Rb. Rotterdam (vzr.), 21-10-2008, nr. 315824/KG ZA 08-915
ECLI:NL:RBROT:2008:BG1066
- Instantie
Rechtbank Rotterdam (Voorzieningenrechter)
- Datum
21-10-2008
- Zaaknummer
315824/KG ZA 08-915
- LJN
BG1066
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2008:BG1066, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 21‑10‑2008; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 21‑10‑2008
Inhoudsindicatie
rechtsmacht Nederlandse rechter bij in kort geding ingestelde vordering ex artikel 843a Rv. EEX-verordening.
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 315824/KG ZA 08-915
Uitspraak: 21 oktober 2008
VONNIS in kort geding in de zaak van:
de vennootschap naar het recht van de plaats harer vestiging
GLOBAL CHARTERING LIMITED,
gevestigd te Port-Louis, Mauritius,
eiseres,
advocaat mr. H.G.D. Hoek,
- tegen -
de vennootschap naar het recht van de plaats harer vestiging
SUNGLEAM MARITIME LIMITED,
gevestigd te Nicosia, Cyprus,
gedaagde,
advocaten mr. R.C.A. van ’t Zelfde en mr. H. van der Wiel.
Partijen worden hierna aangeduid als “Global” respectievelijk “Sungleam”.
1 Het verloop van het geding
De voorzieningenrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 25 september 2008;
- wijziging(en) van eis, pleitnotities en producties van mr. Hoek;
- pleitnotities en producties van mrs. Van ’t Zelfde en Van der Wiel.
De raadslieden van partijen hebben de respectieve standpunten toegelicht ter zitting van
7 oktober 2008.
2 De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende bestreden, alsmede op grond van de inhoud van de door partijen overgelegde producties, kan in dit kort geding van de volgende feiten worden uitgegaan.
2.1
De te Mauritius gevestigde partij Global als ‘charterer’ en de te Cyprus gevestigde partij Sungleam als ‘owner’ hebben ter zake van het onder Cypriotische vlag varende m.s. “Pon-todamon” op 20 mei 2008 een tijdbevrachtingsovereenkomst gesloten (hierna: “de charter-party”). De charterparty is onderworpen aan Engels recht. Blijkens aanvullende bepalingen van de charterparty dienen alle in verband met de charterparty opkomende geschillen te worden onderworpen aan arbitrage te Londen, Verenigd Koninkrijk.
2.2
Gelet op het tussen partijen bestaande geschil ter zake van de door Sungleam in de charter-party gegarandeerde gemiddelde snelheid en brandstofverbruik van het m.s. “Pontodamon” en in verband met de op handen zijnde beëindiging tussen partijen van de charterparty door het aanstaande vertrek van het m.s. “Pontodamon” uit de Rotterdamse haven, heeft Global, na daartoe op 25 september 2008 verlof te hebben verkregen van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, ter bewaring van haar rechten op diezelfde dag nog ten laste van Sun-gleam conservatoir beslag tot afgifte van - kort gezegd - scheepstoebehoren ex artikel 843a Rv gelegd met bevel tot afgifte ter gerechtelijke bewaring (hierna: “het beslag’). De voor-zieningenrechter heeft het verlof verleend onder de voorwaarden dat de deurwaarder de goederen ter bewaring onder zich zal nemen, met dien verstande dat de gegevensdragers nadat er afschrift of kopie van is gemaakt binnen 24 uur na afgifte worden geretourneerd, en dat de gerechtelijk bewaarder daarvan geen inzage geeft of anderszins informatie omtrent de inhoud ter kennis brengt van Global of derden, totdat door de voorzieningenrechter in kort geding, of door de bodemrechter, anders is bepaald.
2.3
In een e-mail van 26 september 2008 van de gerechtelijk bewaarder Van Ameyde Marine B.V. aan de raadsman van Global staat onder meer het volgende vermeld:
“(…) Eventually, all required or similar documents were handed over to the bailiff for photocopying with excep-tion of the engine logbook covering the period 26 June - 29 August 2008 and the records concerning the mainte-nance of the main engine concerning the period 28 February - 30 June 2008. (…)”.
2.4
Met het vertrek van het m.s. “Pontodamon” uit de Rotterdamse haven op of omstreeks 27 september 2008 is de charterparty niet langer meer van kracht tussen partijen.
2.5
Ter zake van het tussen partijen bestaande geschil over de door Sungleam in de charterparty gegarandeerde gemiddelde snelheid en bunkerconsumptie van het m.s. “Pontodamon” zijn - naar Engels recht - verschillende ‘legal opinions’ afgegeven.
