V-N 2016/50.7
Kwijtscheldingswinstvrijstelling voor vrijval voorziening uit borgstelling volgens A-G
HR (Parket) 16-08-2016, ECLI:NL:PHR:2016:864, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
16 augustus 2016
- Zaaknummer
16/02260
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24279:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2657, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:864, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑08‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑04‑2016
- Wetingang
art. 3.13, 3.92 en 3.95 lid 1 Wet IB 2001
Essentie
Advocaat-generaal Niessen concludeert dat X kwijtscheldingswinst heeft behaald, en dat de kwijtscheldingswinstvrijstelling van toepassing is op de vrijgevallen post van € 120.000. Tussen de schuldeiser en de borg bestaat namelijk een zelfstandige verbintenis welke de crediteur geheel of gedeeltelijk kan prijsgeven.
Samenvatting
Belanghebbende, X, houdt, indirect, 40% van de aandelen in C bv. In 2007 gaat C bv een kredietovereenkomst aan met de bank. X stelt zich daarbij voor € 150.000 borg jegens de bank. Medio 2010 gaat C bv failliet. In zijn aangifte IB 2010 vormt X een voorziening van € 150.000 in verband met de borgstelling, in verband waarmee ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.