NJ 1955/399
Bewijsaanbod en motiveringsplicht.
HR 05-02-1954, ECLI:NL:HR:1954:14
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 februari 1954
- Magistraten
Mrs Donner, van der Meulen, Hijink, Losecaat Vermeer en de Jong
- Zaaknummer
[05021954/NJ_1955-399]
- Conclusie
Mr. Eggens
- JCDI
JCDI:ADS136015:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1954:14, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑02‑1954
- Wetingang
(Rv art. 199.)
Essentie
Bewijsaanbod en motiveringsplicht.
Samenvatting
Het eerste onderdeel van het middel mist feitelijken grondslag.
Het tweede onderdeel taalt, omdat, al behoort de rechter i.v.m. art. 199 Rv. rekenschap te geven van de redenen waarom aan het aanbod van een procespartij om bepaalde feiten’ door getuigen te bewijzen, wordt voorbijgegaan, zodanige verplichting niet bestaat, indien degeen die bewijs aanbiedt daarbij niet vermeldt, dat hij zich voorstelt dit bewijs door getuigen of mede door getuigen te leveren.
Partij(en)
C- P. A. Verhoeven, te Hilversum, eiser tot cassatie van een door de Arr.-Rb. te Amsterdam op 20 Aug. 1953 tussen pp. gewezen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.