3 Het geschil
3.1
Global vordert - na wijziging van eis, zoals namens Global in de brief van 1 oktober 2008 is verwoord en nadien ter zitting (deels) is aangepast -, verkort en zakelijk weergegeven, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om:
- Global toestemming te verlenen om de in beslag genomen stukken in te zien;
- Sungleam te bevelen de in het e-mailbericht d.d. 26 september 2008 van Van Ameyde Marine B.V. aan de raadsman van Global genoemde ontbrekende stukken binnen vijf dagen na het wijzen van dit vonnis aan (de raadsman van) Global dan wel de deurwaar-der ter inzage af te geven, waarna deze stukken binnen een etmaal geretourneerd zullen worden aan Sungleam, zulks op straffe van verbeurte van een gemaximeerde dwang-som;
- met veroordeling van Sungleam in de kosten van dit geding en van het beslag.
Aan deze vorderingen legt Global het volgende ten grondslag.
De aanvullende clausule 29 sub 11 van de charterparty bevat een zogenaamde “Speed and Consumption”-clause, waarin Sungleam een gemiddelde snelheid van het m.s. “Pontoda-mon” garandeert op 13,5 knopen tegen een brandstofverbruik van 33,5 ton per dag. Het m.s. “Pontodamon” voldeed niet aan deze garantie. Het m.s. “Pontodamon” heeft daardoor ver-traging opgelopen en een verhoogde bunkerconsumptie genoten, waardoor Global schade lijdt. In de visie van Global is de oorzaak van de vertraging motorfalen, hetgeen voor risico van Sungleam dient te komen. Sungleam daarentegen voert als oorzaak aan bodemaangroei, hetgeen voor risico van Global dient te komen. Teneinde te bepalen wat de werkelijke oor-zaak van het niet voldoen aan de garantie door Sungleam is, dient een (gezamenlijk) onder-zoek aan boord van het m.s. “Pontodamon” plaats te vinden. Sungleam weigert hieraan haar medewerking te verlenen, waarmee de rechtspositie van Global ernstig wordt benadeeld.
Onder die omstandigheden en in verband met het aanstaande vertrek van het m.s. “Ponto-damon” uit de Rotterdamse haven, met welk vertrek de beëindiging van de charterparty tus-sen partijen een feit is, zag Global zich genoodzaakt ten laste van Sungleam bewijsbeslag ex artikel 843a Rv met bevel tot afgifte ter gerechtelijke bewaring te doen leggen, zoals hier-voor vermeld onder 2.2. Na betekening van het verlof zijn de aan boord aanwezige stukken door de deurwaarder en het schade expertisebureau Van Ameyde Marine B.V. meegenomen en gekopieerd. De stukken zijn binnen 24 uur terug aan boord gebracht. Global heeft een spoedeisend belang bij inzage van de in beslag genomen stukken. Zonder inzage in die stukken kan Global immers niet bepalen wat haar rechtspositie is in het kader van een te entameren procedure (in de hoofdzaak) over de schadeoorzaak en wie van partijen welke kosten voor haar rekening dient te nemen. Uit het rapport van de schade-expert is voorts gebleken dat bepaalde stukken zich niet (meer) aan boord van het m.s. “Pontodamon” be-vinden. Global vreest dat zij geen afgifte en inzage in deze stukken meer zal kunnen verkrij-gen.
Gelet hierop heeft Global thans recht en belang bij inzage in en afschrift van de in beslagge-nomen èn ontbrekende stukken, zulks op grond van het bepaalde in artikel 843a Rv, aan de in dat artikel opgenomen vereisten Global voldoet, en los van enige rechtskeuze in de char-terparty.
3.2
Sungleam voert gemotiveerd verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken. Tegen de wijziging(en) van eis heeft Sungleam geen bezwaar gemaakt.
4 De beoordeling
4.1
Ter zitting is namens Sungleam door haar raadsman toegezegd dat de ten processe bedoelde, tussen partijen genoegzaam bekende, ontbrekende stukken (te weten: “(…) the engine logbook covering the period 26 June - 29 August 2008 and the records concerning the maintenance of the main engine concerning the period 28 February - 30 June 2008 (…)”), in welke stukken Global - na eiswijziging - inzage heeft gevorderd, ten spoedigste naar Nederland zullen worden gezonden en, aldaar aangekomen, door Sungleam ten behoeve van Global ter bewaring aan de deurwaarder zul-len worden afgegeven. De raadsman van Global heeft in reactie daarop ter zitting namens Global te kennen gegeven dat Global hiermee vooralsnog genoegen neemt. De voorzienin-genrechter houdt Sungleam mitsdien aan deze toezegging en verstaat het voorgaande aldus dat de deurwaarder deze - op dit moment nog ontbrekende - stukken ter bewaring onder zich zal nemen, met dien verstande dat - zonodig - de originele gegevensdragers, nadat er (op kosten van Global) afschrift of kopie van is gemaakt, binnen 24 uur na afgifte (op kosten van Global) worden geretourneerd aan Sungleam en dat de deurwaarder daarvan geen inza-ge geeft of anderszins informatie omtrent de inhoud ter kennis brengt van Global of derden, totdat in rechte of in een arbitrale (bodem-)procedure anders is bepaald.
