatiedragers, al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot begaan van dat misdrijf;
EN
hij
in de periode van 1 september 2002 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
moord (art. 289 Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk voorwerpen voorhanden heeft gehad, te weten:
[F] vuurwapens (te weten: een pistool Sig p-210 en een (ingekort) hagelgeweer BRNO) en patroonhouders en munitie en
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en
- -
een paar (rubberen) handschoenen en
- -
twee, althans één, portofoon(s) en
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en
- -
een brandweerpet en
- -
een politieriem en
- -
een brandweertrui en
- -
een bivakmuts
welke voorwerpen, al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het begaan van dat misdrijf;
EN
hij
in de periode van 1 september 2002 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
diefstal met geweldpleging (art. 312 Wetboek van Strafrecht) en/of afpersing (art. 317 Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk voorwerpen en een informatiedrager heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
[F] vuurwapens (te weten: een pistool Sig p-210 en een (ingekort) hagelgeweer BRNO) en patroonhouders en munitie en
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en
- -
een paar (rubberen) handschoenen en
- -
een zakje Tie wraps en
- -
twee, althans één, portofoon(s) en
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en
- -
een brandweerpet en
- -
een politieriem en
- -
een brandweertrui en
- -
een bivakmuts en
[I] Een (concept losgeld)brief, ondertekend met Wolfje,
welke voorwerpen en informatiedrager, al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het begaan van die misdrijven;
EN
hij
in de periode van 1 september 2002 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
gijzeling (art. 282a Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk voorwerpen en een informatiedrager heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
[F] vuurwapens (te weten: een pistool Sig p-210 en een (ingekort) hagelgeweer BRNO) en patroonhouders en munitie en
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en
- -
een paar (rubberen) handschoenen en
- -
een zakje Tie wraps en
- -
twee, althans één, portofoon(s) en
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en
- -
een brandweerpet en
- -
een politieriem en
- -
een brandweertrui en
- -
een bivakmuts en
[I] Een (concept losgeld)brief, ondertekend met Wolfje,
welke voorwerpen en informatiedrager, al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het begaan van dat misdrijf;
EN
hij
in de periode van 1 september 2002 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
wederrechtelijke vrijheidsberoving (art. 282 Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk voorwerpen en een informatiedragers heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
[F] vuurwapens (te weten: een pistool Sig p-210 en een (ingekort) hagelgeweer BRNO) en patroonhouders en munitie en
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en
- -
een paar (rubberen) handschoenen en
- -
een zakje Tie wraps en
- -
twee, althans één, portofoon(s) en
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en
- -
een brandweerpet en
- -
een politieriem en
- -
een brandweertrui en
- -
een bivakmuts en
[I] Een (concept losgeld)brief, ondertekend met Wolfje,
welke voorwerpen en informatiedrager, al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het begaan van dat misdrijf;
- 2.
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 19 september 2006 te Rotterdam
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk Sig, model P-210, kaliber 9 x 19 millimeter,
en
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 3e van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e van die wet, dat zodanig was gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was, te weten een geweer van het merk BRNO Arms, model ZH 301, kaliber 12,
waaraan de volgende wijzigenen waren aangebracht: de loop en de kolf waren ingekort,
en
munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet van de Categorie III, te weten
- -
49 kogelpatronen, kaliber 9 x 19 millimeter,
- -
26 hagelpatronen, kaliber 12,
voorhanden heeft gehad;
- 3.
Subsidiair:
hij op 19 september 2006 te Rotterdam wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 7e van de Wet wapens en munitie, te weten voorwerpen en onderdelen van voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing voor handen heeft gehad, te weten:
- -
een mengsels op basis van kaliumnitraat en paraffine en
- -
mengsels van kaliumnitraat en suiker en
- -
mengsels van kaliumnitraat en suiker (in een buis en/of koker) en
- -
een mengsel van kaliumnitraat en koolstof en
- -
een mengsel van kaliumpermanganaat met suiker en
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachtige component en klei en
- -
een mengsel van kaliumchloraat en een eiwitachtige component en
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachige component en een zwart materiaal dat op teer lijkt en
- -
een hoeveelheid (kleurloos kristallen) kaliumnitraat en
- -
een hoeveelheid zwavel en
- -
een hoeveelheid kaliumpermanganaat en
- -
een hoeveelheid aceton en
- -
een hoeveelheid waterstofperoxide 20 volume -% en
- -
een hoeveelheid zwavelzuur en
- -
een hoeveelheid zoutzuur en
- -
kunststof behuizing met deksel met aangebrachte eindkappen waarin een schakelaar en een led lampje was gemonteerd en
- -
drie kunststof kokers en/of pijpen met aangebrachte eindkappen, waarin een schakelaar en een led lampje was aangebracht en
- -
een granaatlichaam van een handgranaat, model nummer: 20 C1
voorhanden heeft gehad;
5.
