RvdW 2013/248
Prejudiciële procedure ex art. 392 Rv; beoordelingsvrijheid HR. Kan hypotheekakte na uitwinning dienen als executoriale titel in zin art. 430 Rv voor ‘restantvorderingen’?; bankhypotheek; nadere uitleg HR 26 juni 1992 (Rabobank/Visser); met voldoende bepaaldheid in akte omschreven vordering.
HR 08-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4889
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/03781
- Conclusie
A-G mr. L.J.R.A. Huydecoper
- LJN
BY4889
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BY4889, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY4889, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑02‑2013
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële procedure ex art. 392 Rv; beoordelingsvrijheid HR . Kan hypotheekakte na uitwinning dienen als executoriale titel in zin art. 430 Rv voor ‘restantvorderingen’?; bankhypotheek; nadere uitleg HR 26 juni 1992 (Rabobank/Visser); met voldoende bepaaldheid in akte omschreven vordering.
Prejudiciële vragen kunnen worden gesteld voordat de relevante feiten definitief zijn vastgesteld. Niet alleen partijen, maar ook anderen kunnen in de prejudiciële procedure opmerkingen maken (art. 393 lid 1 en 2 Rv), waarmee de Hoge Raad rekening kan houden. Dit heeft tot gevolg dat de Hoge Raad niet gebonden is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.