NJ 2016/21
Gewijzigde regeling schadevergoedingsmaatregel bij OVAR: art. 1 lid 2 Sr van toepassing.
HR 01-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3437, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 december 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/04458
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124132:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3437, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1772, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑11‑2014
- Wetingang
Art. 1 lid 2, 36f, 37, 37a Sr; art. 7 EVRM
Essentie
De schadevergoedingsmaatregel kan sinds 1 januari 2014 (Wet van 26 juni 2013, Stb. 278) worden opgelegd als de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging en hem een maatregel (zoals i.c. TBS) of een last cfm art. 37 Sr wordt opgelegd. Nu de wet geen overgangsbepaling behelst, het om een wijziging van het sanctierecht gaat en op de schadevergoedingsmaatregel de bepalingen van vervangende hechtenis en vervangende jeugddetentie van toepassing zijn, moet de voor de verdachte minder gunstige wijziging van art. 36f Sr buiten toepassing blijven.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.