hij op tijdstippen in de periode van 1 september 2003 tot en met 30 september 2004 te Wassenaar en Rotterdam en Rijswijk en 's-Gravenhage en Maassluis en Leidschendam in elk geval in Nederland
één of meer medewerker(s) van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst en [persoon 3] (werkzaam bij tankstation Shell welke onderdeel is van [rechtspersoon]) en [persoon 4] en [persoon 5] en
[persoon 6] (werkzaam bij de Rechtbank Rotterdam) en [persoon 7] (werkzaam bij Mac Donalds te Rijswijk) en [persoon 8] (werkzaam bij Mac Donalds te Den Haag) en [persoon 9] en [persoon 10] (werkzaam bij Eurobrom) en [persoon 11] (werkzaam bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg)
en [persoon 12] (fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam) en [persoon 13] (werkzaam bij het Prins Maurits Laboratorium) telkens
schriftelijk heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk dreigend
- -
een envelop naar het adres van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst te Leidschendam gestuurd inhoudende een (rode) brief waarop een zogenaamde pestdokter is afgebeeld en/of waaronder de tekst "De rode pest" staat vermeld
en
- -
een envelop naar het adres van een Shell tankstation (filiaal Rijksstraatweg te Wassenaar), alwaar die [persoon 3] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid (gele) poeder en een (gele) brief waarop een kruis en een zwaard zijn afgebeeld en waaronder de tekst "De gele plaag" staat vermeld en
- -
een envelop naar het adres van de Rechtbank Rotterdam, alwaar die [persoon 4] en [persoon 5] werkzaam zijn, gestuurd inhoudende een hoeveelheid (witte) poeder en een (rode) brief waarop een kruis en een zwaard zijn afgebeeld en waaronder de tekst "De gele plaag" staat vermeld en
- -
een envelop naar het adres van de Rechtbank Rotterdam, alwaar die [persoon 6] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid (witte) poeder en een (rode) brief waarop een kogel is vastgeplakt en waarop een zogenaamde pestdokter is afgebeeld en waaronder de tekst "De rode pest" staat vermeld en
- -
een envelop naar het adres van een Mac Donalds restaurant (filiaal Boogaardplein te Rijswijk), alwaar die [persoon 7] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid poeder en een (rode) brief waarop een zogenaamde pestdokter is afgebeeld en waaronder de tekst "De rode pest" staat vermeld en
- -
een envelop naar het adres van een Mac Donalds restaurant (filiaal Het Plein te 's-Gravenhage), alwaar die [persoon 8] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid (witte) poeder en een (rode) brief waarop een zogenaamde pestdokter is afgebeeld en waaronder de tekst "De rode pest" staat vermeld en
- -
een envelop naar het adres van Eurobrom B.V., alwaar die [persoon 9] en [persoon 10] werkzaam zijn, gestuurd inhoudende een brief waarop drie personen hangend aan een galg zijn afgebeeld en waarbij de tekst "You die now: are you afraid?" staat vermeld en
- -
een envelop naar het adres van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, alwaar die [persoon 11] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid poeder en een brief waarop skelet met in zijn hand een zeis en onder hem
ledematen zijn afgebeeld en waarbij de tekst "Are you afraid? You die now" staat vermeld en
- -
een envelop naar het adres van Leefbaar Rotterdam, alwaar die [persoon 12] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid poeder en een brief waarop een persoon op een martelwerktuig en een geestelijke en een persoon met
een stok in zijn handen zijn afgebeeld en waaronder de tekst "Dood door post, de rode pest" staat vermeld en
- -
een envelop naar het adres van het Prins Maurits Laboratorium, alwaar die [persoon 13] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid poeder en een brief waarop een gasmasker en een Duitse helm zijn afgebeeld en waarbij
de tekst "Moge God hebbe jullie ziel, de rode pest" staat vermeld,
waarvan voornoemde personen kennis hebben genomen;
6.
hij in de periode van 16 juli 2004 tot en met 19 juli 2004 te Naaldwijk, in elk geval in Nederland
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf,
om door dreiging met geweld politieambtenaren van de politie Westland te dwingen tot het volvoeren van een ambtsverrichting, te weten:
het ontruimen van de stations van Haarlem en/of Den Haag Hollands Spoor en/of het nemen van (alle nodige) maatregelen ter voorkoming van een aanslag althans explosie en/of ter voorkoming van letsel en/of ter voorkoming van schade op of in de omgeving van de stations Haarlem en/of Den Haag Hollands Spoor
een brief naar de politie Westland heeft gestuurd met daarin de tekst:
'Wij raden u aan om de stations Haarlem en Den Haag HS maandag as te ontruimen. By een dezer stations kan anders een in een rode rugzak verpakte bom ernstige schade toebrengen. In de rugzak zit een vier liter tupperware-doos. In de tupperwaredoos zit een hoeveelheid van vijf pond Semtex-H. in de Semtex-H zit een medicijnflesje met een inhoud van negenendertig mililiter nitroglycerine. In de nitroglycerine zit een simpel maar effectief GSM-trilelement. Een mechanische klok zal tussen 07:09 en 07:39 het trilelement in werking brengen. GY ZULT ONTRUIMEN!'.
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7.
hij op 12 mei 2007 te Arnhem in een winkel, gelegen aan de Utrechtsestraat, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een broek (merk Arc'Tyrex) toebehorende aan Bever Zwerfsport B.V., welke diefstal werd gevolgd van geweld tegen een winkelmedewerker van voornoemde Bever Zwerfsport B.V. en een te hulp schietende passant, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld bestonden uit het op de openbare weg, de Vijfzinnenstraat, spuiten van traangas in het gezicht en de ogen van die winkelmedewerker en passant.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Opmerking bewezenverklaring feit 1
Met betrekking tot het onder 1 bewezen verklaarde geldt dat de genoemde goederen, stoffen en informatiedrager(s) tot 1 februari 2007 kennelijk bestemd waren voor het plegen van de genoemde misdrijven en dat zij vanaf
1 februari 2007 bestemd waren voor het plegen van de genoemde misdrijven. Dit gezien de wijziging van het bepaalde in artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht met ingang van die datum.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 eerste tot en met zevende cumulatief, 2 en 3 subsidiair bewezen verklaarde levert op (opmerking hof: de eendaadse samenloop geldt uitsluitend voor de tweede alinea van deze kwalificatie:
De voortgezette handeling van
de eendaadse samenloop van voorbereiding van opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, en voorbereiding van opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan levensgevaar of gevaar of zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten is, en voorbereiding van opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan levensgevaar voor (een) ander(en) te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft,
en voorbereiding van moord,
en voorbereiding van diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of afpersing,
en voorbereiding van gijzeling,
en voorbereiding van opzettelijke vrijheidsberoving,
EN
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie II (onder 3), en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot munitie van categorie III,
EN
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een onderdeel van een wapen van categorie II (onder 7), meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden is geschied, meermalen gepleegd.
