Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/1270
Bewind. Machtiging kantonrechter vereist voor inbreng onder bewind staand vermogen (letselschade-uitkering) in een BV?; daad van beschikking in zin art. 1:441 lid 2 onder a BW; onttrekking aan toezicht kantonrechter?
HR 20-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3334
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 november 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02021
- Conclusie
wnd. A-G mr. A. Hammerstein
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3334, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1712, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑04‑2015
- Wetingang
Art. 1:441 BW
Essentie
Bewind. Machtiging kantonrechter vereist voor inbreng onder bewind staand vermogen (letselschade-uitkering) in een BV?; daad van beschikking in zin art. 1:441 lid 2 onder a BW; onttrekking aan toezicht kantonrechter?
Ingevolge art 1:441 lid 2 BW behoeft de bewindvoerder toestemming van de rechthebbende of, indien deze daartoe niet in staat of weigerachtig is, machtiging van de kantonrechter voor een aantal, onder a tot en met f genoemde handelingen. Daartoe behoort (onder a) het beschikken en aangaan van overeenkomsten tot beschikking over een onder het bewind staand goed, tenzij de handeling als een gewone beheersdaad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.