Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1301/2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling ‘Investeren in groei en werkgelegenheid’
Artikel 5 Investeringsprioriteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
30-03-2020, PbEU 2020, L 99 (uitgifte: 31-03-2020, regelingnummer: 2020/460)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-03-2020, PbEU 2020, L 99 (uitgifte: 31-03-2020, regelingnummer: 2020/460)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Het EFRO ondersteunt de volgende investeringsprioriteiten in het kader van de in artikel 9, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 omschreven thematische doelstellingen overeenkomstig de ontwikkelingsbehoeften en de groeimogelijkheden die bedoeld worden in artikel 15, lid 1, onder a), punt i), van die verordening en die in de partnerschapovereenkomst zijn vastgelegd als:
- 1)
versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie door:
- a)
de verbetering van de infrastructuur voor onderzoek en innovatie (O&I) en van de capaciteiten voor de ontwikkeling van topprestaties op dit gebied, en de bevordering van kenniscentra, met name van die van Europees belang;
- b)
de bevordering van bedrijfsinvesteringen in O&I, het ontwikkelen van verbanden en synergieën tussen ondernemingen, O&I-centra en het hoger onderwijs, met name de bevordering van investeringen in de ontwikkeling van producten en diensten, de overdracht van technologie, sociale innovatie, milieu-innovatie, toepassingen voor overheidsdiensten, de stimulering van de vraag, het opzetten van netwerken, clusters en open innovatie door middel van slimme specialisatie en ondersteuning van technologisch en toegepast onderzoek, proefopstellingen, maatregelen voor snelle productvalidatie, geavanceerde productiecapaciteit en eerste productie, met name in sleuteltechnologieën en de verspreiding van universeel inzetbare technologieën, alsook de bevordering van investeringen die nodig zijn ter versterking van de crisisresponscapaciteiten van de gezondheidsdiensten;
- 2)
verbetering van de toegang tot en het gebruik en de kwaliteit van ICT door:
- a)
de uitbreiding van de uitrol van breedband- en snelle netwerken en de omarming van opkomende technologieën en netwerken voor de digitale economie;
- b)
de ontwikkeling van ICT-producten en -diensten, e-handel, en bevordering van de vraag naar ICT;
- c)
de stimulering van ICT-toepassingen voor e-overheid, e-leren, e-inclusie, e-cultuur en e-gezondheid;
- 3)
verbetering van het concurrentievermogen van het mkb door:
- a)
de bevordering van het ondernemerschap, met name door de economische exploitatie van nieuwe ideeën te vergemakkelijken en door het oprichten van nieuwe bedrijven aan te moedigen, eveneens via starterscentra;
- b)
de ontwikkeling en de uitvoering van nieuwe bedrijfsmodellen voor het mkb, met name met het oog op internationalisering;
- c)
de ondersteuning van de totstandbrenging en de uitbreiding van geavanceerde capaciteiten voor de ontwikkeling van producten en diensten;
- d)
de ondersteuning van de capaciteit van het mkb om te groeien op regionale, nationale en internationale markten, en zich in te zetten voor innovatieprocessen;
- 4)
steun voor de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken door:
- a)
het bevorderen van de productie en de distributie van energie uit hernieuwbare bronnen;
- b)
het bevorderen van energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energie in ondernemingen;
- c)
het ondersteunen van energie-efficiëntie, slim energiebeheer en het gebruik van hernieuwbare energie in openbare infrastructuur, met inbegrip van openbare gebouwen, en in de woningbouwsector;
- d)
het ontwikkelen en gebruiken van slimme systemen voor distributie die functioneren met een laag en gemiddeld spanningsniveau;
- e)
het bevorderen van koolstofarme strategieën voor alle soorten gebieden, met name stedelijke gebieden, inclusief het bevorderen van duurzame, multimodale stedelijke mobiliteit en aanpassingsmaatregelen die van belang zijn voor de vermindering van de uitstoot;
- f)
het bevorderen van het onderzoek naar, innovaties in en de aanwending van koolstofarme technologieën;
- g)
het bevorderen van het gebruik van hoogefficiënte warmtekrachtkoppeling gebaseerd op de vraag naar nuttige warmte;
- 5)
bevordering van de aanpassing aan de klimaatverandering, risicopreventie en risicobeheer door:
- a)
het ondersteunen van investeringen voor de aanpassing aan de klimaatverandering, inclusief ecosysteemgerichte benaderingen;
- b)
het bevorderen van investeringen waarmee specifieke risico's het hoofd kan worden geboden, het waarborgen van de capaciteit tot herstel na rampen en het ontwikkelen van systemen voor rampenbeheersing;
- 6)
behoud en bescherming van het milieu en bevordering van efficiënte omgang met hulpbronnen door:
- a)
investeringen in de afvalsector om te voldoen aan de vereisten van het milieuacquis van de Unie, en het tegemoetkomen aan de door de lidstaten geïdentificeerde behoeften aan investeringen die verder gaan dan die vereisten;
