AB 2019/268
Aanzegging dat de stukken door de Hoge Raad zijn ontvangen. Verzending per gewone brief aan advocatenkantoor.
HR 08-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:17, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 januari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/01495
- Noot
R. Stijnen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS55457:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:17, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:29, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1447, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑2018
- Wetingang
Essentie
Aanzegging dat de stukken door de Hoge Raad zijn ontvangen. Verzending per gewone brief aan advocatenkantoor.
Samenvatting
Ingeval vaststaat dat een mededeling als de onderhavige door middel van een gewone brief over de post is verzonden naar het door de geadresseerde opgegeven adres terwijl er geen aanwijzing is dat bij de verzending mogelijk iets is misgegaan, mag van de geadresseerde worden gevergd dat hij voldoende feitelijke gegevens aanvoert ter staving van zijn stelling dat hij die brief niet heeft ontvangen. De enkele stelling van de geadresseerde dat hij de brief niet heeft ontvangen, is onvoldoende om aan te nemen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.