Rb. Limburg, 23-03-2016, nr. 03/659232-14
ECLI:NL:RBLIM:2016:2514, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Rechtbank Limburg
- Datum
23-03-2016
- Zaaknummer
03/659232-14
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBLIM:2016:2514, Uitspraak, Rechtbank Limburg, 23‑03‑2016; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2019:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 23‑03‑2016
Inhoudsindicatie
strafoplegging voor belaging, smaadschrift en vernieling
Partij(en)
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers: 03/659232-14, 03/661291-14 (ttzgev) en 04/860321-11 (vtvv)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 maart 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] ,
wonende [adresgegevens] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. A.L. Rinsma, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.
1. Onderzoek van de zaak
De zaken zijn inhoudelijk behandeld op de zitting van 9 maart 2016, na verwijzing van de zaken door de politierechter. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
2. De tenlastelegging
De tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenkingen komen erop neer dat de verdachte zijn overburen heeft gestalkt en in hun eer en goede naam heeft aangetast, alsmede dat hij bij zijn over- en zijburen vernielingen heeft gepleegd. Ten aanzien van het telefonisch contact opnemen met de werkgever leest de rechtbank voor ‘werkgever’ de ‘(ex-)werkgever’ omdat het dienstverband reeds beëindigd was op het moment van het contact.
3. De beoordeling van het bewijs
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdachte heeft gedurende lange tijd zijn overburen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op alle mogelijke manieren gestalkt. Ook heeft hij vernielingen aangericht aan het huis van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] door stenen op het dak te gooien. Verder heeft hij hen zwart gemaakt door pamfletten op te hangen met beschuldigende teksten.
Verder heeft de verdachte een boom en een hek vernield van een andere buurvrouw, [slachtoffer 3] .
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de belaging en de vernielingen. Het dossier is volgens de raadsman eenzijdig samengesteld om de verdachte veroordeeld te krijgen. De context waarin zaken zich hebben afgespeeld, wordt door de officier van justitie niet meegewogen, terwijl die van cruciaal belang is. Veel van de verweten gedragingen van de verdachte kunnen bovendien niet bewezen worden en als er belastende verklaringen van getuigen zijn, dan dient daar gelet op de context behoedzaam mee te worden omgegaan. Ten aanzien van feit 3 (smaadschrift) en de vernieling van de boom heeft de raadsman aangevoerd dat niet is vast te stellen dat de boom door het snoeien dood is gegaan.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht alle feiten wettig en overtuigend bewezen. Van een aantal specifieke onderdelen van de tenlastelegging moet de verdachte worden vrijgesproken, omdat daarvoor onvoldoende wettig bewijs voorhanden is (er is geen ander bewijs dan de verklaringen van aangevers).
Tegen de verdachte is aangifte gedaan door zijn inmiddels verhuisde buren [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Zij hebben gedurende een langere periode vaker en daarmee stelselmatig gedragingen van de verdachte moeten verduren en wel zodanig dat er een stelselmatige inbreuk is gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte bij herhaling kwetsende en bedreigende teksten heeft geuit richting [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en bedreigende gebaren heeft gemaakt. Verder parkeerde de verdachte zijn auto hinderlijk, nam hij telefonisch contact op met de
(ex-)werkgever van [slachtoffer 2] door zich voor te doen als de curator, gooide hij stenen tegen de woning van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] waardoor vernielingen werden aangericht aan de woning van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en hing hij beschuldigende, grievende en smadelijke pamfletten op achter de ramen van zijn eigen woning, die voor willekeurige voorbijgangers goed zichtbaar en duidelijk leesbaar waren. Tot slot heeft verdachte een nepcamera geplaatst en deze nepcamera gericht op de woonkamer van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Al met al betreft het een scala aan belagende gedragingen over een lange periode. Het bewijs bestaat uit de aangifte, uit verklaringen van getuigen en uit constateringen van de politie. Daarbij overweegt de rechtbank in het bijzonder dat er geen reden is om de verklaringen van andere personen van het bewijs uit te sluiten, alleen omdat het vrienden of familieleden van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] betreffen.