Het onder 6 primair bewezen verklaarde levert op:
Poging tot door bedreiging met geweld een ambtenaar dwingen tot het volvoeren van een ambtsverrichting.
Het onder 7 bewezen verklaarde levert op:
Diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is ook na gedragswetenschapelijk onderzoek geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte beperkt of uitsluit. De verdachte is dus strafbaar en wordt door het hof als volledig toerekeningsvatbaar beschouwd.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft in een zolderkamer in Rotterdam en in een huis in de Belgische Ardennen diverse voorwerpen, stoffen en informatiedragers voorhanden gehad, die de (kennelijke) bestemming hadden om brand te stichten of een ontploffing teweeg te brengen, of die kennelijk bestemd of bestemd waren om de delicten moord, diefstal met geweld en/of afpersing, gijzeling en wederrechtelijke vrijheidsberoving te plegen. De verdachte heeft zich dusdoende schuldig gemaakt aan voorbereiding van ernstige en gewelddadige - mogelijk zelfs maatschappij-ontwrichtende - misdrijven. Daarnaast heeft de verdachte (vuur)wapens voorhanden gehad, dreig-, poeder- en kogelbrieven verstuurd naar een aantal instanties en personen, en heeft hij een poging gedaan de politie ertoe te brengen twee grote treinstations te ontruimen. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal gevolgd van geweld. Met name voor de verzonden dreig-, poeder en kogelbrieven geldt dat deze een bijzonder grote impact hebben gehad, omdat deze tot gevolg hebben gehad dat onder meer afdelingen in quarantaine zijn geplaatst en bij de betreffende personen en binnen de betrokken instellingen soms heftige gevoelens van onrust en angst zijn veroorzaakt. Ook meer in algemeen is daardoor in de samenleving angst en onrust veroorzaakt.
Daarenboven heeft het hof bij de straftoemeting betrokken dat de verdachte door dit hof op 20 februari 2002 onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van twee zeer gewelddadige overvallen op grenswisselkantoren, in Hoek van Holland in 1998 en in Rotterdam in 1999. In beide gevallen heeft de verdachte ondanks de aanwezigheid van veel bezoekers explosieven tot ontploffing gebracht en heeft hij gebruik gemaakt van de hierdoor ontstane paniek en ontreddering. Verder zijn bij de overval in Rotterdam niet minder dan 30 kogels afgeschoten tijdens een vuurgevecht met de politie. Bij de veroordeling is door het hof overwogen dat het een wonder mag heten dat bij geen van beide overvallen dodelijke slachtoffers zijn gevallen. De thans bewezenverklaarde door verdachte gepleegde voorbereidingshandelingen winnen, in het licht van deze eerdere veroordeling nog aan gevaarzetting, strafrechtelijke ernst en maatschappelijke importantie. Ook is duidelijk geworden dat verdachte zich in zijn gedragingen niet wezenlijk laat beïnvloeden door strafrechtelijke sancties.
Dit alles maakt dat naar het oordeel van het hof bij de straftoemeting zodanig zwaar gewicht dient te worden toegekend aan de bescherming van de samenleving, dat slechts oplegging van een zeer langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf als passend kan worden beschouwd.
Strafmaatverweren
Door de verdediging is betoogd - op gronden als nader vermeld in de pleitnotities - dat van de toepassing van artikel 63 van het Wetboek van strafrecht, van de overschrijding van de redelijke termijn, van het verblijf van de verdachte in de EBI alsmede van de met de behandeling van de zaak gepaard gaande publiciteit een strafmitigerend effect dient uit te gaan.
Nu de bewezenverklaring geen enkel feit omvat waarbij sprake is van een pleegperiode welke geheel of gedeeltelijk is gelegen voor 20 februari 2002 (de datum waarop verdachte voor eerdergenoemde overvallen werd veroordeeld) vindt artikel 63 geen toepassing. Aldus behoeft dit onderdeel van het strafmaatverweer dan ook geen verdere bespreking en kan dit evenmin tot matiging van de op te leggen straf leiden.
Het hof is evenwel van oordeel dat de behandeling van de zaak niet heeft plaatsgevonden binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,
waarbij het hof met name de lange duur van de procedures in eerste aanleg en in hoger beroep in aanmerking neemt.
Het hof kan de verdediging overigens niet volgen in haar stelling dat de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep voornamelijk is toe te schrijven aan de overvolle agenda van justitie en de - niet voor rekening van de verdachte komende - omstandigheid dat in Nederland geen contra-expertise op de pyrotechnische mengsels kon worden uitgevoerd.
De onderhavige zaak betreft een complexe zaak. Voorts zijn er in Nederland niet veel laboratoria/deskundigen die in staat zijn pyrotechnische mengsels te onderzoeken en is het aan verdachtes handelen te wijten dat het bij uitstek daarvoor in aanmerking komende Nederlandse instituut, TNO, - 1 van de slachtoffers in feit 5 (Prins Mauritslaboratorium) - in deze niet geraadpleegd kon worden. Het hof acht het daarom reëel om de in aanmerking komende overschrijding van de redelijke termijn op ten hoogste 6 maanden te stellen.
Het hof zal deze overschrijding op de na te melden wijze verdisconteren in de op te leggen straf.
Het hof zal eveneens bij de straftoemeting betrekken dat de verdachte zijn detentie in relatie tot deze zaak al 2,5 jaar ondergaat onder het zwaarst denkbare detentieregime in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) te Vught. Feitelijk is verdachte sedert 12 mei 2007 onafgebroken in de EBI gedetineerd geweest. Dit regime leidt tot vergaande beperkingen van de vrijheden binnen de inrichting, welke onder meer fysiek contact tussen verdachte en zijn partner en zijn thans 14-jarige zoon zeer bemoeilijken zo niet feitelijk onmogelijk maken. Daarnaast is er sprake van ononderbroken cameratoezicht. Hoewel het hof niet kan en wil treden in de juistheid dan wel onjuistheid van de beslissing(en) van de justitiële autoriteiten om verdachte zijn detentie in de EBI te ondergaan, is het naar het oordeel van het hof een gegeven dat voormeld regime feitelijk een extra element van leedtoevoeging, en daarmee van strafverzwaring, in zich draagt. Het hof zal ook dit aspect verdisconteren in de op te leggen straf op de na te melden wijze.
