Einde inhoudsopgave
Regeling subsidies hoogwaterbescherming 2014
Artikel 14a Subsidie voor voorverkenning
Geldend
Geldend vanaf 15-12-2017. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
12-12-2017, Stcrt. 2017, 70683 (uitgifte: 14-12-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2017/277888)
- Inwerkingtreding
15-12-2017, terugwerkend tot: 01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2017, Stcrt. 2017, 70683 (uitgifte: 14-12-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2017/277888)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Waterschappen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
In afwijking van artikel 6, eerste lid, kan de beheerder voor een maatregel die zich in de verkenningsfase bevindt, een aanvraag indienen voor verlening van een reguliere subsidie voor een voorverkenning, indien de voorverkenning in het kalenderjaar waarin de subsidie wordt verstrekt, is opgenomen in het subsidieprogramma.
2.
In aanmerking voor reguliere subsidie komen de rechtstreeks aan de voorverkenning toe te rekenen kosten van:
- a.
voorbereiding, administratie en toezicht;
- b.
het verrichten van onderzoek;
- c.
het verkrijgen van de voor de voorverkenning benodigde vergunningen;
- d.
een reservering voor voorziene risico’s en een reservering voor onvoorziene risico’s.
3.
Niet voor reguliere subsidie komen in aanmerking:
- a.
kosten die door de subsidieontvanger worden gemaakt om de maatregel te laten opnemen in het hoogwaterbeschermingsprogramma;
- b.
kosten die de subsidieontvanger op andere wijze vergoed kan krijgen.
4.
De aanvraag gaat vergezeld van:
- a.
een plan van aanpak, waarin ten minste is opgenomen:
- –
informatie over de aard, omvang en urgentie van de te nemen maatregel en eventuele samenhang met initiatieven op andere beleidsterreinen;
- –
een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
- –
een beschrijving van de betrokkenheid van de provincie waarin de maatregel dient te worden getroffen wanneer dit aan de orde is vanwege de ruimtelijke relevantie, en
- –
een omschrijving van de resultaten waartoe de voorverkenning moet leiden;
- b.
een raming van de subsidiabele kosten die zijn toe te rekenen aan de voorverkenning, overeenkomstig artikel 5, eerste lid;
- c.
een beschrijving van de wijze waarop het niet-subsidiabele deel van de kosten wordt gedekt;
- d.
een raming van de subsidiabele kosten die aan de verkenning, de planuitwerkingsfase onderscheidenlijk de realisatiefase zijn toe te rekenen, waarbij de kosten per te behalen resultaat worden onderbouwd en inzichtelijk wordt gemaakt op welke wijze het niet-subsidiabele deel van de kosten wordt gedekt;
- e.
een tijdschema en de geplande datum van voltooiing van de voorverkenning, de verkenning, de planuitwerkingsfase en de realisatiefase conform de Project Planning Infrastructuur-methodiek, en
- f.
het bedrag waarvoor de reguliere subsidie wordt aangevraagd.
5.
De artikelen 5, eerste lid, 6, tweede lid, 7, eerste en tweede lid, en 8 tot en met 13 zijn van overeenkomstige toepassing.