Penitentiaire beginselenwet
Einde inhoudsopgave
Penitentiaire beginselenwet:Artikel 19 [Gemeenschaps- of individueel regime]
Penitentiaire beginselenwet
Artikel 19 [Gemeenschaps- of individueel regime]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2020, Stb. 2020, 224 (uitgifte: 03-07-2020, kamerstukken: 35122)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2021, Stb. 2021, 252 (uitgifte: 10-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
1.
De tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel in een inrichting vindt plaats in een gemeenschapsregime, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is.
2.
Onze Minister bepaalt de criteria waaraan gedetineerden moeten voldoen om voor plaatsing in een gemeenschapsregime, alsmede voor plaatsing in een voor hen persoonlijk dan wel voor de gemeenschappelijke onderbrenging van gedetineerden bestemde verblijfsruimte, in aanmerking te komen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.