Anders dan de verdediging is het hof evenwel van oordeel dat van "stigmatiserende media" aandacht geen sprake is geweest. Zeker gezien zijn eerdere veroordeling en ontvluchting moet het immers voor verdachte voorzienbaar moet zijn geweest, dat de media (ook) belangstelling zouden tonen omtrent de opsporing en berechting van de thans ten aanzien van verdachte bewezenverklaarde feiten. Naar het oordeel van het hof is er bovendien geen sprake geweest van bovenmatige of evident onjuiste berichtgeving of publicitaire aandacht. Het hof heeft tenslotte bij zijn oordeel betrokken dat verdachte blijkens zich in het dossier bevindende geschriften zelf ook actief contact heeft gezocht met de media over onder meer de feiten waar hij thans van verdacht wordt.
Het hof is, alles afwegende, dan ook van oordeel dat in het onderhavige geval de publicitaire aandacht onvoldoende reden vormt om daarmee bij de straftoemeting rekening te houden.
Conclusie
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat in beginsel een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 jaren een passende en geboden reactie vormt. Gelet op de overschrijding van de redelijke termijn en het voortdurende verblijf van de verdachte in de EBI zal het hof echter in plaats van de hiervoor overwogen straf een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren en 6 maanden opleggen. Deze korting van 18 maanden is voor een gedeelte van 12 maanden toe te schrijven aan de overschrijding van de redelijke termijn en voor een gedeelte van 6 maanden aan het verblijf in de EBI.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 primair en 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 eerste tot en met zevende cumulatief, 2, 3 subsidiair, 5, 6 primair en 7 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
- 10.
(tien) jaren en 6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. C.G.M. van Rijnberk,
mr. M. Moussault en mr. A. Kuijer, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 31 oktober 2012.
Bijlage 1
- 1.
hij
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 december 2001 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of te Gouvy en/of in België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is (art. 157 ahf/1° Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk een of meer voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s) heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
([A] Pyrotechnische mengsels (zg. SAS-sen), te weten: )
- -
mengsels op basis van kaliumnitraat en paraffine en/of
- -
mengsels van kaliumnitraat, paraffine en suiker en/of
- -
een mengsel van kaliumnitraat en koolstof en/of
- -
een mengsel van kaliumpermanganaat met suiker en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachtige component en klei en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat en een eiwitachtige component en/of
([B] Grondstoffen voor pyrotechnische mengsels, te weten:)
- -
een hoeveelheid (kleurloos kristallen) kaliumnitraat en/of
- -
een hoeveelheid zwavel en/of
- -
een hoeveelheid kaliumpermanganaat en/of
([C] Grondstoffen voor de springstof TATP, te weten: )
- -
een hoeveelheid aceton en/of
- -
een hoeveelheid waterstofperoxide en/of
- -
een hoeveelheid zwavelzuur en/of
- -
een hoeveelheid zoutzuur en/of
- -
een hoeveelheid citroenzuur en/of
([D] Grondstoffen voor andere springstoffen, te weten: )
- -
een hoeveelheid formaldehyde en/of
- -
een hoeveelheid glycerine en/of zwavelzuur en/of
- -
een hoeveelheid tolueen en/of zwavelzuur en/of
althans één of meer (grondstoffen voor) materia(a)l(en) geschikt om een ontploffing teweeg te brengen en/of
([E] Diverse schakelaars en/of elektrische circuitjes en/of andere voorwerpen, te weten: )
- -
een groen schakelkastje (met kommavormige printplaat) en/of
- -
(een) afstandsbediening(en) en/of
- -
een of meer (andere) kommavormige printpla(a)t(en) en/of
- -
een schakelklok en/of
- -
een trilelement van een telefoon en/of
- -
een kunststof behuizing met deksel, met daarin een schakelaar en een led lampje en/of
- -
diverse kunststof kokers / pijpen, met daarin een schakelaar en een led lampje en/of
[G] Diverse landkaarten en/of foto's te weten:
- -
Eén of meer landkaarten van Botlek en/of een plattegrond van de HSL-zone en/of
- -
Foto's van beveiliging(smaatregelen) in (het centrum van) Den Haag op Prinsjesdag en/of
- -
Foto's van diverse gebouwen (waaronder het gebouw van de rechtbank Rotterdam en/of Hotel New York) en/of schepen en/of evenementen (in Rotterdam) en/of
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en/of
- -
een paar (rubberen) handschoenen en/of
- -
een zakje Tie wraps en/of
- -
twee, althans één, portofoon(s) en/of
- -
een memorecorder en/of
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en/of
- -
een brandweerpet en/of
- -
een politieriem en/of
- -
een brandweertrui en/of
- -
een bivakmuts en/of
welke voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s), al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het in vereniging, althans alleen, begaan van dat/die misdrijf/misdrijven;
EN/OF
hij
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 december 2001 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of te Gouvy en/of in België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten is (art. 157 ahf/2° Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk een of meer voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s) heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
([A] Pyrotechnische mengsels (zg. SAS-sen), te weten: )
- -
mengsels op basis van kaliumnitraat en paraffine en/of
- -
mengsels van kaliumnitraat, paraffine en suiker en/of
- -
een mengsel van kaliumnitraat en koolstof en/of
- -
een mengsel van kaliumpermanganaat met suiker en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachtige component en klei en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat en een eiwitachtige component en/of
([B] Grondstoffen voor pyrotechnische mengsels, te weten: )
- -
een hoeveelheid (kleurloos kristallen) kaliumnitraat en/of
- -
een hoeveelheid zwavel en/of
- -
een hoeveelheid kaliumpermanganaat en/of
([C] Grondstoffen voor de springstof TATP, te weten: )
- -
een hoeveelheid aceton en/of
- -
een hoeveelheid waterstofperoxide en/of
- -
een hoeveelheid zwavelzuur en/of
- -
een hoeveelheid zoutzuur en/of
- -
een hoeveelheid citroenzuur en/of
([D] Grondstoffen voor andere springstoffen, te weten: )
- -
een hoeveelheid formaldehyde en/of
- -
een hoeveelheid glycerine en/of zwavelzuur en/of
- -
een hoeveelheid tolueen en/of zwavelzuur en/of
althans één of meer (grondstoffen voor) materia(a)l(en) geschikt om een ontploffing teweeg te brengen en/of
