Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/173
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Huurovereenkomst onder opschortende voorwaarde dat vergunning wordt verleend. Eerdere procedure over de vraag of de opschortende voorwaarde is vervuld en huurpenningen zijn verschuldigd. Heeft de in de eerdere procedure gedane uitspraak gezag van gewijsde? Maatstaf vergoeding kosten executiegeschil.
HR 29-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:146
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 januari 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, G. Snijders, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
19/04299
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Huurrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:146, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:691, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑07‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Huurovereenkomst onder opschortende voorwaarde dat vergunning wordt verleend. Eerdere procedure over de vraag of de opschortende voorwaarde is vervuld en huurpenningen zijn verschuldigd. Heeft de in de eerdere procedure gedane uitspraak gezag van gewijsde? Maatstaf vergoeding kosten executiegeschil.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/04299
Datum 29 januari 2021
ARREST
In de zaak van
1. [verhuurder], wonende te [woonplaats],
2. [de v.o.f.], gevestigd te [woonplaats],
EISERS tot cassatie, verweerders in het incidentele cassatieberoep,
hierna: [verhuurder] c.s.,
advocaat: G.C. Nieuwland,
tegen
1. [de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.