Ook het gegeven dat aangevers al het (juridisch) mogelijke hebben gedaan om het gedrag van de verdachte te doen ophouden, waardoor de verdachte het idee gekregen heeft dat men erop uit is hem het leven zuur te maken, maakt het bewijsmateriaal niet minder relevant of onbruikbaar.
De context die is aangevoerd maken het bewijs evenmin irrelevant. Dat er door aangevers strafbare feiten jegens de verdachte zijn gepleegd, blijkt nergens uit. De rechtbank ziet ook niet in waarom zij de verdachte van de onderhavige verwijten zou moeten vrijspreken, omdat hij zelf ook slachtoffer is geworden van strafbare feiten.
De gedragingen van de verdachte leveren naast belaging ook andere strafbare feiten op, te weten vernieling van dakpannen en dakraam en smaad, dat wil zeggen het aantasten van de eer en goede naam van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Tot slot acht de rechtbank bewezen dat ook een andere buurvrouw, [slachtoffer 3] , slachtoffer is geworden van strafbaar gedrag van de verdachte. De verdachte heeft immers een boom in haar tuin op grove wijze gesnoeid, waarbij een hekwerk door vallende takken beschadigd is geraakt. Verdachte zegt wel dat hij de buurvrouw gesommeerd heeft de takken te verwijderen, maar tot en met de zitting heeft verdachte deze stelling op geen enkele wijze geadstrueerd. Het snoeien net in de periode dat de buurvrouw op vakantie was lijkt er veel meer op te wijzen dat verdachte op een slinkse wijze een situatie waaraan hij zich irriteerde heeft ‘opgelost’.
Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het vonnis gehecht.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
feit 1
in of omstreeks de periode van 15 juni 2012 tot en met 8 december 2014, in de gemeente Venlo, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , met het oogmerk die voornoemde [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte meermalen, althans eenmaal- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en hun woning gefilmd en
- een nepcamera geplaatst en deze nepcamera gericht op de woonkamer van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] en
- kwetsende en/of beledigende woorden geuit naar [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , onder meer met de woorden: 'net goed dat ze failliet zijn' en/of 'ben je naar de Voedselbank geweest' en/of 'als ik je zuster zie, als ik je zuster zie. Wel oppassen met oversteken', terwijl de zus van [slachtoffer 2] door een ongeluk om het leven is gekomen en
- bedreigende woorden geuit naar [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , onder meer met de woorden: 'laat die tent maar in de fik gaan. Laat de tent maar afbranden' en
- zijn auto hinderlijk op de oprit en voor de woning van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] geparkeerd en
- meerdere vernielingen aangericht aan de woning van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] en
- ( telefonisch) contact opgenomen met de (ex-)werkgever van [slachtoffer 2] en
- meerdere stenen (in de nachtelijke uren) tegen de woning van [slachtoffer 2] en/ [slachtoffer 1] gegooid en
- op/uit naam van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] ongewenst een advertentie op www.marktplaats.nl gezet, waardoor voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] een of meerdere reacties hebben ontvangen en
- op/uit naam van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] ongewenst op (een) advertentie(s) gereageerd, waardoor een of meerdere personen aan de deur van voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] zijn geweest en
- ongewenst foto's genomen van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of het bezoek van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en
- posters en/of brieven en/of pamfletten en/of foto's opgehangen die grievend en/of beledigend zijn voor [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , terwijl deze voor iedere voorbijganger te zien dan wel te lezen waren;
feit 2
in de periode van 20 mei 2013 tot en met 4 november 2013 in de gemeente Venlo, meermalen opzettelijk en wederrechtelijk dakpannen, toebehorende aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft vernield en eenmaal opzettelijk en wederrechtelijk een dakraam, toebehorende aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , heeft beschadigd;