([E] Diverse schakelaars en/of elektrische circuitjes en/of andere voorwerpen, te weten: )
- -
een groen schakelkastje (met kommavormige printplaat) en/of
- -
(een) afstandsbediening(en) en/of
- -
een of meer (andere) kommavormige printpla(a)t(en) en/of
- -
een schakelklok en/of
- -
een trilelement van een telefoon en/of
- -
een kunststof behuizing met deksel, met daarin een schakelaar en een led lampje en/of
- -
diverse kunststof kokers / pijpen, met daarin een schakelaar en een led lampje en/of
[G] Diverse landkaarten en/of foto's te weten:
- -
Eén of meer landkaarten van Botlek en/of een plattegrond van de HSL-zone en/of
- -
Foto's van beveiliging(smaatregelen) in (het centrum van) Den Haag op Prinsjesdag en/of
- -
Foto's van diverse gebouwen (waaronder het gebouw van de rechtbank Rotterdam en/of Hotel New York) en/of schepen en/of evenementen (in Rotterdam) en/of
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en/of
- -
een paar (rubberen) handschoenen en/of
- -
een zakje Tie wraps en/of
- -
twee, althans één, portofoon(s) en/of
- -
een memorecorder en/of
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en/of
- -
een brandweerpet en/of
- -
een politieriem en/of
- -
een brandweertrui en/of
- -
een bivakmuts en/of
welke voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s), al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het in vereniging, althans alleen, begaan van dat/die misdrijf/misdrijven;
EN/OF
hij
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 december 2001 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of te Gouvy en/of in België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan levensgevaar voor (een) ander(en) te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft (art. 157 ahf/3° Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk een of meer voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s) heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
([A] Pyrotechnische mengsels (zg. SAS-sen), te weten: )
- -
mengsels op basis van kaliumnitraat en paraffine en/of
- -
mengsels van kaliumnitraat, paraffine en suiker en/of
- -
een mengsel van kaliumnitraat en koolstof en/of
- -
een mengsel van kaliumpermanganaat met suiker en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachtige component en klei en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat en een eiwitachtige component en/of
([B] Grondstoffen voor pyrotechnische mengsels, te weten:)
- -
een hoeveelheid (kleurloos kristallen) kaliumnitraat en/of
- -
een hoeveelheid zwavel en/of
- -
een hoeveelheid kaliumpermanganaat en/of
([C] Grondstoffen voor de springstof TATP, te weten: )
- -
een hoeveelheid aceton en/of
- -
een hoeveelheid waterstofperoxide en/of
- -
een hoeveelheid zwavelzuur en/of
- -
een hoeveelheid zoutzuur en/of
- -
een hoeveelheid citroenzuur en/of
([D] Grondstoffen voor andere springstoffen, te weten: )
- -
een hoeveelheid formaldehyde en/of
- -
een hoeveelheid glycerine en/of zwavelzuur en/of
- -
een hoeveelheid tolueen en/of zwavelzuur en/of
althans één of meer (grondstoffen voor) materia(a)l(en) geschikt om een ontploffing teweeg te brengen en/of
([E] Diverse schakelaars en/of elektrische circuitjes en/of andere voorwerpen, te weten: )
- -
een groen schakelkastje (met kommavormige printplaat) en/of
- -
(een) afstandsbediening(en) en/of
- -
een of meer (andere) kommavormige printpla(a)t(en) en/of
- -
een schakelklok en/of
- -
een trilelement van een telefoon en/of
- -
een kunststof behuizing met deksel, met daarin een schakelaar en een led lampje en/of
- -
diverse kunststof kokers / pijpen, met daarin een schakelaar en een led lampje en/of
[G] Diverse landkaarten en/of foto's te weten:
- -
Eén of meer landkaarten van Botlek en/of een plattegrond van de HSL-zone en/of
- -
Foto's van beveiliging(smaatregelen) in (het centrum van) Den Haag op Prinsjesdag en/of
- -
Foto's van diverse gebouwen (waaronder het gebouw van de rechtbank Rotterdam en/of Hotel New York) en/of schepen en/of evenementen (in Rotterdam) en/of
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en/of
- -
een paar (rubberen) handschoenen en/of
- -
een zakje Tie wraps en/of
- -
twee, althans één, portofoon(s) en/of
- -
een memorecorder en/of
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en/of
- -
een brandweerpet en/of
- -
een politieriem en/of
- -
een brandweertrui en/of
- -
een bivakmuts en/of
welke voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s), al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het in vereniging, althans alleen, begaan van dat/die misdrijf/misdrijven;
EN/OF
hij
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 december 2001 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of te Gouvy en/of in België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
moord (art. 289 Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk een of meer voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s) heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
[F] één of meer vuurwapen(s) (te weten: een pistool Sig p-210 en/of een (ingekort) hagelgeweer BRNO) en/of patroonhouders en/of munitie en/of
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en/of
- -
een paar (rubberen) handschoenen en/of
- -
een zakje Tie wraps en/of
- -
twee, althans één, portofoon(s) en/of
- -
een memorecorder en/of
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en/of
- -
een brandweerpet en/of
- -
een politieriem en/of
- -
een brandweertrui en/of
- -
een bivakmuts en/of
welke voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s), al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het in vereniging, althans alleen, begaan van dat/die misdrijf/misdrijven;
EN/OF
hij
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 december 2001 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of te Gouvy en/of in België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
diefstal met geweldpleging (art. 312 Wetboek van Strafrecht) en/of afpersing (art. 317 Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk een of meer voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s) heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
[F] één of meer vuurwapen(s) (te weten: een pistool Sig p-210 en/of een (ingekort) hagelgeweer BRNO) en/of patroonhouders en/of munitie en/of een replica van een handgranaat en/of een leeg lichaam van een handgranaat en/of
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en/of
- -
een paar (rubberen) handschoenen en/of
- -
een zakje Tie wraps en/of
- -
twee, althans één, portofoon(s) en/of
- -
