NJB 2020/819:Een vennootschap onder firma (vof) heeft werkzaamheden uitgevoerd aan een machine, nadat die machine is verkocht aan een koper. De vof vordert in conventie betaling voor die werkzaamheden. De koper meent dat de machine ondeugdelijk is en vordert in reconventie vernietiging van de koopovereenkomst. De machine blijkt echter niet te zijn verkocht door de vof, maar door een vennoot van de vof. Hoge Raad: 1. Conventie en reconventie. In conventie was uitsluitend de vof partij. Daarom kon ook de vordering in reconventie uitsluitend tegen de vof worden ingesteld en niet tevens tegen een of meer van haar afzonderlijke vennoten. 2. Oproeping van een vennoot. Een gedaagde jegens wie een vof uitsluitend op eigen naam een vordering heeft ingesteld en die een eis in reconventie wenst in te stellen tegen een vennoot, kan de rechter verzoeken de gelegenheid te geven die vennoot in het geding te betrekken. De rechter kan die gelegenheid ook ambtshalve bieden. 3. Herkansingsfunctie hoger beroep. Redelijkheid en billijkheid. De herkansingsfunctie van het hoger beroep brengt mee dat een partij in hoger beroep voor het eerst een verweer mag voeren of een bepaalde stelling mag innemen, ook als zij in eerste aanleg daarmee strijdige verweren of stellingen heeft (aan)gevoerd. Onder omstandigheden kan een partij evenwel het recht daartoe hebben verwerkt, zodat het inroepen van de nieuwe stelling of het nieuwe verweer naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het hof heeft de verwerping van het beroep op de redelijkheid en billijkheid onvoldoende gemotiveerd