- b)
investeringen in de watersector om te voldoen aan de vereisten van het milieuacquis van de Unie, en het tegemoetkomen aan de door de lidstaten geïdentificeerde behoeften aan investeringen die verder gaan dan die vereisten;
- c)
het behouden, beschermen, bevorderen en ontwikkelen van het natuurlijk en cultureel erfgoed;
- d)
het beschermen en herstellen van de biodiversiteit en de bodem en het bevorderen van ecosysteemdiensten, onder meer door Natura 2000 en groene infrastructuur;
- e)
maatregelen tot verbetering van het stadsmilieu, opwaardering van steden, sanering en ontsmetting van oude bedrijfsterreinen (met inbegrip van herbestemmingsgebieden), de vermindering van de luchtverontreiniging en bevordering van lawaaireductiemaatregelen;
- f)
het bevorderen van innovatieve technologieën om de milieubescherming en het efficiënte gebruik van hulpbronnen te verbeteren in de afvalsector, de watersector en met betrekking tot de bodem, of om de luchtvervuiling te verlagen;
- g)
ondersteuning van de industriële overgang naar een energie-efficiënte economie, het bevorderen van groene groei, eco-innovatie en het beheer van milieuprestaties in de publieke en private sector;
- 7)
bevordering van duurzaam vervoer en opheffing van knelpunten in centrale netwerkinfrastructuren door:
- a)
het ondersteunen van een multimodale interne Europese vervoersruimte door middel van investeringen in het TEN-V;
- b)
het versterken van de regionale mobiliteit door het aansluiten van secundaire en tertiaire knooppunten op de TEN-V-infrastructuur, met inbegrip van multimodale knooppunten;
- c)
het ontwikkelen en verbeteren van milieuvriendelijke (waaronder lawaaiarme) en koolstofarme vervoerssystemen, met inbegrip van vervoer over binnenwateren en over zee, havens, multimodale verbindingspunten en luchtvaartinfrastructuur, om duurzame regionale en lokale mobiliteit te bevorderen;
- d)
het ontwikkelen en herstellen van fijnmazige, kwalitatief hoogwaardige en interoperabele spoorwegsystemen, en het bevorderen van maatregelen voor lawaaivermindering;
- e)
het verbeteren van energie-efficiëntie en voorzieningszekerheid door de ontwikkeling van slimme energiedistributie-, opslag- en transmissiesystemen en door de integratie van gedistribueerde opwekking van energie uit hernieuwbare bronnen;
- 8)
bevordering van duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit door:
- a)
de ondersteuning van het ontwikkelen van starterscentra en investeringssteun voor het werken als zelfstandige, micro-ondernemingen en bij het opzetten van een bedrijf;
- b)
het ondersteunen van werkgelegenheidsvriendelijke groei via de ontwikkeling van het eigen potentieel als onderdeel van een territoriale strategie voor specifieke gebieden, met inbegrip van de herbestemming van industriegebieden met afnemende economische activiteit en de verbetering van de toegankelijkheid en de ontwikkeling van specifieke natuurlijke en culturele hulpbronnen;
- c)
het ondersteunen van initiatieven voor lokale ontwikkeling en steun voor de structuur voor lokale dienstverlening met het oog op het scheppen van banen, wanneer dergelijke acties buiten de werkingssfeer van Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) vallen;
- d)
investeringen in infrastructuur voor diensten voor arbeidsvoorziening;
- 9)
bevordering van sociale insluiting, bestrijding van armoede en elke vorm van discriminatie door:
- a)
investeringen in gezondheids- en sociale infrastructuur die bijdragen tot de nationale, regionale en lokale ontwikkeling, het verminderen van ongelijkheden wat de gezondheidsstatus betreft, het bevorderen van sociale inclusie door een betere toegankelijkheid van sociale, culturele en recreationele diensten en de overgang van institutionele naar gemeenschapsgerichte diensten;
- b)
het verstrekken van steun voor fysieke, economische en sociale sanering van achtergestelde gemeenschappen in stedelijke en rurale gebieden;
- c)
het verstrekken van steun voor sociale ondernemingen;
- d)
investeringen in de context van lokale ontwikkelingsstrategieën vanuit de gemeenschap;
- e)
het ondersteunen van de opvang en de sociale en economische integratie van migranten en vluchtelingen;
- 10)
investeringen in onderwijs, opleiding en beroepsopleiding op het gebied van vaardigheden en een leven lang leren door het ontwikkelen van infrastructuur voor onderwijs en opleiding;
- 11)
verbetering van de institutionele capaciteit van de overheid en belanghebbenden en een efficiënt openbaar bestuur door maatregelen ter versterking van de institutionele capaciteit en het verhogen van de doeltreffendheid van het openbaar bestuur en de openbare diensten in verband met de uitvoering van het EFRO, en ter ondersteuning van maatregelen in het kader van het ESF ter versterking van de institutionele capaciteit en de doeltreffendheid van het openbaar bestuur.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (Zie bladzijde 470 van dit Publicatieblad).