een memorecorder en/of
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en/of
- -
een brandweerpet en/of
- -
een politieriem en/of
- -
een brandweertrui en/of
- -
een bivakmuts en/of
[I] Een (concept losgeld)brief, ondertekend met Wolfje,
welke voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s), al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het in vereniging, althans alleen, begaan van dat/die misdrijf/misdrijven;
EN/OF
hij
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 december 2001 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of te Gouvy en/of in België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
gijzeling (art. 282a Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk een of meer voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s) heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
[F] één of meer vuurwapen(s) (te weten: een pistool Sig p-210 en/of een (ingekort) hagelgeweer BRNO) en/of patroonhouders en/of munitie en/of
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en/of
- -
een paar (rubberen) handschoenen en/of
- -
een zakje Tie wraps en/of
- -
twee, althans één, portofoon(s) en/of
- -
een memorecorder en/of
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en/of
- -
een brandweerpet en/of
- -
een politieriem en/of
- -
een brandweertrui en/of
- -
een bivakmuts en/of
[I] Een (concept losgeld)brief, ondertekend met Wolfje,
welke voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s), al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het in vereniging, althans alleen, begaan van dat/die misdrijf/misdrijven;
EN/OF
hij
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 december 2001 tot en met 12 mei 2007 te Rotterdam en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland en/of te Gouvy en/of in België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten:
wederrechtelijke vrijheidsberoving (art. 282 Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk een of meer voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s) heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad, te weten:
[F] één of meer vuurwapen(s) (te weten: een pistool Sig p-210 en/of een (ingekort) hagelgeweer BRNO) en/of patroonhouders en/of munitie en/of
[H] Diverse andere goederen, te weten,
- -
een kogelwerend vest en/of
- -
een paar (rubberen) handschoenen en/of
- -
een zakje Tie wraps en/of
- -
twee, althans één, portofoon(s) en/of
- -
een memorecorder en/of
- -
een (over)jas van de Koninklijke Marechaussee en/of
- -
een brandweerpet en/of
- -
een politieriem en/of
- -
een brandweertrui en/of
- -
een bivakmuts en/of
[I] Een (concept losgeld)brief, ondertekend met Wolfje,
welke voorwerp(en) en/of stof(fen) en/of informatiedrager(s), al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd waren tot het in vereniging, althans alleen, begaan van dat/die misdrijf/misdrijven;
- 2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 19 september 2006 te Rotterdam
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk Sig, model P-210, kaliber 9 x 19 millimeter,
en/of
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 3e van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e van die wet, dat zodanig was gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was, te weten een geweer van het merk BRNO Arms, model ZH 301, kaliber 12,
waaraan de volgende wijzigen(en) was/waren aangebracht: de loop en de kolf waren ingekort,
en/of
munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet van de Categorie III, te weten
- -
49, althans één of meer, kogelpatro(o)n(en), kaliber 9 x 19 millimeter,
- -
26, althans één of meer, hagelpatro(o)n(en), kaliber 12,
voorhanden heeft gehad;
- 3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 december 2001 tot 12 mei 2007 te Rotterdam, althans in Nederland en/of te Gouvy en/of in België een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen en/of beproeven van (een) wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 7e van de Wet wapens en munitie, te weten (een) voorwerp(en) (en/of (een) onderde(e)l(en) van (een) voorwerp(en)) bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, immers heeft hij in die periode (meermalen) explosieve mengsels vervaardigd en/of beproefd te
weten:
- -
mengsels op basis van kaliumnitraat en paraffine en/of
- -
mengsels van kaliumnitraat, paraffine en suiker en/of
- -
mengsels van kaliumnitraat en suiker (in een buis en/of koker) en/of
- -
een mengsel van kaliumnitraat en koolstof en/of
- -
een mengsel van kaliumpermanganaat met suiker en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachtige component en klei en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat en een eiwitachtige component en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachige component en een zwart materiaal dat op teer lijkt;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 september 2006 te Rotterdam (een) wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 7e van de Wet wapens en munitie, te weten (een) voorwerp(en) (en/of (een) onderde(e)l(en) van (een) voorwerp(en)) bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing voor handen heeft gehad, te weten:
- -
mengsels op basis van kaliumnitraat en paraffine en/of
- -
mengsels van kaliumnitraat, paraffine en suiker en/of
- -
mengsels van kaliumnitraat en suiker (in een buis en/of koker) en/of
- -
een mengsel van kaliumnitraat en koolstof en/of
- -
een mengsel van kaliumpermanganaat met suiker en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachtige component en klei en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat en een eiwitachtige component en/of
- -
een mengsel van kaliumchloraat, zwavel, een eiwitachige component en een zwart materiaal dat op teer lijkt en/of
- -
een hoeveelheid (kleurloos kristallen) kaliumnitraat en/of
- -
een hoeveelheid zwavel en/of
- -
een hoeveelheid kaliumpermanganaat en/of
- -
een hoeveelheid aceton en/of
- -
een hoeveelheid waterstofperoxide 20 volume -% en/of
- -
een hoeveelheid zwavelzuur en/of
- -
een hoeveelheid citroenzuur en/of zoutzuur en/of
- -
een hoeveelheid formaldehyde en/of
- -
een hoeveelheid glycerine en/of
- -
een hoeveelheid tolueen en/of
- -
kunststof behuizing met deksel met aangebrachte eindkappen waarin een schakelaar en een led lampje was gemonteerd en/of
- -
drie kunststof kokers en/of pijpen met aangebrachte eindkappen, waarin een schakelaar en een led lampje was aangebracht en/of
- -
schakelmateriaal in de vorm van afstandbedieningen en/of een tijdschakelaar en/of
- -
een granaatlichaam van een handgranaat, model nummer: 20 C1
voorhanden heeft gehad;
- 4.
