NJB 2022/2118
Toetsing aan het evenredigheidsbeginsel in een geval waarin de inspecteur op grond van de wet discretionaire ruimte heeft en er uitvoeringsbeleid is. In dit geval geen strijd met het evenredigheidsbeginsel om terugwerkende kracht van vrijstelling van motorrijtuigenbelasting te beperken (anders: het hof en de A-G)
HR 02-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1124
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 september 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Fierstra, Boerlage, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/02121
20/02123
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1125, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑09‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1124, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:667, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑08‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑08‑2020
- Wetingang
Essentie
Toetsing aan het evenredigheidsbeginsel in een geval waarin de inspecteur op grond van de wet discretionaire ruimte heeft en er uitvoeringsbeleid is. In dit geval geen strijd met het evenredigheidsbeginsel om terugwerkende kracht van vrijstelling van motorrijtuigenbelasting te beperken (anders: het hof en de A-G)
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘2.2
In 2016 heeft belanghebbende ontdekt dat zij heeft verzuimd om voor 338 personenauto’s die bij de RDW waren geregistreerd om daarmee taxivervoer te verrichten, aan de Inspecteur te verzoeken om de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting te verlenen die is voorzien (…). Daarop heeft zij (…) de Inspecteur alsnog ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.