Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, van 12 Augustus 1949
Artikel 90
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Alle faciliteiten zullen aan geïnterneerden worden verleend om zich te voorzien van kleding, schoeisel en extra ondergoed, zowel op het ogenblik van hun aanhouding als later, indien zulks nodig is. Indien geïnterneerden niet beschikken over voldoende kleding, gelet op het klimaat, en zij zich deze niet zelf kunnen verschaffen, zal de gevangenhoudende Mogendheid hun deze kosteloos verstrekken.
2.
Kledingstukken welke de gevangenhoudende Mogendheden aan geïnterneerden verstrekt, en uitwendige merktekens welke op de kleding van geïnterneerden worden aangebracht, mogen geen onterend karakter hebben, noch hen belachelijk maken.
3.
Werkende geïnterneerden moeten voor hun arbeid geschikte kleding ontvangen, waaronder begrepen beschermende kleding, telkens wanneer de aard van de arbeid zulks vereist.