hij, in of omstreeks de periode van 1 september 2004 tot en met 21 oktober 2004 te Den Haag en/of Rotterdam en/of Breda en/of Maasland en/of Wassenaar en/of De Lier en/of (elders) in Nederland en/of te Spanje, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in verenging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [persoon 1] en/of [persoon 2] te
dwingen tot de afgifte van 25.000.000 euro, althans een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan die [persoon 1] en/of [persoon 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte(n),
die [persoon 1] en/of [persoon 2], (telkens)
- -
(onder de naam [naam] of [naam]) heeft/hebben opgebeld waarbij werd gezegd dat een bedrag van 25 miljoen overgemaakt moest worden en/of dat er betaald moest worden en/of dat [persoon 2] met verkeerde zaken bezig was, dat dit geregeld kon worden, maar dat er dan wel betaald moest worden, althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- -
(daarbij) te kennen heeft gegeven op de hoogte te zijn van de personalia en/of de woon -of verblijfplaats van die [persoon 2] en/of [persoon 2], althans (een) familielid/leden van die [persoon 2] en/of [persoon 2] en/of
- -
een hoeveelheid rode verf op de voordeur van de woning van [persoon 1] en/of op de garagedeur behorende bij de woning van [persoon 2] (zijnde een familielid van de genoemde [persoon 2]) en/of op de voor-en/of achterruit van een (personen)auto van het merk Jeep Grand Cherokee heeft/hebben
aangebracht en/of (vervolgens) die [persoon 1] heeft/hebben opgebeld en gezegd dat er voor donderdag betaald moest zijn, want hij begreep ook wel dat het anders niet bij een potje rode verf zou blijven en/of dat er betaald moet
gaan worden, anders zou het niet goed zijn voor [persoon 2], zijn familie en zijn bedrijf, althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- -
een of meer brieven heeft/hebben toegestuurd met daarin een zogenaamd Iban-nummer en/of de naam [naam] en/of het getal 25.000.000 met daarbij een kogel en/of
- -
(onder de naam [naam]) heef/hebben opgebeld met dat er moest worden betaald anders zouden er slachtoffers vallen en/of dat betalen de enige manier was om van ze af te komen en/of dat hij op moest schieten omdat er anders onaangename
dingen met [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of hun familezouden gebeuren, althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking en/of
- -
een enveloppe met daarop de tekst "El Muerte" heeft/hebben toegestuurd met daarin een brief met daarop een afbeelding van een man met een rokend pistool in zijn hand met aan zijn voeten op de grond liggend een persoon in een plas bloed, met daarbij de tekst: "aanschouw uw lot, tenzij jullie betalen",
althans soortgelijke (dreigende) woorden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
- 5.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2003 tot en met 30 september 2004 te Wassenaar en/of Rotterdam en/of Rijswijk en/of 's-Gravenhage en/of Maassluis en/of Leidschendam in elk geval in Nederland
één of meer medewerker(s) van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst en/of [persoon 3] (werkzaam bij tankstation Shell welke onderdeel is van [rechtspersoon]) en/of [persoon 4] en/of [persoon 5] en/of
[persoon 6] (werkzaam bij de Rechtbank Rotterdam) en/of [persoon 7] (werkzaam bij Mac Donalds te Rijswijk) en/of [persoon 8] (werkzaam bij Mac Donalds te Den Haag) en/of [persoon 9] en/of [persoon 10] (werkzaam bij Eurobrom) en/of [persoon 11] (werkzaam bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg)
en/of [persoon 12] (fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam) en/of [persoon 13] (werkzaam bij het Prins Maurits Laboratorium) (telkens)
- (schriftelijk)
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk dreigend
- -
een envelop naar het adres van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst te Leidschendam gestuurd inhoudende een (rode) brief waarop een zogenaamde pestdokter is afgebeeld en/of waaronder de tekst "De rode pest" staat vermeld
en/of
- -
een envelop naar het adres van een Shell tankstation (filiaal Rijksstraatweg te Wassenaar), alwaar die [persoon 3] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid (gele) poeder en/of een (gele) brief waarop een kruis en een zwaard zijn afgebeeld en/of waaronder de tekst "De gele plaag" staat vermeld en/of
- -
een envelop naar het adres van de Rechtbank Rotterdam, alwaar die [persoon 4] en/of [persoon 5] werkzaam is/zijn, gestuurd inhoudende een hoeveelheid (witte) poeder en/of een (rode) brief waarop een kruis en een zwaard zijn afgebeeld en/of waaronder de tekst "De gele plaag" staat vermeld en/of
- -
een envelop naar het adres van de Rechtbank Rotterdam, alwaar die [persoon 6] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid (witte) poeder en/of een (rode) brief waarop een kogel is vastgeplakt en/of waarop een zogenaamde pestdokter is afgebeeld en/of waaronder de tekst "De rode pest" staat vermeld en/of
- -
een envelop naar het adres van een Mac Donalds restaurant (filiaal Boogaardplein te Rijswijk), alwaar die [persoon 7] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid poeder en/of een (rode) brief waarop een zogenaamde pestdokter is afgebeeld en/of waaronder de tekst "De rode pest" staat vermeld en/of
- -
een envelop naar het adres van een Mac Donalds restaurant (filiaal Het Plein te 's-Gravenhage), alwaar die [persoon 8] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid (witte) poeder en/of een (rode) brief waarop een zogenaamde pestdokter is afgebeeld en/of waaronder de tekst "De rode pest" staat vermeld en/of
- -