feit 3
in de periode van 1 oktober 2012 tot en met 17 juni 2014, in de gemeente Venlo, opzettelijk, door middel van het openlijk tentoonstellen en/of aanslaan van geschriften, de eer en de goede naam van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel op het raam van zijn woning, dat voor iedereen (vanaf de openbare weg) zichtbaar is, pamfletten/geschriften opgehangen en/of geplakt met de navolgende teksten:
- ' Onze overburen hadden een camera op ons erf en woning gericht. In juni 2011 is hier brand gesticht. De camera was toevallig net verdwenen.' en/of
- ' Enkele weken hebben onze overburen van 94 een camera gericht gehad op onze woning. Enkele dagen voor de brandstichting waarbij zes duiven zijn gesneuveld was deze camera ineens weg. Wij vinden deze situatie iets te toevallig daar er vooraf dreigingen waren gedaan met betrekking tot brandstichting.' en/of
- ' Getuigen gezocht. Vernieling autoruit. Overburen hadden wederom camera gericht staan. Helaas moeten wij u vragen of u iets verdachts heeft gezien. Onze buren weten wederom niets.' en/of
- ' Buren doen er alles aan om ons uit de tent te lokken. Steeds na een vernieling laat men weten hier veel plezier aan te beleven of hier meer van te weten.' en/of
- ' In 2010 heeft [slachtoffer 2] een privé onttrekking gedaan uit [bedrijf] . Dit bedrag wordt nu gevorderd van [slachtoffer 2] privé. Zeer waarschijnlijk dat dit de directe reden is van de verkoop van zijn woning. Faillissementsverslagen zijn te downloaden op curatornet.nl.'.
feit met parketnummer 03/661291-14
op 03 augustus 2013 in de gemeente Venlo, opzettelijk en wederrechtelijk een boom en een hekwerk, toebehorende aan [slachtoffer 3] , heeft beschadigd.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1
belaging
feit 2
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en/of beschadigen
feit 3
smaadschrift
feit met parketnummer 03/661291-14
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
5. De strafbaarheid van de verdachte
Over de geestvermogens van de verdachte hebben twee gedragsdeskundigen, een psycholoog en een psychiater, rapporten uitgebracht. In de rapporten staat vermeld - kort gezegd - dat de verdachte lijdende is aan een persoonlijkheidsstoornis met paranoïde en narcistische kenmerken en een periodiek explosieve stoornis. Bij een bewezenverklaring kunnen de feiten hem volgens de deskundigen niet volledig en slechts in verminderde mate worden toegerekend.
De verdachte heeft de conclusies in de rapporten betwist, maar de rechtbank ziet in hetgeen de verdachte hieromtrent heeft aangevoerd geen aanleiding om de rapporten in het geheel niet te betrekken bij de beoordeling van de strafbaarheid van de verdachte
De rechtbank neemt de conclusies van de gedragsdeskundigen dan ook in zoverre over, dat zij op basis van de specifieke omstandigheden van het geval van oordeel is dat de feiten hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend, waarbij de rechtbank zich niet uitlaat over de door de deskundigen gestelde diagnoses. Bij de verdachte is geen sprake van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit. Er zijn ook geen andere feiten of omstandigheden aangevoerd of anderszins aannemelijk geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten en de verdachte is dan ook strafbaar. Bij het bepalen van de straf zal de rechtbank dus rekening houden met diens verminderde toerekeningsvatbaarheid.
6. De straf en/of de maatregel en de vordering tot tenuitvoerlegging
6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de oplegging gevorderd van een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast vordert de officier van justitie de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf van in totaal 120 dagen, omdat de verdachte zich in de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan nieuwe strafbare feiten.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om, bij bewezenverklaring, te volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van het voorarrest van de verdachte. Daarnaast zou een voorwaardelijke straf kunnen worden opgelegd, om de verdachte te stimuleren zich te concentreren op de toekomst en het verleden te laten rusten.
