Einde inhoudsopgave
Besluit bouwwerken leefomgeving
Artikel 4.14 (bepalingsmethode niet-bezwijken)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 291 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Het niet-bezwijken, bedoeld in de artikelen 4.12 en 4.13, wordt bepaald volgens:
- a.
NEN-EN 1999 of NEN-EN 1993, als de constructie is vervaardigd van metaal als bedoeld in die normen;
- b.
NEN-EN 1992 of NEN-EN 1996, als de constructie is vervaardigd van steenachtig materiaal als bedoeld in die normen;
- c.
NEN-EN 1994, als de constructie is vervaardigd van staal-beton als bedoeld in die norm;
- d.
NEN-EN 1995, als de constructie is vervaardigd van hout als bedoeld in die norm;
- e.
NEN 2608, als de constructie is vervaardigd van glas als bedoeld in die norm; of
- f.
NEN 6707, als de constructie van de bevestiging van de dakbedekking is vervaardigd van materiaal als bedoeld in die norm.
2.
Als een ander materiaal of een andere bepalingsmethode is toegepast dan bedoeld in het eerste lid, wordt het niet-bezwijken, bedoeld in de artikelen 4.12 en 4.13, bepaald volgens NEN-EN 1990.
3.
Bij een niet in een woongebouw of logiesgebouw gelegen gebruiksfunctie kan bij het bepalen van het niet-bezwijken, bedoeld in de artikelen 4.12 en 4.13, rekening worden gehouden met de stabiliteitsvoorziening van een op een aangrenzend perceel gelegen gebruiksfunctie van dezelfde soort.