een envelop naar het adres van Eurobrom B.V., alwaar die [persoon 9] en/of [persoon 10] werkzaam is/zijn, gestuurd inhoudende een brief waarop drie personen hangend aan een galg zijn afgebeeld en/of waarbij de tekst "You die now: are you afraid?" staat vermeld en/of
- -
een envelop naar het adres van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, alwaar die [persoon 11] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid poeder en/of een brief waarop skelet met in zijn hand een zeis en onder hem één of meer
ledema(a)t(en) is/zijn afgebeeld en/of waarbij de tekst "Are you afraid? You die now" staat vermeld en/of
- -
een envelop naar het adres van Leefbaar Rotterdam, alwaar die [persoon 12] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid poeder en/of een brief waarop een persoon op een martelwerktuig en/of een geestelijke en/of een persoon met
een stok in zijn handen is/zijn afbeeld en/of waaronder de tekst "Dood door post, de rode pest" staat vermeld en/of
- -
een envelop naar het adres van het Prins Maurits Laboratorium, alwaar die [persoon 13] werkzaam is, gestuurd inhoudende een hoeveelheid poeder en/of een brief waarop een gasmasker en/of een Duitse helm zijn afgebeeld en/of waarbij
de tekst "Moge God hebbe jullie ziel, de rode pest" staat vermeld,
althans (telkens) een envelop inhoudende (een) afbeelding(en) en/of tekst en/of goed van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
welke (telkens) één of meer voornoemde perso(o)n(en) heeft/hebben ontvangen en/of geopend, in elk geval waarvan (telkens) één of meer voornoemde perso(o)n(en) kennis heeft/heeft genomen;
- 6.
hij in de periode van 16 juli 2004 tot en met 19 juli 2004 te Naaldwijk en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf,
om door geweld of dreiging met geweld één of meer (politie)ambtena(a)r(en) van de politie Westland te dwingen tot het volvoeren van een ambtsverrichting, te weten:
het ontruimen van de stations van Haarlem en/of Den Haag Hollands Spoor en/of het nemen van (alle nodige) maatregelen ter voorkoming van een aanslag althans explosie en/of ter voorkoming van letsel en/of ter voorkoming van schade op of in de omgeving van de stations Haarlem en/of Den Haag Hollands Spoor
een brief naar de politie Westland heeft gestuurd met daarin de tekst:
'Wij raden u aan om de stations Haarlem en Den Haag HS maandag as te ontruimen. By een dezer stations kan anders een in een rode rugzak verpakte bom ernstige schade toebrengen. In de rugzak zit een vier liter tupperware-doos. In de tupperwaredoos zit een hoeveelheid van vijf pond Semtex-H. in de Semtex-H zit een medicijnflesje met een inhoud van negenendertig mililiter nitroglycerine. In de nitroglycerine zit een simpel maar effectief GSM-trilelement. Een mechanische klok zal tussen 07:09 en 07:39 het trilelement in werking brengen. GY ZULT ONTRUIMEN!'.
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 juli 2004 tot en met 19 juli 2004 te Naaldwijk en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om door geweld of enige feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen één of meer medewerker(s) van de politie Westland voornoemde medewerker(s) wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden,
een brief naar de politie Westland heeft gestuurd met daarin de tekst:
'Wij raden u aan om de stations Haarlem en Den Haag HS maandag as te ontruimen. By een dezer stations kan anders een in een rode rugzak verpakte bom ernstige schade toebrengen. In de rugzak zit een vier liter tupperware-doos. In de Tupperwaredoos zit een hoeveelheid van vijf pond Semtex-H. in de Semtex-H zit een medicijnflesje met een inhoud van negenendertig mililiter nitroglycerine. In de nitroglycerine zit een simpel maar effectief GSM-trilelement. Een mechanische klok zal tussen 07:09 en 07:39 het trilelement in werking brengen. GY ZULT ONTRUIMEN!'.
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 juli 2004 tot en met 19 juli 2004 te Naaldwijk en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland opzettelijk door valse alarmkreten of signalen de rust heeft verstoord,
immers heeft verdachte opzettelijk
'Wij raden u aan om de stations Haarlem en Den Haag HS maandag as te ontruimen. By een dezer stations kan anders een in een rode rugzak verpakte bom ernstige schade toebrengen. In de rugzak zit een vier liter tupperware-doos. In de tupperwaredoos zit een hoeveelheid van vijf pond Semtex-H. in de Semtex-H zit een medicijnflesje met een inhoud van negenendertig mililiter nitroglycerine. In de nitroglycerine zit een simpel maar effectief GSM-trilelement. Een mechanische klok zal tussen 07:09 en 07:39 het trilelement in werking brengen. GY ZULT ONTRUIMEN!'.
althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
door welke valse alarmkreten of signalen de rust werd verstoord;
- 7.
hij op of omstreeks 12 mei 2007 te Arnhem in/uit een winkel, gelegen aan de Utrechtsestraat, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een jas (merk Arc'Tyrex) en/of een broek (merk Arc'Tyrex) en/of een mes (merk Benchmade), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Bever Zwerfsport B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd
van geweld en / of bedreiging met geweld tegen een winkelmedewerker van voornoemde Bever Zwerfsport B.V. en/of een te hulp schietende passant, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk
te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en / of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het op de openbare weg, de Vijfzinnenstraat, althans een openbare weg, meermalen, althans
eenmaal, spuiten van traangas, althans een weerloosmakende of traanverwekkende stof in het gezicht en/of een/de o(o)g(en) van die winkelmedewerker en/of passant.
- -
44 - 22-003354-10