De vordering tot tenuitvoerlegging dient primair niet te worden beoordeeld in deze zaak, omdat de vordering gekoppeld is aan een zaak met een ander parketnummer dan de onderhavige. Subsidiair moet de vordering worden afgewezen, omdat de samenleving niet gebaat zal zijn bij het terugsturen van de verdachte naar de gevangenis, aldus de raadsman.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zijn buren stelselmatig en langdurig belaagd, vernielingen aangericht aan hun huis en hun goede naam aangetast. De rechtbank rekent het verdachte extra zwaar aan dat hij zelfs is doorgegaan met zijn gedrag, nadat hij voor vergelijkbare feiten jegens de slachtoffers was veroordeeld. Deze inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van slachtoffers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zijn zo ernstig dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] mede daardoor uiteindelijk hun huis hebben verkocht en verhuisd zijn. Inmiddels vinden zij kennelijk rust, zij het dat de feiten nog immer van invloed zijn op hun psychische gesteldheid. Nu de verdachte geen blijk geeft inzicht te hebben over het foutieve van zijn handelen , zal hem wederom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd.
Daaraan doet niet af dat niet gebleken is dat de verdachte nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd nadat zijn voorlopige hechtenis in deze zaak was geschorst. Daarmee heeft hij er wel blijk van gegeven dat hij in staat is anderen met rust te laten.
De rechtbank wil met haar strafoplegging bewerkstelligen dat dit zo blijft. Daarom kiest zij ervoor om de gevangenisstraf niet langer te laten duren dan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast zal zij bij wijze van stok achter de deur nog 90 dagen voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met een proeftijd van 3 jaren.
Dit laat onverlet dat de rechtbank wel de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, die voor een soortgelijk delict is opgelegd, toewijst. De vordering kan worden toegewezen, omdat de verdachte de onderhavige feiten heeft gepleegd in de proeftijd.
7. De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] hebben een schadevergoeding gevorderd van respectievelijk € 2.519,85 voor materiele én immateriële schade en € 2.000,- voor geleden immateriële schade (smartengeld).
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft een schadevergoeding gevorderd van € 2.135,29 voor geleden materiele schade.
De rechtbank zal de vorderingen gedeeltelijk toewijzen als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat de door [slachtoffer 2] gevorderde schade aan dakpannen, dakraam en de schade als gevolg van een verstopte afvoer van de dakgoot het rechtstreeks gevolg zijn van het bewezenverklaarde, te weten het gooien van stenen door de verdachte. Dit betreft een bedrag van € 519,85. Daarnaast hebben [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] immateriële schade geleden. De rechtbank stelt dit bedrag naar redelijkheid en billijkheid vast op € 500,- voor elk van de benadeelde partijen. Het meergevorderde zal de rechtbank afwijzen.
De toe te wijzen bedragen van respectievelijk € 1.019,85 en € 500,- moeten worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2014. Daarnaast zal de rechtbank aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toewijzen tot een bedrag van € 755,04. Uit de foto’s blijkt duidelijk dat de grote afgezaagde tak op het hekwerk terechtgekomen is of ligt, zodat daarmee de schade voldoende is onderbouwd. De overige gevorderde schade acht de rechtbank niet het rechtstreekse gevolg van het bewezenverklaarde of onvoldoende aannemelijk gemaakt. Uit de in het geding gebrachte stukken blijkt niet dat de boom zodanig beschadigd geraakt was door de onrechtmatige snoeiwijze van verdachte dat enkel het kappen van de bo(o)m (en) nog soelaas bood. Ter zitting is ook aangegeven dat de bomen door een buurman zijn omgezaagd. Niet is komen vast te staan dat daarmee kosten gemoeid zijn geweest. Verder is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er door het snoeien van verdachte afvalhout is achtergebleven. Ook is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat redelijkerwijs daarvoor derden ingeschakeld dienden te worden. De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer 3] voor dit gedeelte van de vordering niet ontvankelijk verklaren. Zij zal dit bedrag slechts bij de burgerlijke rechter kunnen laten beoordelen.
Het toe te wijzen bedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
3 augustus 2013. Daarnaast zal de rechtbank aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
8. Het beslag
De rechtbank zal de in beslag genomen pamfletten en camera-onderdelen verbeurd verklaren, nu het voorwerpen zijn waarmee de feiten 1 en 3 zijn begaan.
