RFR 2010, 54
Bopz. Hoe ver reikt de motiveringsplicht bij weigering verzoek contra-expertise?
HR 12-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK8104
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 februari 2010
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
09/04637
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BK8104
- JCDI
JCDI:ADS655482:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK8104, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK8104, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2009
- Wetingang
Wet Bopz art. 8 lid 6, 15
Essentie
Bopz.
Hoe ver reikt de motiveringsplicht bij weigering verzoek contra-expertise?
Samenvatting
De rechtbank heeft een machtiging verleend tot voortgezet verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van een jaar, ingaande op 17 augustus 2009. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de betrokkene de gestelde diagnose betwist. De raadsman van betrokkene heeft om nader onderzoek verzocht door een onafhankelijk deskundige. De rechtbank heeft de verzochte machtiging verleend zonder in te gaan op dit verzoek. In cassatie wordt erover geklaagd dat de rechtbank geen aandacht heeft besteed aan het verzoek om contra-expertise.
HR: De klacht is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.