RvdW 2018/482
Aansprakelijkheidsverzekering. Opzetclausule Standaardpolismodel AVP 2000; uitleg en maatschappelijke betekenis; ruimte voor maatwerk; Hoge Raad doet zaak zelf af.
HR 13-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:601
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 april 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/04480
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:601, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1258, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2016
- Wetingang
Art. 7:952, 7:954 BW
Essentie
Aansprakelijkheidsverzekering. Opzetclausule Standaardpolismodel AVP 2000; uitleg en maatschappelijke betekenis; ruimte voor maatwerk; Hoge Raad doet zaak zelf af.
Uitleg van een bepaling in polisvoorwaarden waarover tussen partijen niet onderhandeld pleegt te worden is met name afhankelijk van objectieve factoren, zoals haar bewoordingen gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel en van een bij de polisvoorwaarden behorende toelichting. Voor de uitleg van een contractuele clausule waarmee wordt afgeweken van een wettelijke bepaling van regelend recht, kan ook van belang zijn hetgeen die wettelijke bepaling (art. 7:952 BW) inhoudt.
De opzetclausule opgenomen in het standaardpolismodel AVP van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.