9. De vordering tenuitvoerlegging
Ter terechtzitting is gelijktijdig behandeld de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf, opgelegd bij het vonnis met parketnummer 04/860321-11 van de politierechter d.d. 30 januari 2012 en het arrest met parketnummer 20-000528-12 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch d.d. 7 mei 2013, te weten een gevangenisstraf van 120 dagen (113 dagen en 1 week). De vordering voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Hij is met redenen omkleed en vermeld is van welk vonnis de tenuitvoerlegging gevraagd wordt. De vordering tenuitvoerlegging is verder niet exclusief aan een bepaald zaak of parketnummer te koppelen. De vordering mag bij meerdere zaken worden uitgebracht. In deze staat niets een behandeling van de vordering tot tenuitvoerlegging in de weg.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte, door hetgeen thans bewezen en strafbaar is verklaard, zich voor het einde van de vastgestelde proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten en aldus de algemene voorwaarde heeft overtreden.
Van het bestaan van een bijzondere omstandigheid die aan de tenuitvoerlegging in de weg staat is aan de rechtbank niet gebleken.
De rechtbank zal gelasten dat de voorwaardelijk opgelegde straf van totaal 120 dagen alsnog ten uitvoer wordt gelegd.
10. De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 33, 33a 36f, 56, 57, 261, 285b en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
11. De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- -
verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- -
spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- -
verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- -
verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
- -
veroordeelt de verdachte voor de feiten tot een gevangenisstraf van 135 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren;
- -
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk gedeelte van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- -
bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
- -
wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (gedeeltelijk) toe en veroordeelt de verdachte ter zake van de feiten 1, 2 en 3 om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen € 1.019,85 (zegge: duizendnegentien euro en vijfentachtig eurocent), waarvan € 500,- ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 17 juni 2014 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af (meergevorderde immateriële schade);
- -
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- -
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] van € 1.019,85, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 20 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 17 juni 2014 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- -
wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (gedeeltelijk) toe en veroordeelt de verdachte ter zake van de feiten 1 en 3 om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen € 500,- (zegge: vijfhonderd euro), ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 17 juni 2014 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
- -
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- -
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] van € 500,- , bij niet betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 17 juni 2014 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- -
wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] (gedeeltelijk) toe ter zake van het feit met parketnummer 03/661291-14 en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen € 755,04 (zegge: zevenhonderdvijfenvijftig euro en vier eurocent), ter zake van de reparatie van het hekwerk, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 3 augustus 2013 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] voor het overige niet ontvankelijk is en dat zij dit gedeelte van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- -
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- -
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] van 755,04, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 15 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 3 augustus 2013 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- -
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
Beslag
- verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen voorwerpen:
- -
6.00 STK Poster 45773
- -
1 Cameralens, goednummer PL2300-2014157996-521782;
Vordering tot tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijk opgelegde straf, opgelegd bij het vonnis met parketnummer 04/860321-11 van de politierechter d.d. 30 januari 2012 en het arrest met parketnummer 20-000528-12 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch d.d. 7 mei 2013, te weten een gevangenisstraf van 120 dagen (113 dagen en 1 week), alsnog zal worden tenuitvoergelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.P. Bosma, voorzitter, mr. J. Wöretshofer en
mr. D.J.E. Hamers-Aerts, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.P. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 23 maart 2016.
