RvdW 2015/1028
Klaagschriftprocedure cfm art. 164 lid 8 WVW 1994: geen vergoeding kosten rechtsbijstand cfm art. 591a Sv.
HR 22-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2757
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
15/02948
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2757, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1878, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang der wet.
De HR heeft in HR NJ 2013/402 geoordeeld dat indien een zaak is geëindigd in een sepot, een beklag cfm art. 12 Sv niet gegrond is verklaard of de zaak na gegrondverklaring van zo’n beklag is geëindigd zonder straf, maatregel of toepassing van art. 9a Sr, de kosten van rechtsbijstand cfm art. 591a Sv kunnen worden vergoed.
De gegrondverklaring in een klaagschriftprocedure cfm art. 164 lid 8 WVW 1994 betreft een ander type geval. Opmerking verdient nog dat deze klaagschriftprocedure niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.