Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit bpm
6.3.1 Voortzetting occasion lijkwagen na tussenkomst van een carrosseriebedrijf
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
12-12-2022, Stcrt. 2022, 32333 (uitgifte: 20-12-2022, regelingnummer: 2022-264440)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2022, Stcrt. 2022, 32333 (uitgifte: 20-12-2022, regelingnummer: 2022-264440)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Wanneer een begrafenisondernemer een lijkwagen inruilt bij een carrosseriebedrijf moet hij alsnog een bedrag aan bpm voldoen (artikel 9 van het besluit). De begrafenisondernemer die de occasion lijkwagen aankoopt van het carrosseriebedrijf kan geen bpm terugvragen. Als de begrafenisondernemer de lijkwagen rechtstreeks doorverkoopt aan een volgende begrafenisondernemer die de lijkwagen wederom als zodanig gaat gebruiken, kan het motorrijtuig zonder heffing van bpm van de eerste aan de tweede eigenaar worden overgedragen.
Goedkeuring
Daarom keur ik met toepassing van artikel 63 van de AWR (de hardheidsclausule) goed dat de begrafenisondernemer ook bij de aankoop van een occasion lijkwagen van een carrosseriebedrijf bpm kan terugvragen. Ik stel hierbij de voorwaarde dat de begrafenisondernemer de lijkwagen daadwerkelijk als zodanig gaat gebruiken.