RvdW 2015/892
Vervolging t.z.v. weigeren ademanalyse na oplegging alcoholslotprogramma: OM niet-ontvankelijk. Behandeling door HR van klachten over dubbele vervolging.
HR 07-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1807
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juli 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/05317
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bijzonder strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1807, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1026, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑01‑2015
- Wetingang
Essentie
Hetgeen de HR heeft overwogen in zijn arrest over de niet-ontvankelijkheid van het OM in de vervolging ter zake van rijden onder invloed nadat aan de verdachte een alcoholslotprogramma is opgelegd (HR 3 maart 2015, NJ 2015/256) geldt ook in geval van strafvervolging ter zake van weigeren van een ademanalyse. In de omstandigheid dat voormeld arrest, alsmede de uitspraak van de Raad van State van 4 maart 2015 (ABRvS 4 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:622) weinig voorzienbaar waren, vindt de Hoge Raad aanleiding in zaken waarin vóór 3 maart 2015 uitspraak is gedaan, te doen wat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.