Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/23 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010, enz.
Artikel 77 Erkenning en handhaving van afwikkelingsprocedures van derde landen
Geldend
Geldend vanaf 11-02-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Inwerkingtreding
11-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Dit artikel is van toepassing op afwikkelingsprocedures van derde landen tenzij en totdat een internationale overeenkomst als bedoeld in artikel 76, lid 1, met het betrokken derde land in werking treedt. Het blijft ook van toepassing na de inwerkingtreding van een internationale overeenkomst als bedoeld in artikel 76, lid 1, met het betrokken derde land, voor zover de erkenning en handhaving van afwikkelingsprocedures van derde landen niet door die overeenkomst worden geregeld.
2.
De betrokken nationale autoriteiten erkennen de afwikkelingsprocedures van derde landen met betrekking tot een CTP uit een derde land in een van de volgende gevallen:
- a)
de CTP uit een derde land verricht diensten of heeft dochterondernemingen in een of meer lidstaten;
- b)
de CTP uit een derde land heeft activa, rechten, verplichtingen of passiva in of vallend onder het recht van een of meer lidstaten.
De betrokken nationale autoriteiten zorgen ervoor dat de erkende afwikkelingsprocedures van derde landen worden gehandhaafd in overeenstemming met hun nationale wetgeving.
3.
De betrokken nationale autoriteiten beschikken ten minste over de volgende bevoegdheden:
- a)
het uitoefenen van de afwikkelingsbevoegdheden ten aanzien van:
- i)
activa van een CTP uit een derde land die zich in hun lidstaat bevinden of aan het recht van hun lidstaat zijn onderworpen, en
- ii)
rechten of passiva van een CTP uit een derde land die in hun lidstaat zijn geboekt of aan het recht van hun lidstaat zijn onderworpen, dan wel indien vorderingen in verband met dergelijke rechten en passiva afdwingbaar zijn in hun lidstaat;
- b)
het voltrekken van een overdracht van eigendomsinstrumenten van een in de aanwijzende lidstaat gevestigde dochteronderneming, onder meer door een andere persoon ertoe te verplichten actie te ondernemen om de overdracht te voltrekken;
- c)
het uitoefenen van de in de artikelen 55, 56 en 57 bedoelde bevoegdheden met betrekking tot de rechten van elke partij bij een contract met een in lid 2 van dit artikel bedoelde entiteit, indien die bevoegdheden nodig zijn om de afwikkelingsprocedures van derde landen te handhaven, en
- d)
het niet-afdwingbaar maken van rechten om contracten te beëindigen, te liquideren of versneld uit te voeren van, of het afbreuk doen aan de contractuele rechten van entiteiten als bedoeld in lid 2 en andere groepsentiteiten, indien die rechten voortvloeien uit afwikkelingsmaatregelen met betrekking tot de CTP uit het derde land, die hetzij door de afwikkelingsautoriteit van het derde land, hetzij krachtens de wettelijke of regelgevingsvereisten op het gebied van afwikkeling in dat land worden genomen, mits bij voortduring aan de materiële verplichtingen op grond van het contract, daaronder begrepen de betalings- en leveringsverplichtingen, wordt voldaan en het verschaffen van zekerheden wordt voortgezet.
4.
De erkenning en handhaving van afwikkelingsprocedures van derde landen laten de uit hoofde van nationaal recht toepasselijke normale insolventieprocedures onverlet.