Mr. A.P. Jansen is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij, in of omstreeks de periode van 15 juni 2012 tot en met 8 december 2014, in de gemeente Venlo, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte meermalen, althans eenmaal
- zich hinderlijk in de directe omgeving van de woning van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] opgehouden en/of
- langdurig voor de woning van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] stil gestaan en/of naar binnen gekeken en/of naar binnen gestaard en/of
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en hun woning gefilmd en/of
- een nepcamera geplaatst en/of deze nepcamera gericht op de woonkamer, althans de woning van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of
- een microfoon geplaatst, waarmee hij gesprekken van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft afgeluisterd en/of
- kwetsende en/of beledigende woorden geuit naar [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , onder meer met de woorden: 'asociaal vies wijf' en/of 'net goed dat ze failliet zijn' en/of 'vieze kleine alcoholiste, ben je naar de Voedselbank geweest' en/of 'als ik je zuster zie, als ik je zuster zie. Wel oppassen met oversteken', terwijl de zus van [slachtoffer 2] door een ongeluk om het leven is gekomen en/of
- bedreigende woorden geuit naar [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , onder meer met de woorden: 'laat die tent maar in de fik gaan. Laat de tent maar afbranden' en/of
- gescholden/geschreeuwd naar die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of
- zijn achterwerk laten zien in het bijzijn van [slachtoffer 2] en/of een of meerdere obscene geba(a)r(en) gemaakt naar die [slachtoffer 2] en/of
- de auto van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] geblokkeerd en/of
- zijn auto hinderlijk op de oprit en/of voor de woning van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] geparkeerd en/of
- meerdere vernielingen aangericht aan de woning en/of auto van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of
- ( anoniem) telefonisch contact opgenomen met die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of
- ( telefonisch) contact opgenomen met de werkgever van [slachtoffer 2] en/of
- een of meerdere stenen (in de nachtelijke uren) tegen de woning van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] gegooid en/of
- met de fiets de weg van [slachtoffer 1] afgesneden, terwijl voornoemde [slachtoffer 1] te voet was en verdachte daarbij de woorden toevoegde : 'Net goed' en/of
- met een vinger een snijdend gebaar bij de keel gemaakt, bedoeld, in ieder geval zichtbaar voor [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of
- een middelvinger (het zogenaamde 'fuck you'- gebaar) naar die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] gemaakt en/of
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] achtervolgd en/of
- op/uit naam van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] ongewenst een advertentie op www.marktplaats.nl gezet, waardoor voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] een of meerdere reacties hebben ontvangen en/of
- op/uit naam van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] ongewenst op (een) advertentie(s) gereageerd, waardoor een of meerdere personen aan de deur van voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] zijn geweest en/of
- ongewenst foto's genomen van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of het bezoek van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of
- posters en/of brieven en/of pamfletten en/of foto's opgehangen die grievend en/of beledigend zijn voor [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , terwijl deze voor iedere voorbijganger te zien dan wel te lezen waren;
2.
hij, in of omstreeks de periode van 20 mei 2013 tot en met 4 november 2013 in de gemeente Venlo, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere dakpan(nen) en/of een dakraam, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2012 tot en met 17 juni 2014, in de gemeente Venlo, opzettelijk, door middel van het openlijk tentoonstellen en/of aanslaan van (een) geschrift(en), de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel op het raam van zijn woning, dat voor iedereen (vanaf de openbare weg) zichtbaar is, een of meer pampletten/geschriften en/of foto's opgehangen en/of geplakt met de navolgende tekst(en):
- ' Onze overburen hadden een camera op ons erf en woning gericht. In juni 2011 is hier brand gesticht. De camera was toevallig net verdwenen.' en/of
- ' Enkele weken hebben onze overburen van 94 een camera gericht gehad op onze woning. Enkele dagen voor de brandstichting waarbij zes duiven zijn gesneuveld was deze camera ineens weg. Wij vinden deze situatie iets te toevallig daar er vooraf dreigingen waren gedaan met betrekking tot brandstichting.' en/of
- ' Getuigen gezocht. Vernieling autoruit. Overburen hadden wederom camera gericht staan. Helaas moeten wij u vragen of u iets verdachts heeft gezien. Onze buren weten wederom niets.' en/of
- ' Buren doen er alles aan om ons uit de tent te lokken. Steeds na een vernieling laat men weten hier veel plezier aan te beleven of hier meer van te weten.' en/of
- ' In 2010 heeft [slachtoffer 2] een privé onttrekking gedaan uit [bedrijf] . Dit bedrag wordt nu gevorderd van [slachtoffer 2] privé. Zeer waarschijnlijk dat dit de directe reden is van de verkoop van zijn woning. Faillissementsverslagen zijn te downloaden op curatornet.nl.';
Tenlastelegging bij gevoegde verdachte met parketnummer: 03/661291-14
hij, op of omstreeks 03 augustus 2013 in de gemeente Venlo, opzettelijk en wederrechtelijk een boom en/of een hekwerk, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.