Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 6:3:13 [Nadere regelgeving bekostiging jeugdsancties]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2017, 82 jo Stb. 2019, 504 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken: 35311)
22-02-2017, Stb. 2017, 82 jo Stb. 2019, 504 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken: 34086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
1.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld voor de verstrekking van rijkswege van een bijdrage in de bekostiging van de voorbereiding en uitvoering van:
- a.
projecten als bedoeld in de artikelen 77e en 77f, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafrecht,
- b.
taakstraffen als bedoeld in artikel 77h, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, en
- c.
maatregelen betreffende het gedrag van de jeugdige als bedoeld in artikel 77h, vierde lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafrecht.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het bepaalde in deze titel. Deze nadere regels zien in elk geval op:
- a.
de inhoud van de taakstraf, de tenuitvoerlegging van de taakstraf en de rechten en plichten van de tot een taakstraf veroordeelde. Daarbij kan van het aantal uren dat een leerproject kan duren, genoemd in artikel 77m, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht worden afgeweken indien de aard van het leerproject daartoe aanleiding geeft.
- b.
de eisen waaraan bij de tenuitvoerlegging van de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige het plan, de programma’s en de instellingen of organisaties belast met de voorbereiding en de ondersteuning van de maatregel moeten voldoen, alsmede op de werkwijze van deze instellingen of organisaties.
- c.
de tenuitvoerlegging van een straf of maatregel waarvan de rechter heeft gelast dat deze geheel of gedeeltelijk niet ten uitvoer wordt gelegd.