4.2
Los van vorenstaande toezegging van Sungleam, zal in dit kort geding eerst de vraag moe-ten worden beantwoord of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft teneinde te bepalen of Global in Nederland gebruik kan maken van de in artikel 843a Rv geboden mogelijkheid tot het verkrijgen van inzage in of afschrift van bescheiden, ter zake van een deel van welke bescheiden Global ten laste van Sungleam reeds conservatoir bewijsbeslag met bevel tot afgifte ter gerechtelijke bewaring heeft doen leggen.
4.3
Vooropgesteld zij dat, gelet op de woonplaats van Sungleam, de EEX-verordening op de onderhavige zaak van toepassing is.
Op grond van de artikelen 2 en 5-24 EEX-verordening kan, mede gelet op de forumkeuze die partijen in de charterparty hebben gedaan, in dit geval niet tot bevoegdheid van de Ne-derlandse rechter geconcludeerd worden. Of de Nederlandse rechter in deze rechtsmacht toekomt, kan dan nog slechts aan de hand van artikel 31 EEX-verordening worden bepaald.
In dat verband is het volgende van belang.
De voorzieningenrechter van deze rechtbank kan op basis van artikel 31 EEX-verordening in de onderhavige zaak voorlopige of bewarende maatregelen treffen enkel indien naar nati-onale bevoegdheidsregels een voldoende relevant aanknopingspunt met Nederland bestaat. Daarvan is hier geen sprake. Immers, het thans voorliggende geschil bestaat tussen een te Mauritius gevestigde ‘charterer’ (Global) en een te Cyprus gevestigde ‘owner’ (Sungleam) van het onder Cypriotische vlag varende m.s. “Pontodamon”, over welk geschil in het bui-tenland geprocedeerd moet worden, terwijl de toepasselijkheid van buitenlands recht tussen partijen is overeengekomen en de oorzaak van de beweerdelijk schadeveroorzakende vertra-ging niet in Nederland is gelegen.
De enkele omstandigheid dat de beslagen bescheiden zich thans in Nederland bevinden en dat de ten processe bedoelde - op dit moment nog - ontbrekende bescheiden zich op korte termijn in Nederland zullen bevinden geeft geen voldoende relevant aanknopingspunt met de Nederlandse rechtssfeer.
Ook al zou dit anders zijn, bedoelde vordering tot inzage in of afgifte van bescheiden kan niet worden beschouwd als een bewarende of voorlopige maatregel in de zin van artikel 31 EEX-verordening. Dit artikel heeft immers een beperkte strekking en heeft primair tot doel rechten in een bodemprocedure veilig te stellen. Daaronder valt niet te verstaan een vorde-ring die feitelijk enkel ten doel heeft inzicht te verkrijgen in de bewijspositie van een van partijen. Het verlenen van het verlof tot het leggen van het ten processe bedoelde beslag aan boord van het m.s. “Pontodamon” in de Rotterdamse haven is daarentegen bij uitstek wel als een dergelijke bewarende maatregel aan te merken.
Het toestaan om bewijsstukken in te zien kan bovendien bezwaarlijk als een voorlopige maatregel gezien worden nu de gevolgen daarvan onomkeerbaar zijn.
Het vorenstaande leidt er mitsdien toe dat de voorzieningenrechter zich onbevoegd zal ver-klaren van het onderhavige geschil kennis te nemen.
4.4
Op hetgeen partijen verder over en weer hebben aangevoerd behoeft derhalve niet meer te worden ingegaan.
4.5
Global zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding.
5 De beslissing
De voorzieningenrechter,
verklaart zich onbevoegd van de vorderingen van Global kennis te nemen;
veroordeelt Global in de kosten van dit kort geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Sungleam bepaald op € 254,-- aan verschotten en op € 816,-- aan salaris voor de advocaat;
verklaart dit vonnis ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. G.C.M. van Rheeden, griffier.
Uitgesproken in het openbaar.
1734/676