RBP 2017/77
Stelplicht. Dient een rechter gebruik te maken van zijn regiefunctie?
HR 19-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:939
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 mei 2017
- Magistraten
Mrs. A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/01432
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- JCDI
JCDI:ADS926912:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:939, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:180, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2016
- Wetingang
Art. 22 Rv; art. 4:202 lid 1 onderdeel a BW
Essentie
Verplichte regiefunctie. Stelplicht.
Dient een rechter gebruik te maken van zijn regiefunctie?
Samenvatting
Twee van de drie erfgenamen hebben begin 2005 een nalatenschap beneficiair aanvaard. De nalatenschap dient door de drie erfgenamen eerst te worden vereffend voordat die kan worden verdeeld. Daarover bestaat jarenlange diepe onenigheid, waaronder of een van de erfgenamen nog een schuld heeft aan de nalatenschap, terwijl zijn vordering op de nalatenschap de pretense schuld overtreft. Alle externe crediteuren van de nalatenschap lijken te zijn voldaan. Een van de erfgenamen is een verdelingsprocedure gestart tegen de andere twee. Na een serie tussenvonnissen wijst de rechtbank in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.