RFR 2017/66
IPR. Huwelijksvermogensrecht. Vallen krachtens Italiaans erfrecht zonder uitsluitingsclausule verkregen onroerende zaken in de Nederlandse wettelijke gemeenschap van goederen?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/05538
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS926225:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Internationaal privaatrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:276, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1267, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑11‑2015
- Wetingang
Art. 1:94 lid 1 en 2 BW
Essentie
IPR. Huwelijksvermogensrecht. Uitsluitingsclausule. Redelijkheid en billijkheid.
Is toepassing van art. 1:94 BW met betrekking tot in Italië gelegen onroerende zaken die uit erfenis zijn verkregen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, gelet op de omstandigheid dat op de erfrechtelijke verkrijging van die zaken door de vrouw Italiaans recht van toepassing is en deze volgens Italiaans recht niet in een gemeenschap zouden vallen?
Samenvatting
Partijen zijn in 1968 gehuwd in Nederland. De vrouw heeft de Italiaanse nationaliteit, de man de Nederlandse. Op het huwelijksvermogensregime is Nederlands recht van toepassing. Het huwelijk van partijen is in 1981 ...