HR, 12-07-2022, nr. 21/04979
ECLI:NL:HR:2022:1070
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12-07-2022
- Zaaknummer
21/04979
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2022:1070, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑07‑2022; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2022:596
- Vindplaatsen
Uitspraak 12‑07‑2022
Inhoudsindicatie
Caribische zaak. Vervolgingsuitlevering opgeëiste persoon naar Verenigde Staten t.z.v. (i) samenzwering tot internationale distributie van cocaïne, (ii) samenzwering tot de invoer van cocaïne en (iii) internationale distributie van ongeveer 64 kilo cocaïne. 1. Heeft Uitleveringsbesluit van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn verbindende kracht verloren? 2. Moet schending van de voorschriften van art. 12 Uitleveringsbesluit van Aruba, Curaçao en Sint Maarten (procedure van vrijheidsbeneming van opgeëiste persoon) leiden tot ontoelaatbaarverklaring van het verzoek tot uitlevering? 3. Is hof eraan voorbij gegaan dat opgeëiste persoon werd vervolgd, althans was aangehouden, t.z.v. een of meer van de feiten waarvoor zijn uitlevering werd verzocht? HR: art. 81.1. RO. Samenhang met 21/04844 UC, 21/04845 UC, 21/04846 UC en 21/04978 UC.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/04979 UC
Datum 12 juli 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een einduitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, van 16 november 2021, nummer HAR 108/2021, op een verzoek van de Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering
van
[opgeëiste persoon],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
hierna: de opgeëiste persoon.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze heeft C. Reijntjes-Wendenburg, advocaat te Valkenswaard, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de cassatiemiddelen
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juli 2022.