NJ 1938/1089
Herziening. Het Hof verklaart, na verwijzing, den grond voor herziening vervallen en handhaaft de uitspraak a quo. Omvang van het door het Hof in te stellen onderzoek.
HR 14-03-1938, ECLI:NL:HR:1938:221, m.nt. Prof.mr. B.M. Taverne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 maart 1938
- Magistraten
Mrs. Visser, Taverne, de Menthon Bake, Servatius en van der Meulen
- Zaaknummer
[14031938/NJ_1938_1089]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Noot
Prof.mr. B.M. Taverne
- JCDI
JCDI:ADS106017:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:221, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑03‑1938
- Wetingang
Essentie
Herziening. Het Hof verklaart, na verwijzing, den grond voor herziening vervallen en handhaaft de uitspraak a quo. Omvang van het door het Hof in te stellen onderzoek.
Samenvatting
Hof: De grond der herziening — t. w. dat een door de deskundigen van L. Hulsebosch en Viëtor op 21 Dec. 1936 uitgebracht verslag met de uitgesproken veroordeeling niet bestaanbaar schijnt — is komen te vervallen, daar genoemde deskundigen na de verwijzing der zaak op hun aanvankelijk oordeel zijn teruggekomen, en voorts: Nu bij het onderzoek voor het Hof ook geen andere omstandigheden zijn bekend geworden, die met de gegeven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.